De notulen van de gemeenteraadszitting van 27 juni 2023 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 32 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraadszitting van 27 juni 2023 goed.
De beleids- en beheerscyclus BBC voorziet een verplichte opvolgingsrapportering, met de nadruk op de (inhoudelijke) rapporteringsverplichting aan de raad. Stad Halle heeft ervoor gekozen om de strategische nota op niveau van actieplannen te presenteren en te rapporteren.
Per actieplan wordt een stand van zaken gegeven betreffende de eerste helft van het jaar (1 januari 2023 tem 30 juni 2023). Voor actieplannen die resulteren onder het prioritair beleid wordt er tevens een statusrapportage voorzien per actie.
Tevens wordt in de rapportage een overzicht gegeven van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar, alsook de eventuele wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan en de financiële risico's.
Er wordt kennis genomen van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar 2023
Het agendapunt wordt afgevoerd omdat er recent nog nieuwe documenten en wijzigingen vanuit de Vlaamse overheid overgemaakt werden. Het dossier wordt aangepast en geagendeerd op de agenda van een volgende gemeenteraad.
1. Voorleggen agenda algemene vergadering CC 't Vondel 9 oktober 2023.
Op 9 oktober 2023 vindt de algemene vergadering van CC 't Vondel plaats. Het decreet lokaal bestuur voorziet dat de vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van CC 't Vondel, in casu burgemeester Marc Snoeck, "handelt conform de instructies van de gemeenteraad" (art 246 §2 DLB). Daartoe wordt de agenda van de algemene vergadering van 9 oktober 2023 vooraf voorgelegd aan de gemeenteraad.
Conform het decreet lokaal bestuur, artikel 12 van de statuten van vzw CC 't Vondel en artikel 7 van de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en vzw CC 't Vondel wordt de agenda van de algemene vergadering van CC 't Vondel aan de gemeenteraad voorgelegd vóór ze op de algemene vergadering van de vzw wordt besproken.
2. Goedkeuring financieel verslag 2022 - 2023 CC 't Vondel.
Conform het gemeentedecreet en artikel 10 van de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en vzw CC 't Vondel wordt na het afsluiten van de rekening deze aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.
Het financieel verslag van seizoen 2022-2023 wordt ter goedkeuring voorgelegd. Gezien het boekjaar pas op 31 augustus wordt afgesloten zal het financieel verslag na 31 augustus worden doorgestuurd aan de leden van de gemeenteraad.
1. De agenda van de algemene vergadering van de vzw CC 't Vondel van 9 oktober 2023 wordt als volgt vastgesteld:
Wat de aftredende leden betreft gaat het om
a. de heer Kenneth Cardyn, Fractie Vlaams Belang.
b. de heer Geert Vancoillie, Koninklijke Toneelgroep Volharding
De fractieleider van Vlaams Belang, de heer Gorgon laat weten dat er namens zijn fractie geen vervanger wordt voorgedragen.
Wat de aan te stellen leden betreft gaat het om mevrouw Sonja Vanhaelen, Koninklijke Toneelgroep Volharding.
2. Het financieel verslag van seizoen 2022-2023 wordt ter goedkeuring voorgelegd. Aangezien de facturen nog tot 31 augustus kunnen binnenkomen wordt het financieel verslag nog toegestuurd aan de leden van de gemeenteraad, het zal ook naar de financiële dienst worden gestuurd voor advies.
Decreet lokaal bestuur - art. 246.§ 2.
De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap en vereniging worden door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Statuten vzw CC 't Vondel - art. 12.
Overeenkomstig artikel 246 §2 van het decreet lokaal bestuur worden de vertegenwoordigers van de stad in de algemene vergadering (verder afgekort als “AV”) door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen. De vertegenwoordigers van de stad handelen overeenkomstig artikel 246§2 decreet lokaal bestuur volgens de instructies van de gemeenteraad. De agenda van de AV wordt ter kennis gegeven aan de gemeenteraad binnen een tijdsbestek dat garanties biedt dat de gemeenteraad kennis heeft kunnen nemen van de vooropgestelde agendapunten en de gemeenteraad voldoende tijd heeft gekregen om zich te kunnen uitspreken over de agendapunten van de eerstvolgende AV. Deze bepaling geldt onverminderd de door de VZW-wetgeving voorziene minimumtermijn van 15 dagen waarbinnen alle leden van de AV van tevoren schriftelijk worden opgeroepen voor de AV. De agenda wordt bij de oproeping gevoegd.
Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en vzw CC 't Vondel - art. 7.
De vzw mag haar opdracht, vervat in onderhavig besluit, in geen geval afstaan of overdragen aan derden. Zij moet in principe binnen dertig dagen een afschrift van de besluiten van de algemene vergadering overmaken aan het college van burgemeester en schepenen. De agenda van de algemene vergadering dient vooraf voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.
Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en vzw CC 't Vondel - art. 10.
De vzw dient een volledige boekhouding bij te houden. Het boekjaar moet lopen van 1 juni tot 31 mei. De gekozen boekhoudwijze dient bepaald in overleg met het stadsbestuur en dient te beantwoorden aan de voorschriften van de Wet van 14 november 1983 inzake de controle en de aanwending van sommige toelagen en moet tevens uitgevoerd zijn om maximale toelagen te verwerven. Jaarlijks legt zij aan de gemeenteraad een ontwerpbegroting voor het volgende dienstjaar ter goedkeuring voor. Binnen de zes maand na het afsluiten van de rekening, wordt deze aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Alle verantwoordingsstukken met betrekking tot die documenten zijn permanent ter inzage van de gemeenteraadsleden.
