In de maand december 2019 bevroeg de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) de gemeenten naar hun behoeften op het vlak van bijkomende sociale huurwoningen voor de komende gemeentelijke legislatuur. Gemeenten die op dat moment in aanmerking kwamen voor een sociaal woonbeleidsconvenant, kregen daarnaast de vraag of zij een convenant wensen te sluiten en, zo ja, voor hoeveel bijkomende sociale huurwoningen.
Op de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 7 februari 2020 werd er beslist om een voorstel in te dienen bij de VMSW voor een totaal aantal van 79 bijkomende sociale huurwoningen.
De VMSW onderzocht alle aanvragen van de Vlaamse gemeenten, in samenspraak met Wonen-Vlaanderen en het kabinet van de Vlaamse minister van Wonen. Op 11 augustus ontving de stad Halle het ontwerpconvenant van de VMSW waarbij het gevraagde aantal van 79 bijkomende sociale huurwoningen werd toegekend. Het ontwerpconvenant werd reeds ondertekend door de Vlaams minister van wonen en dient nu besproken en desgevallend goedgekeurd te worden op de gemeenteraad. Vervolgens wordt het goedgekeurde convenant ondertekend terug bezorgd aan de VMSW, zodat nadien een convenantplanner in het Projectportaal kan bijgehouden worden op basis van het toegekende aantal bijkomende sociale huurwoningen.
Bij goedkeuring door de stad Halle gaat het convenant in op 1 september 2020 voor een duur van 3 jaar. Door het aangaan van het convenant verbindt de stad Halle zich ertoe acties te ondernemen opdat, binnen de geldigheidsduur van het convenant, de uitvoering of gunningsprocedure kan opgestart worden die resulteert in de terbeschikkingstelling van 79 bijkomende sociale huurwoningen.
Volgens de meest recente meting van het sociaal huuraanbod realiseerde de stad Halle, rekening houdend met het reeds gerealiseerd aanbod en de projecten op de projectenlijst, zijn Bindend Sociaal Objectief (BSO). De stad kwam aldus in aanmerking om een sociaal woonbeleidsconvenant aan te vragen ten einde financiering te verkrijgen om bijkomende sociale huurwoningen te realiseren, bovenop het BSO.
Het aantal bijkomende sociale huurwoningen dat werd ingediend bij de VMSW werd gestaafd aan de hand van een overzicht van volgende projecten:
Enkel de projecten met een schetsontwerp kwamen in aanmerking.
Naast deze projecten is er ook het project Windmolenveld f1b +f1c, waarbij Woonpunt Zennevallei een vervangingsbouw in de Kopheiweg plant in combinatie met bejaardenpaviljoenen (BSO -70 en +90). Dit project heeft nog geen schetsontwerp, maar er werd wel reeds vermeld aan de VMSW dat de stad dit project wenst te realiseren in de lopende legislatuur.
Het project Rivierenhof staat reeds opgenomen op de projectenlijst en diende aldus niet opgenomen te worden in het convenant. Binnen dit project worden er 34 sociale huurentiteiten gerealiseerd.
Binnen het ontwerpconvenant van de VMSW staat er vermeld dat, binnen het toegekende aantal bijkomende woningen, de gemeente later zelf keuzes kan maken.
Hoewel we ondertussen vernamen dat er binnen het project Nederhem niet langer sociale woningbouw zal worden gerealiseerd, stellen we aldus voor om het eerder voorgestelde contingent van 79 bijkomende sociale huurwoningen te behouden. Hierbij houden we rekening met het feit dat Woonpunt Zennevallei het contingent sociale woningen binnen project Nederhem zal proberen te gebruiken in een ander project en brengen we tevens het project Windmolenveld f1b+f1c in rekening.
Procedurebesluit wonen van 14 juli 2017.
Het decreet Grond- en Pandenbeleid van 27 maart 2009.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 september 2020.
Het sociaal woonbeleidsconvenant van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen met een contingent van 79 bijkomende sociale huurwoningen wordt goedgekeurd.