Het Vlaams decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (proceduredecreet) werd na circa 16 jaar gewijzigd. Deze decreetswijziging werd in het Vlaams Parlement gestemd op 3 mei 2024. Door deze decreetswijziging dienen we enkele belastingreglementen aan te passen.
Artikel 7 van het decreet handelt over de aangifte en de aanslag van ambtswege. Aan dit artikel werd door de decreetswijziging grondig gesleuteld. Paragraaf 1 van het artikel heeft betrekking op de aangifteplicht.
Sinds de wijziging van het decreet moet de uiterste datum voor de indiening van de aangifte in het belastingreglement worden vermeld. Het is dus volgens de memorie van toelichting onvoldoende om in het belastingreglement een aangiftetermijn te voorzien (b.v. 30 dagen na ontvangst van het aangifteformulier). Dit is strenger dan de rechtspraak van de Raad van State en het Hof van Cassatie waarbij werd geoordeeld dat een bepaalbare aangiftetermijn in het belastingreglement volstaat.
Het is wenselijk om een bijdrage te vragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven lastens de eigenaars van woningen die niet als hoofdverblijfplaats worden aangewend, en hen zo te stimuleren om de woningen op het gemeentelijk grondgebied effectief als hoofdverblijfplaats aan te wenden.
Deze belasting geldt ook als compensatie voor de derving van inkomsten op het vlak van de aanvullende personenbelasting en op het vlak van de toekenningen uit het gemeentefonds.
Er wordt voorgesteld om een uiterste datum voor de indiening van de aangifte in het belastingreglement te vermelden.
De stad heft deze belasting in het kader van de financiële toestand van de gemeente.
Decreet over het lokaal bestuur;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Besluit gemeenteraad van 17 december 2019 en 20 december 2022 - belasting op tweede verblijven;
Artikel 6 van het gemeenteraadsbesluit tot vaststelling van de belasting op tweede verblijven van 22 december 2022 wordt als volgt gewijzigd:
"De belastingplichtige zoals bepaald in artikel 3 moet uiterlijk 31 december bij het stadsbestuur aangifte doen van het tweede verblijf waarover hij beschikt.
Bij het in gebruik nemen van een tweede verblijf moet de belastingplichtige uiterlijk 31 december van het jaar van het in gebruik nemen bij het stadsbestuur aangifte doen van het belastbaar tweede verblijf.
De aangifte dient te gebeuren door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld of via elektronische weg op het e-loket van de stad, te vinden op www.halle.be.
Een belastingplichtige kan maar aangifte doen van 1 tweede verblijf.
Indien het stadsbestuur vaststelt dat een woning gebruikt wordt, waar niemand ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister, zal een aangifteformulier worden verstuurd aan de vermoedelijke belastingplichtige. Bij het verlaten van een tweede verblijf, dient de belastingplichtige uiterlijk 31 december van het jaar van verlaten van het tweede verblijf het stadsbestuur in te lichten. Zolang het stadsbestuur niet in kennis werd gesteld, wordt de belastingplichtige als tweede verblijfhouder beschouwd."Deze wijziging van artikel 6 van het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2024 en geldt t.e.m. aanslagjaar 2025.