Collegebeslissing van 25 augustus 2023
De agenda en de agendapunten van de algemene vergadering van vzw CC 't Vondel van 9 oktober 2023 worden goedgekeurd.
Het financieel verslag van seizoen 2022 - 2023 van vzw CC 't Vondel wordt goedgekeurd.
Het Globaal Plan voorziet de oprichting van de dienst Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen (AGM) bij de stad Halle. De samenwerking tussen de stad Halle en Justitie wordt weergegeven door middel van een samenwerkingsovereenkomst.
Sinds 2016 heeft de stad Halle een dienst Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen. De dienst staat in voor de omkadering van werkstraffen en dienstverlening binnen 14 deelnemende gemeenten. Voor de omkadering van werkstraffen en dienstverlening is er een samenwerking aangegaan tussen de stad Halle en Justitie. Deze samenwerking wordt omschreven in een samenwerkingsovereenkomst. De overeenkomst geldt voor 2 jaar (werkingsjaar 2022 – 2023).
Jaarlijks wordt er door de AGM-dienst een jaarverslag opgesteld om de gang van zaken weer te geven. Deze jaarverslagen tonen aan dat er een goede samenwerking is tussen de stad Halle en Justitie. De samenwerkingsovereenkomst is belangrijk om deze duurzame samenwerking te garanderen.
We hebben deze samenwerkingsovereenkomst ontvangen op 23/06/2023.
De ontvangsten zijn voorzien in het MJP op registratiesleutel ST-70409999-04900.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst 2022–2023 tussen stad Halle en de federale staat vertegenwoordigd door de minister van justitie - jaren 2022 en 2023 in kader van Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen goed.
Conform het decreet lokaal bestuur en de samenwerkingsovereenkomst die ten grondslag liggen aan de OCMW-vereniging MetSmaak vzw, leggen we de agenda van de algemene vergadering van 5 juli 2023 en in het bijzonder de rekening 2022 voor aan de gemeenteraad ter bekrachtiging. De stukken waren niet tijdig beschikbaar om ze aan de raad van juni voor te kunnen leggen.
Op de agenda staan:
De rekening 2022 sluit af met een klein positief resultaat.
In de huidige financiële situatie van de vzw zijn er uitdagingen waar we rekening mee moeten houden. De vzw heeft momenteel een negatief eigen vermogen en de liquiditeit staat onder druk door de afgelopen indexverhogingen (die zeker in de voedingssector sterk aanwezig waren) en de extra investeringen.
Binnen de samenwerkingsovereenkomst is het mogelijk om afspraken te nemen i.v.m. indexverhogingen, deze zijn in de algemene vergadering scherp gesteld om de liquiditeitsproblemen op te vangen. Dit zorgt wel voor een onvoorziene verhoging van de exploitatiebudgetten van het OCMW en de stad. We spreken over een impact van 122.152 euro excl. BTW over 2021, 2022 en 2023.
Wat betreft de investeringen in de eigen keuken, is de afspraak genomen om een tussenkomst te voorzien van 88.939,47 euro excl. btw. Om deze tussenkomst mogelijk te maken, zal een investeringstoelage nodig zijn (AR 664). Verdere afspraken over eigenaarschap zullen genomen worden. Alleszins zullen toekomstige investeringen ten laste vallen van het OCMW zoals afgesproken in de huurovereenkomst. Voor beide uitgaven kunnen we hiervoor kijken naar de overschotten op investeringen bij het OCMW in het jaar 2022, waarbij een deel gereserveerd kan worden om de vzw te ondersteunen.
Het is essentieel om toekomstige investeringen zorgvuldig te overwegen en alleen te doen met uitdrukkelijke toestemming van het OCMW. De facturatie zal best rechtstreeks verlopen via het OCMW om hiermee de goedkeuring en het eigenaarschap te garanderen.
Decreet Lokaal Bestuur, Titel 4, Hoofdstuk 5: De vereniging voor sociale dienstverlening of de vennootschap voor sociale dienstverlening.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2023.
Extra budgetten worden voorzien op de betrokken budgetsleutels bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan. De overschotten van 2022 zullen aangesproken worden aangezien het voornamelijk ook over deze periode gaat.
De gemeenteraad bekrachtigt de agenda en de agendapunten van de algemene vergadering van 5 juli 2023 en de rekening 2022 van de vzw MetSmaak.
Na de projectoproep noodwoningen in 2020, 2021 en 2022 lanceert Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele in 2023 een nieuwe projectoproep voor noodwoningen in Vlaanderen. Met deze projectoproep stimuleert Vlaanderen het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van (al dan niet verplaatsbare) noodwoningen. Het Vlaamse Gewest neemt 50% van de kosten voor haar rekening, met een maximum van 159.500 euro per gerealiseerde noodwoning. Ook de renovatie en inrichting van bestaande noodwoningen komen in aanmerking voor subsidiëring.
Binnen deze projectoproep wordt een noodwoning gedefinieerd als een woning die op verzoek van de burgemeester te huur of ter beschikking wordt gesteld als een tijdelijke en voorwaardelijke oplossing voor personen die zich in een specifieke problematische woonsituatie bevinden.
Het project dient ingediend te worden via het digitaal aanvraagformulier. Een overzicht van de vragen is opgenomen in bijlage van deze beslissing. Elke ingediend project zal beoordeeld worden op volgende punten:
Voor het subsidiedossier is een beschrijving van de renovatieplannen samen met een overzicht van de geraamde kosten nodig.
