Op 17 december 2021 heeft de Vlaamse Regering besloten dat elke aanvrager over een laadpaal kan beschikken op 250 meter wandelafstand van zijn of haar woning. De behoefte aan laadpalen zal mettertijd enkel toenemen. Het doel van deze visienota is om een proactief beleid te voeren zodat ons openbaar domein op een ordelijke en doordachte manier op termijn goed gedekt is qua laadmogelijkheden. Door het clusteren van laadpalen op strategische locaties is de kans groter dat bestuurders een beschikbaar laadstation vinden en voorkomen we onnodige zoekverkeer. Zowel het SECAP als het LEKP bevatten doelstellingen omtrent laadpalen en deelwagens. Voor laadpalen moeten er minstens 1,5 laadpuntequivalenten zijn per 100 inwoners tegen 2030. Dit komt voor Halle overeen met 630 laadpuntequivalenten. Voor deelwagens zegt het LEKP 2.0 dat er 2 deelwagens per 1.000 inwoners moeten zijn tegen 2030. In Halle betekent dit 84 deelwagens.
Als stad zijn we toegetreden tot het LEKP 2.0 met onder andere de doelstelling om tegen 2030 630 laadpunten en 84 deelwagens op ons grondgebied aan te bieden. Voor deze visienota wordt er geopteerd om de doelstellingen van het LEKP na te streven, met een toevoeging bij het doel van de deelwagens, namelijk dat de helft van de deelwagens elektrisch zijn in 2030.
Dit visiedocument hanteert de doelstellingen van het LEKP omtrent het aantal deelwagens en laadpunten. 37 deelwagens tegen 2024, zoals vooropgesteld in het autodeelactieplan, is niet realistisch. De doelstelling dat de helft van de deelwagens elektrisch is tegen 2030 wordt wel nagestreefd.
De visie van het autodeelactieplan wordt door middel van dit visiedocument verder opgenomen. We streven naar meer geclusterde deelmobiliteit, in combinatie met de clustering van laadpalen, want de helft van de deelwagens zou elektrisch moeten zijn tegen 2030. De clustering moet de wildgroei van laadpalen en parkeerplaatsen voor autodelen tegengaan, zodat we overzicht blijven houden over ons openbaar domein.
Tot slot dient er nog eens onderstreept te worden dat deelmobiliteit onlosmakelijk verbonden is met degelijke alternatieven voor de eigen wagen. Kwaliteitsvolle infrastructuur voor andere vervoersmodi, zijn essentieel voor een goed functioneren van het aanbod aan deelmobiliteit. Hoppinpunten vormen hierin een belangrijke schakel.
Om een vlotte en aanbod gestuurde uitrol van de laadinfrastructuur te garanderen stellen we voor om volgende principes te hanteren:
1. Verspreiding en Clustering van laadpalen op strategische locaties: Openbare parkings & Laadhubs
Om ervoor te zorgen dat er voldoende laadpalen beschikbaar zijn in de stad, wordt er voorgesteld om te streven naar een brede verspreiding over verschillende wijken en buurten heen op basis van een strategische uitrol. Het uitgangspunt is om de laadpalen te clusteren op openbare parkings en laadhubs die het mogelijk maken om de “blinde vlekken” in de dekking van laadmogelijkheden zo goed mogelijk weg te werken. Via deze aanpak willen we proactief leefbaarheidsgerichte laadmogelijkheden aanbieden die kansen bieden voor vergroening. De strategische locaties zijn plaatsen die centraal gelegen zijn, goed bereikbaar zijn en idealiter over een gebruiksklaar netwerk van 400V beschikken.
2. Gebruik openbare ruimte en inrichting parkeerplaatsen
De laadpalen worden standaard voorzien op de parkeerzone (tussen twee parkeerplaatsen). Bij het plaatsen van laadpalen wordt in principe geen gebruik gemaakt van de openbare ruimte die bestemd is voor actieve weggebruikers (voet- en fietspaden) en groenzones, behalve wanneer er geen alternatief is.
Het college besliste op 19 juni 2020 om alle parkeerplaatsen voor elektrisch laden te markeren met een wit en groene kader en elektrisch oplaadicoon. Dit principe blijft behouden.