Na de renovatie van het aangekochte pand te Sollenbeemd 3 zal stad Halle beschikken over 6 doorgangswoningen en 1 noodwoning. De doorgangswoningen hebben als doel om mensen op te vangen die door bepaalde omstandigheden niet terecht kunnen in een sociale woning of een andere vorm van noodopvang en die een tijdelijke woning nodig hebben om hun leven terug op het juiste spoor te krijgen. De noodwoning van Halle wordt gebruikt voor mensen die slachtoffer zijn van een ramp, zoals een woningbrand of bij wateroverlast in de woning.
De woning te Vondel 25 is reeds eigendom van stad Halle en staat momenteel leeg. De Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding vzw verzocht de stad om de erfpachtovereenkomst voor Vondel 25 vroegtijdig te beëindigen aangezien de vzw haar activiteiten stopzette. De akte tot vroegtijdige beëindiging van de erfpacht in onderling akkoord werd ondertussen ondertekend.
Familiaal geweld is in veel gezinnen een harde realiteit. De recente corona- en energiecrisissen maken dat momenteel heel wat gezinnen extra onder druk staan, wat leidt tot nog meer verontrustende situaties. Intrafamiliaal geweld is een veelkoppig monster dat bestaat uit onder meer partnergeweld, oudermishandeling, eergerelateerd geweld, kindermishandeling, ouderen-misbehandeling en siblinggeweld. Naast al het menselijk leed kost dat geweld ons als maatschappij handenvol geld - direct en indirect - aan veiligheidsinterventies, hulp- en zorgverlening, werkverzuim…
Het geweld dat plaatsvindt binnen die gezinnen, is veelal complex én gevaarlijk, want het kent vaak een herhalend en escalerend karakter. Daarom is een (tijdelijke) verhuis van een deel van het gezin in bepaalde gezinnen noodzakelijk om de situatie te de-escaleren. Door de opstart van het centrum intra familiaal geweld zal er nog meer aandacht zijn voor het complexe probleem, waardoor ook de vraag naar opvang zal stijgen.
Het voorbije jaar hebben we een hoog aantal aanvragen kunnen vaststellen naar crisisopvang bij intrafamiliaal geweld:
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 (tem 31/07) |
5 | 2 | 6 | 3 | 2 | 8 |
Op 1/08/2023 staan er nog 5 gezinnen, waar sprake is van intra familiaal geweld, op de wachtlijst van een doorgangswoning. Zij hebben tot op heden geen andere oplossing en hebben de vraag gesteld naar een doorgangswoning.
Het voorgestelde project zal worden ingezet ter ondersteuning van de werking van het centrum intrafamiliaal geweld Halle-Vilvoorde dat in september 2023 zijn deuren opent in Halle. Er is geen aanbod van vluchthuizen in deze regio, en bestaande opvang zal ontoereikend zijn om aan deze verhoogde vraag tegemoet te komen.
Indien het project wordt goedgekeurd zal de begeleiding van de gezinnen worden opgenomen door gespecialiseerde hulpverlening, namelijk het IFG-centrum en CAW. De veiligheidsdiensten zullen op elk moment toegang hebben tot de woning, om te kunnen inspelen op een crisissituatie en te kunnen overgaan tot een onmiddellijke inhuur van het pand. Er zal een overleg gepland worden met de politie om te bekijken welke veiligheidsingrepen nodig zijn om een veilige woning te creëren voor deze doelgroep (parlofoon met camera, camera in gemeenschappelijke inkomhal, rechtstreeks waarschuwingssysteem naar veiligheidsdiensten, ...).
De piste om deze woningen intergemeentelijk te gebruiken zal worden bekeken na de uitvoering van het project (cfr. Samenwerking noodwoningen). Het IFG-Centrum is actief in de politiezone Zennevallei. Door de woningen in te zetten in de volledige zone kan de politie en het IFG centrum hetzelfde aanbod aanbieden aan alle inwoners van de zone.
In het pand te Vondel 25 kan, mits grondige renovatie, 2 kwaliteitsvolle appartementen gecreëerd worden. Het volledige renovatieplan in bijlage.
Als lokaal bestuur kan er beslist worden om de woningen niet enkel kwaliteitsvol te renoveren, maar ook energetisch. Gezien de wens van stad Halle om tegen 2050 alle gemeentelijke gebouwen energieneutraal en zonder CO2 uitstoot te renoveren (SECAP), en te verwarmen zonder fossiele brandstoffen, is er een tweede renovatienota opgesteld waar ingezet wordt op energiebesparing. Als lokaal bestuur hebben we een belangrijke voorbeeldfunctie wat ons eigen gebouwenpark betreft, zowel op vlak van woningkwaliteit en energie. In dit voorstel wordt de volledige woning geïsoleerd, verwarmd met een warmtepomp en worden zonnepanelen geplaatst. Op deze manier wordt de kostprijs voor de nutsvoorzieningen van de gebruikers van de woning ook beperkt. Het volledige renovatieplan van deze energetische renovatie in bijlage.
De volledige subsidieaanvraag in bijlage.
Het college wenst de renovatie uit te voeren zoals voorgelegd in scenario 2, dus met de extra energetische ingrepen.
Artikels 78, lid 2, °11 en 84, §1 decreet lokaal bestuur
Projectoproep noodwoningen
Collegebeslissing van 25 augustus 2023
Noch de investeringsuitgaven en noch de investeringsontvangsten zijn voorzien in het huidige MJP.
De keuze van het college zal moeten opgenomen worden in de besprekingen van de meerjarenplanwijziging.
Het advies is positief onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanwijziging door de gemeenteraad van december 2023.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aanvraag in kader van de projectoproep noodwoningen van Wonen Vlaanderen zoals voorgelegd in scenario 2, dus met de extra energetische ingrepen.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur vraagt de (wnd) financieel directeur te rapporteren over haar onafhankelijke taken:
- het debiteurenbeheer
- het visum
- de thesaurietoestand
- de liquiditeitsprognoses
- de beheerscontrole
- de evolutie van de budgetten
- en de financiële risico’s.
Toelichting zoals omschreven in het rapport.
Art 177 decreet lokaal bestuur
Collegebeslissing van 25 augustus 2023
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de financieel directeur over de taken die ze uitvoert in volle onafhankelijkheid.
De dienstverlenende vereniging Cipal houdt een buitengewone algemene vergadering op donderdag 12 oktober 2023 om 16 uur.
De raad van bestuur heeft beslist om, overeenkomstig artikel 39, vierde lid van de statuten en de richtlijnen van het agentschap binnenlands bestuur, deze vergadering op digitale wijze te laten plaatsvinden via een door Cipal ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel. Het elektronisch communicatiemiddel stelt de vertegenwoordigers van de deelnemers in staat om in eigen persoon digitaal vanop afstand deel te nemen aan de vergadering, te stemmen en schriftelijk online vragen te stellen tijdens de vergadering.
Agenda:
1. Wijziging aan artikel 4 van de statuten (“maatschappelijke doelstellingen”), om er na §1, tweede lid, volgend lid aan toe te voegen:
“Daarbij behoren ook volgende verrichtingen:
- Alle verrichtingen met betrekking tot de digitale transformatie van lokale overheden, over diverse beleidsdomeinen heen, inclusief adviesverlening, consultancy, begeleiding, ondersteuning, uitbesteding beheer, en zo meer;
- De organisatie van raamcontracten waarbij Cipal optreedt als aankoopcentrale zoals voorzien in de Wetgeving overheidsopdrachten;
- Het ter beschikking stellen van informatieveiligheidsconsulenten en functionarissen voor gegevensbescherming en het verlenen van advies en ondersteuning rond informatieveiligheid, privacywetgeving, cybersecurity en informatiebeheer;
- Het ter beschikking stellen van sanctionerend ambtenaren ter ondersteuning van het lokale handhavingsbeleid (gemeentelijke administratieve sancties) waartoe bij de lokale overheden ook slimme informatie- en communicatietechnologie wordt ingezet;
- Het aanbieden als technologische “end-to-end oplossing” van trajectcontroles ter verhoging van de lokale verkeersveiligheid en de verbetering van de lokale verkeersleefbaarheid;
- Het aanbieden van datacenter diensten.”
2. Wijziging aan artikel 4 van de statuten (“maatschappelijke doelstellingen”), door schrapping van §2.
3. Verplaatsing van de zetel naar 2440 Geel, Cipalstraat 3 en bijgevolg wijziging van de eerste zin van artikel 5 van de statuten.
4. Wijziging aan artikel 1 van de statuten, om er na de eerste zin volgende zin toe te voegen:
“De vereniging kan haar activiteiten ook voeren onder de naam “C-smart”.”
5. Wijziging aan artikel 2 van de statuten, om er het eerste lid te vervangen door volgende tekst:
“Naast gemeenten kunnen uitsluitend aan de vereniging deelnemen: autonome gemeentebedrijven, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de publiekrechtelijke verenigingen ervan, andere samenwerkingsverbanden, gevormd krachtens deel 3, titel 3 van het Vlaams Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur (hierna aangeduid als "het decreet"), politiezones, hulpverleningszones, alsook elke andere persoon waarvan de deelname decretaal is toegestaan.”
6. Wijziging aan artikel 2 van de statuten, om er het tweede lid te schrappen.
7. Wijziging aan artikel 3 van de statuten, om dit artikel te vervangen door volgende tekst:
“De vereniging heeft de rechtsvorm van een dienstverlenende vereniging in de zin van artikel 398, §2, 2° van het decreet.
Zij is onderworpen aan de bepalingen van het decreet. Voor al wat niet uitdrukkelijk geregeld is door het decreet of deze statuten, zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die gelden voor de vennootschapsvorm van de coöperatieve vennootschap van toepassing.
Overeenkomstig artikel 397 van het decreet is de vereniging een publiekrechtelijke rechtspersoon.”
8. Wijziging aan artikel 4bis van de statuten, om er §1 te vervangen door volgende tekst:
“§1. De vereniging mag, overeenkomstig artikel 472 van het decreet en met behoud van de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen, deelnemen in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die zelf niet de rechtsvorm van de vereniging hebben aangenomen, op voorwaarde dat het maatschappelijk doel van deze rechtspersonen overeenstemt met de eigen doelstellingen en op voorwaarde dat de wetgeving op de overheidsopdrachten waar toepasselijk wordt nageleefd.”
9. Wijziging aan de tweede zin van artikel 5 van de statuten om er het woord “hemzelf’ te vervangen door “haarzelf”.
10. Wijziging aan artikel 6 van de statuten, om er de laatste zin van het eerste lid te schrappen.
11. Wijziging aan artikel 6 van de statuten, om er de laatste zin van het vijfde lid te vervangen door volgende zin:
“Artikel 425, vierde en vijfde lid, van het decreet zijn op hen van toepassing.”