Deze plaatsen worden ook voorzien van specifieke signalisatie.
3. Samenwerking met private partijen stimuleren
Om het aantal laadpalen te vergroten, wenst de stad samen te werken met private partijen zoals supermarkten, sportcomplexen, ondernemingen, etc. Deze partijen worden gestimuleerd om (semi)publieke laadinfrastructuur te plaatsen op privaat domein zodat het netwerk groter wordt. Door het identificeren van gebieden binnen de stad waar samenwerkingen met private partijen waardevol kunnen zijn, streeft de stad naar een mogelijke uitbreiding van het laadnetwerk dat optimaal zal inspelen op de toekomstige behoeften van haar inwoners en een duurzame elektrische toekomst kan faciliteren.
Dienst mobiliteit zal nog onderzoeken op welke manier deze samenwerking eventueel opgestart kan worden.
4. Deelwagens
Het doel is 84 deelwagens tegen 2030. Op dit moment zijn er 16 deelwagens. Aldus nog 68 te gaan. Op welke manier gaan er 68 deelwagens bij komen tegen 2030 en waar?
Wij stellen het volgende voor:
Hoppinpunten zijn opgenomen in de kaart strategische locaties als laadhub met het oog op mogelijkse toekomstige uitrol van laadinfrastructuur en deelwagenstations voor een grotere spreiding van de laadpalen en om de modal shift verder aan te moedigen.
5. Signalisatie en handhaving
Signalisatie van parkeerplaatsen voor elektrisch laden wordt vandaag als volgt aangeduid:
- Oranje paal + verkeersbord E9b + onderbord met opschrift “enkel tijdens opladen van elektrische voertuigen”.
In de wegcode werd intussen het onderbord 'elektrische laden wagens' toegevoegd.
Bijgevolg kan volgende bijsturing gebeuren aan de signalisatie voor parkeerplaatsen voor elektrisch laden:
De huidige parkeerplaatsen worden hieraan aangepast.
Om ervoor te zorgen dat parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen efficiënt worden gebruikt en uitsluitend beschikbaar zijn voor bestuurders van elektrische voertuigen, blijven de parkeerplaatsen voor elektrisch opladen binnen de parkeerconcessie betalend. Voertuigen die op deze parkeerplaatsen parkeren, moeten daadwerkelijk zijn aangesloten voor het opladen. Het niet naleven hiervan kan resulteren in boetes volgens artikel 2.23 van de wegcode. Toekomstige oplaadlocaties buiten de huidige parkeerconcessie vallen buiten de handhaving van de parkeerconcessiehouder. Overtredingen kunnen dan door de politie worden afgehandeld. Daarnaast wordt er gerekend op de hoffelijkheid van de gebruikers om parkeerplaatsen niet onnodig te bezetten.
6. Privé-laadinfrastructuur
Laadkabels op het voetpad, kabelmatten en laadarmen worden niet toegelaten. Art. 7.2 en art. 7.3 van de wegcode stellen immers dat de openbare weg niet belemmerd mag worden. Burgers met een beperkte mobiliteit (denk aan rolstoelgebruikers of kinderwagens, enz.) worden hierdoor belet om zich vrij op het voetpad te verplaatsen. Het aanleggen van kabelgoten is verboden om te voorkomen dat openbare parkeerplaatsen op ons grondgebied impliciet worden geprivatiseerd.
7. Goedkeuring parkeerplaatsen elektrisch laden
De goedkeuring van aanvullende politiereglementen kent een lange doorlooptijd, daar deze dienen voorgelegd te worden aan de gemeenteraad. Gelet op de wens aanvragen elektrisch laden vlot uit te rollen, stellen wij voor dat de gemeenteraad het college mandaat geeft voor de goedkeuring van parkeerplaatsen voor elektrisch laden. (analoog aan de werkwijze voor parkeerplaatsen voor personen met handicap en parkeerplaatsen voor autodelen)
De gemeenteraad keurt de voorgestelde visie, met bovenvermelde principes, goed.
De gemeenteraad beslist de bevoegdheid tot het vaststellen van aanvullende politiereglementen met betrekking tot parkeerplaatsen voor elektrisch laden te delegeren naar het college van burgemeester en schepenen.