12. Wijziging aan artikel 6 van de statuten, om er het laatste lid te schrappen.
13. Wijziging aan artikel 9 van de statuten, om er in de eerste zin van het tweede lid het woord ‘kapitaalplaatsing” te vervangen door het woord “inbreng”.
14. Wijziging aan artikel 11 van de statuten, om dit artikel te vervangen door volgende tekst:
“ De vereniging ziet erop toe dat zij over een eigen vermogen beschikt dat, mede gelet op andere financieringsbronnen, toereikend is in het licht van haar bedrijvigheid.”
15. Wijziging aan artikel 12 van de statuten, om dit artikel te vervangen door volgende tekst:
“Als vergoeding voor de inbreng(en) kunnen aandelen worden uitgegeven.
De aandelen hebben een gelijke nominale waarde van honderd vijfentwintig euro per aandeel.
De aandelen kunnen niet worden overgedragen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de algemene vergadering en slechts onder deelnemers van dezelfde categorie en voor zover dat de overdracht van de aandelen geen afbreuk doet aan de goede uitvoering van de aangegane verbintenissen.”
16. Wijziging aan artikel 13, §2, eerste zin van de statuten, om er de woorden “Het maatschappelijk kapitaal” te vervangen door de woorden “De inbreng”.
17. Wijziging aan artikel 13, §2, tweede zin van de statuten om er de woorden “in kapitaal” te schrappen.
18. Wijziging aan artikel 13, §3 van de statuten, om er de woorden “het kapitaal” te vervangen door de woorden “de inbreng”.
19. Wijziging aan artikel 13 van de statuten, om er na §3 volgende paragraaf toe te voegen:
“§4. Alle huidige en toekomstige inbrengen worden geboekt op een beschikbare eigen vermogensrekening.”
20. Wijziging aan artikel 15, §1, eerste lid van de statuten, om er in de laatste zin de woorden “over het lokaal bestuur” te schrappen.
21. Wijziging aan artikel 15, §1 van de statuten, om er het laatste lid te schrappen.
22. Wijziging aan artikel 15, §3 van de statuten, om deze te hernummeren tot artikel 15, §2 en in de laatste zin de woorden “over het lokaal bestuur” te schrappen.
23. Wijziging aan artikel 13, §4 van de statuten, om deze te hernummeren tot artikel 15, §3.
24. Wijziging aan artikel 18 van de statuten, om dit artikel te vervangen door volgende tekst:
“De raad van bestuur kiest in zijn schoot een voorzitter en drie ondervoorzitters. De voorzitter en minstens één ondervoorzitter worden gekozen tussen de bestuurders, die tevens gemeenteraadslid, burgemeester of schepen van een aangesloten gemeente zijn.
Deze mandaten zijn, behoudens ontslag door de mandataris of herroeping door de raad van bestuur, van dezelfde duur als het mandaat van bestuurder zelf en hernieuwbaar. Indien voortijdig moet worden voorzien in de opvolging van de voorzitter of van een ondervoorzitter, is de duur van het mandaat van de nieuwbenoemde titularis beperkt tot de resterende duur van het mandaat van degene in wiens plaats hij treedt.
De raad van bestuur duidt tevens een secretaris aan, die hij buiten zijn schoot mag kiezen.”
25. Wijziging aan artikel 20 van de statuten, om er in de tweede zin de woorden “op voordracht van de deelnemende gemeenten benoemde” te schrappen evenals in de derde zin de woorden “de op voordracht van de deelnemende gemeenten” en de woorden “op voordracht van de deelnemende gemeenten benoemde”.
26. Wijziging aan artikel 21 van de statuten, om er het eerste en tweede lid van §1 te vervangen door volgende tekst:
“§1. De raad van bestuur kan alleen geldig beraadslagen en besluiten wanneer de gewone meerderheid van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Het lid met raadgevende stem in de raad van bestuur telt niet mee voor de berekening van het aanwezigheidsquorum.
De besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend.”
27. Wijziging aan artikel 21 van de statuten, om er de eerste zin van paragraaf 2 te vervangen door volgende tekst:
“Ieder bestuurder kan aan een ander bestuurder schriftelijk of digitaal volmacht geven om hem te vertegenwoordigen voor een welbepaalde vergadering van de raad van bestuur.”
28. Wijziging aan artikel 22 van de statuten, om er in de tweede zin tussen de woorden “aangetekend” en “verzonden” de woorden “of digitaal” in te voegen.
29. Wijziging aan artikel 23 van de statuten, om er in §1, eerste lid, na de tweede zin volgende zin toe te voegen:
“Met uitzondering van de beslissingen welke wettelijk niet zijn toegestaan, kunnen de bestuurders schriftelijk of digitaal via videoconferentie, conference call of andere telecommunicatiemiddelen alle besluiten nemen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren.”
30. Wijziging aan artikel 23 van de statuten, om er de derde paragraaf te vervangen door volgende tekst:
“§3. Een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de vereniging.”
31. Schrapping van de artikelen 25 en 25bis van de statuten en hernummering van de daaropvolgende artikelen.
32. Wijziging aan artikel 26 van de statuten, om dit artikel te vervangen door volgende tekst:
“De raad van bestuur stelt overeenkomstig artikel 458 van het decreet de rechtspositieregeling, het arbeidsreglement en de deontologische code op.
De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement en de deontologische code worden meegedeeld aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid.
De raad van bestuur is bevoegd voor alle personeelsaangelegenheden, maar kan, met uitzondering van de benoeming en het ontslag van het management en het door de raad van bestuur aangewezen kaderpersoneel, alle aangelegenheden die betrekking hebben op de uitvoering van de
rechtspositieregeling, de deontologische code en het arbeidsreglement, in het kader van het individuele personeelsbeheer, verder delegeren.”
33. Wijziging aan artikel 26, tweede lid van de statuten, om er het getal “36” te vervangen door het getal “33”.
34. Wijziging aan artikel 28 van de statuten, om er in de eerste zin het woord “vennootschap” te vervangen door het woord “vereniging”.
35. Schrapping van de artikelen 32 en 33 van de statuten en hernummering van de daaropvolgende artikelen.
36. Wijziging aan artikel 35 van de statuten, om er in de laatste zin van het tweede lid het getal “48” te vervangen door het getal “436”.
37. Wijziging aan artikel 35 van de statuten, om er het derde lid te vervangen door volgende tekst:
“Voor de gemeenten worden de vertegenwoordigers op de algemene vergadering rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden, en voor de overige deelnemers door de organen die, krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn tot deelneming of
toetreding te beslissen.
De gemeenteraad bepaalt het aantal vertegenwoordigers van de gemeenten op de algemene vergadering aan de hand van twee voor alle deelnemende gemeenten op dezelfde wijze geldende criteria, waarbij in gelijke mate rekening gehouden wordt met zowel de omvang van de bevolking volgens de laatst gepubliceerde officiële bevolkingscijfers, als met de inbreng.
Iedere gemeente duidt steeds minstens één vertegenwoordiger aan. Desgewenst kan de gemeente overeenkomstig de in de voorgaande alinea bepaalde criteria, bijkomende vertegenwoordigers aanduiden per volledige schijf van twintig procent van respectievelijk haar bevolkingscijfer in verhouding tot het totale bevolkingscijfer van het gemeentelijk ambtsgebied van de vereniging, en haar inbreng in verhouding tot de totale inbreng van de deelnemers in de vereniging. De oproeping voor de algemene vergadering vermeldt voor iedere gemeente de daartoe benodigde cijfergegevens, aan de hand van de laatst gepubliceerde officiële bevolkingscijfers en van de laatst goedgekeurde jaarrekeningen.
Desgewenst kan de gemeente ook per vertegenwoordiger één of meer plaatsvervanger(s) met vermelding van hun onderlinge rangorde aanduiden.”
38. Wijziging aan artikel 36 van de statuten, om er in §1, derde lid, laatste zin de woorden “het maatschappelijk kapitaal” te vervangen door de woorden “de totale inbreng van de deelnemers in de vereniging” en om er in §1, vierde lid de woorden “het maatschappelijk kapitaal” te vervangen door “de totale inbreng van de deelnemers in de vereniging”.
39. Wijziging aan artikel 36 van de statuten, om er in §1, laatste lid het getal “37” te vervangen door het getal “34”.
40. Wijziging aan artikel 36 van de statuten, om er in §2, eerste lid, tweede zin de woorden “het maatschappelijk kapitaal” te vervangen door “de totale inbreng van de deelnemers in de vereniging”.
41. Wijziging aan artikel 37 van de statuten, om er in de laatste zin van het tweede lid het getal “37” te vervangen door “34”.
42. Wijziging aan artikel 38 van de statuten, om er in de tweede en derde zin telkens de woorden “op voordracht van de deelnemende gemeenten benoemde” te schrappen.
43. Wijziging aan artikel 39 van de statuten, om er het derde lid te schrappen.
44. Wijziging aan artikel 39 van de statuten, om er in het vierde lid, de eerste zin te vervangen door volgende tekst:
“De raad van bestuur kan de deelnemers de mogelijkheid bieden om overeenkomstig artikel 6:75 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen op afstand deel te nemen aan de algemene vergadering door middel van een door de vereniging ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel.”
45. Wijziging aan artikel 39 van de statuten, om er in het vierde lid, laatste zin de woorden “wetboek van vennootschappen te vervangen door “Wetboek van vennootschappen en verenigingen”.
46. Wijziging aan artikel 39 van de statuten, door toevoeging na het derde lid van volgend lid:
“Alvorens de algemene vergadering fysisch bij te wonen, dienen de vertegenwoordigers van de deelnemers de aanwezigheidslijst te tekenen. De aanwezigheidslijst wordt door de stemopnemers echt verklaard en bij de notulen van de vergadering gevoegd. Om de algemene vergadering digitaal bij te wonen, dienen de vertegenwoordigers in het bezit te zijn van inloggegevens die strikt persoonlijk op naam bezorgd worden.”
47. Wijziging aan artikel 40 van de statuten, om er in het eerste lid, eerste zin tussen het woord “statuten” en “worden” de woorden “en in de bijlagen” in te voegen.
48. Wijziging aan artikel 40 van de statuten, om er in het tweede lid, eerste zin het woord “statutenwijzing” te vervangen door “statutenwijzigingen”.
49. Wijziging aan artikel 40 van de statuten, om er in het vijfde lid, de eerste zin te vervangen door volgende tekst:
“De wijzigingen worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering binnen een termijn van negentig kalenderdagen die ingaat op de dag na de verzending van het verslag naar de toezichthoudende overheid.”
50. Wijziging aan artikel 40 van de statuten, om er het zesde lid te vervangen door volgende tekst:
“De statutenwijzigingen worden op dezelfde wijze als de oprichtingsakte neergelegd en bekendgemaakt.”
51. Wijziging aan artikel 40 van de statuten, om er in het laatste lid, na het woord “verplichting” de woorden “of om het aantal mandaten binnen de vereniging te verminderen” toe te voegen.
52. Wijziging aan artikel 42bis van de statuten, om het artikel te vervangen door volgende tekst:
“Overeenkomstig artikel 466 van het decreet maakt de voorzitter van de raad van bestuur via de webtoepassing van de vereniging een lijst bekend van de besluiten van de bestuursorganen van de vereniging met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden.
Op dezelfde dag als de dag waarop de vereniging de lijst, vermeld in het eerste lid, bekendmaakt op haar webtoepassing, brengt de vereniging de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan.
Overeenkomstig artikel 467 van het decreet maakt de voorzitter van de raad van bestuur de volgende besluiten en de inhoud ervan bekend via de webtoepassing van de vereniging:
1° de besluiten van de vereniging betreffende de rechtspositieregeling van het personeel, vermeld in artikel 25 van de statuten;
2° de voorstellen van de raad van bestuur van de vereniging in verband met het bijzonder plan overeenkomstig artikel 43 van de statuten;
3° de code van goed bestuur, na goedkeuring door de algemene vergadering van de vereniging Op dezelfde dag als de dag waarop de vereniging de lijst, vermeld in het eerste lid, bekendmaakt op haar webtoepassing, brengt de vereniging de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan.”
53. Wijziging aan artikel 44 van de statuten om het laatste lid te vervangen door volgende tekst:
“De jaarrekening wordt, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na haar goedkeuring door de algemene vergadering, door de raad van bestuur neergelegd bij de Nationale Bank van België.”
54. Schrapping van artikel 45 van de statuten en hernummering van de daaropvolgende artikelen.
55. Wijziging aan artikel 46 van de statuten, om er §2 te vervangen door volgende tekst:
“§2. Overeenkomstig artikel 457 van het decreet roept de raad van bestuur, als het netto actief van de vereniging negatief dreigt te worden of is geworden, de algemene vergadering op om te vergaderen.
Die vergadering heeft plaats ten hoogste zestig kalenderdagen na de datum waarop de vermelde toestand is vastgesteld of had moeten worden vastgesteld krachtens de wettelijke of statutaire bepalingen. De algemene vergadering neemt een van de volgende beslissingen:
1° de ontbinding van de vereniging;
2° de invoering van de maatregelen om de continuïteit van de vereniging te vrijwaren, die in de agenda zijn aangekondigd.
Tenzij de raad van bestuur de ontbinding van de vereniging voorstelt, zet hij in een bijzonder plan uiteen welke maatregelen hij voorstelt om de continuïteit van de vereniging te vrijwaren.
De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in dat plan dat uiterlijk drie weken voor de algemene vergadering aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid wordt voorgelegd, samen met de oproepingsbrief en alle bijbehorende documenten waaruit de noodzaak van het plan blijkt.
De algemene vergadering beslist onder de voorwaarden, vermeld in artikel 427 van het decreet. Als het plan niet of in onvoldoende mate wordt aanvaard, kan artikel 470 van het decreet worden toegepast.”
56. Wijziging aan artikel 47 van de statuten, om er §2 te vervangen door volgende tekst:
“§2. Bij ontbinding krachtens het voorgaande lid of door het verstrijken van de statutair bepaalde duur die niet verlengd wordt, wijst de algemene vergadering die de ontbinding vaststelt, de vereffenaars aan op dezelfde wijze als bepaald is voor de raad van bestuur. Een beperkt college van vereffenaars kan samengesteld worden. Het totaal aantal leden van dat college bedraagt ten hoogste een derde van dat van de raad van bestuur. De meerderheid komt telkens toe aan de leden die op voordracht van de deelnemende gemeenten zijn benoemd. Alle andere organen vervallen op het ogenblik van ontbinding.”
57. Wijziging aan artikel 47 van de statuten, om er in §3, eerste lid het woord “kapitaalinbreng” te vervangen door “inbreng”.
58. Wijziging aan artikel 47 van de statuten, om er in §3, tweede lid, de laatste zin te vervangen door volgende zin:
“Het door een deelnemer overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijke rechten, terecht in een overgangskader dat uitdovend is.”
59. Wijziging aan artikel 47 van de statuten, om er §4 te vervangen door volgende tekst:
“§4. De gemeenten hebben een recht van voorkeur bij de overname van de installaties die op hun grondgebied liggen.”
60. Wijziging aan artikel 47 van de statuten, om er in §5 het woord “vennoten” te vervangen door “deelnemers” en het woord vennootschapsvermogen” door “vermogen”.
61. Schrapping van “HOOFDSTUK VI. Tijdelijke en overgangsbepalingen”.
62. Wijzigingen aan het opschrift van de statuten om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten.
63. Machten te verlenen tot uitvoering van de genomen besluiten.
Statutenwijziging
De statuten van Cipal dienen gewijzigd te worden om deze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en met de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.Het ontwerp van statutenwijziging omvat ook het voorstel om de maatschappelijke doelstellingen van Cipal te actualiseren als gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening van Cipal en de zetel van de vereniging te verplaatsen.
De statuten worden ook gewijzigd op diverse punten om in het bijzonder de leesbaarheid te verhogen.
De agenda, het agendapunt van de buitengewone algemene vergadering dd. 12 oktober 2023, de statutenwijziging en de vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde dient goedgekeurd door de gemeenteraad.
Ter info:
In de gemeenteraadszitting van 26 februari 2019 werd schepen L. Van Dionant aangeduid als afgevaardigde van de stad Halle in de algemene vergaderingen van Cipal. Schepen P. Massien werd aangeduid als plaatsvervanger.
- Artikels 427, 432 en 445 van het Decreet Lokaal Bestuur.
- Beslissingen van de gemeenteraad dd. 26 februari 2019 houdende de aanduiding van de afgevaardigde en de plaatsvervangend afgevaardigde van de stad Halle in de algemene vergaderingen van Cipal.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2023.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Cipal op 12 oktober 2023 wordt goedgekeurd.
De wijzigingen aan artikel 4 van de statuten van Cipal (agendapunten 1 en 2 van de vergadering: wijziging maatschappelijke doelstellingen van Cipal) worden goedgekeurd.
De wijzigingen aan artikel 5 van de statuten van Cipal (agendapunt 3 van de vergadering: verplaatsing van de zetel van Cipal) worden goedgekeurd.
De overige wijzigingen aan de statuten van Cipal overeenkomstig voormeld ontwerp van statutenwijziging (agendapunten 4 tot en met 61 van de vergadering: andere wijzigingen aan de statuten overeenkomstig het aan de deelnemers verstuurde ontwerp) worden goedgekeurd.
Het voorstel tot wijziging van het opschrift van de statuten van Cipal om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten (agendapunt 62 van de vergadering) wordt goedgekeurd.
Het voorstel tot het verlenen van machten tot uitvoering van de genomen besluiten (agendapunt 63 van de vergadering) wordt goedgekeurd.
De vertegenwoordiger van de gemeente wordt gemandateerd om op de buitengewone algemene vergadering van Cipal van 12 oktober 2023 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien deze buitengewone algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze buitengewone algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.
Op 23 juni 2021 werd bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Vlaams-Brabant ontbonden en in vereffening gesteld. Tijdens deze vergadering werd het vereffeningscomité samengesteld.
Op 30 mei 2023 besliste de buitengewone algemene vergadering tot de definitieve sluiting van de vereffening en stelde vast dat de invereffeningsgestelde vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Vlaams-Brabant definitief opgehouden heeft te bestaan. De buitengewone algemene vergadering keurde eveneens de bestemming van de restmiddelen goed.
De buitengewone algemene vergadering verleende in consensus kwijting aan de leden van het vereffeningscomité.
De definitieve sluiting van de vereffening van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Vlaams-Brabant wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad.
- Het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Besluit gemeenteraad 25 mei 2021 - vzw ERSV - Buitengewone algemene vergadering 23 juni 2021 - agenda - vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde - ontbinding van de vzw.
- Het besluit van het college van 25 augustus 2023
De raad neemt kennis van het verslag van de buitengewone algemene vergadering van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Vlaams-Brabant van 30 mei 2023 houdende definitieve sluiting van de vereffening van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Vlaams-Brabant en het verlenen van kwijting aan het vereffeningscomité.
De stad is vennoot van de coöperatieve vennootschap (met beperkte aansprakelijkheid) Zefier, met zetel te Koning Albert II-laan 37, 1030 Schaarbeek en geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (RPR Brussel, Nederlandstalige afdeling) 0680.832.904 (“Zefier”).
De cvba ZEFIER houdt een buitengewone algemene jaarvergadering op dinsdag 19 december 2023 om 14 uur in Notariskantoor Berquin, Lloyd Georgelaan 11 te Brussel.
De agenda bestaat uit volgende punten:
1. Omvorming van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening in een beschikbare eigen vermogensrekening.
2. Kennisname van de volgende verslagen:
i. het verslag van het bestuursorgaan over de invoering van de coöperatieve finaliteit van de Vennootschap in de statuten opgesteld overeenkomstig artikel 6:86 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
ii. het verslag van het bestuursorgaan over de wijziging van de rechten verbonden aan de verschillende soorten van aandelen van de Vennootschap opgesteld overeenkomstig artikel 6:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen ingevolge de creatie van nieuwe soorten van aandelen, en de afschaffing van soorten van aandelen.
iii. het verslag van de commissaris waarin wordt beoordeeld of de financiële en boekhoudkundige gegevens die aan het verslag van het bestuursorgaan ten grondslag liggen getrouw en voldoende zijn in al hun materiële aspecten om de algemene vergadering te informeren, opgesteld in toepassing van artikel 6:87 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
3. Toevoeging van een nieuw artikel in de statuten inzake de coöperatieve waarden en finaliteit van de Vennootschap.
4. Aanname van een nieuwe tekst van statuten teneinde deze onder meer in overeenstemming te brengen met de genomen beslissingen en met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
5. Volmacht voor de coördinatie van statuten.
6. Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen.
7. Volmacht voor de formaliteiten.
Toelichting met betrekking tot de statutenwijziging:
Naar aanleiding van de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV”) dient Zefier uiterlijk tegen 1 januari 2024 haar statuten in overeenstemming te brengen met de dwingende bepalingen van het WVV.
In dat verband heeft de raad van bestuur van Zefier een ontwerp van statutenwijziging voorbereid, waarvan de ontwerptekst samen met een artikelsgewijze toelichting, een verslag betreffende de soorten van aandelen en een verslag betreffende coöperatieve finaliteit aan de stad/gemeente werden overgemaakt. Daarin stelt de raad van bestuur onder meer voor Zefier te laten voortbestaan als een coöperatieve vennootschap, aangezien Zefier kan worden geacht een coöperatieve finaliteit te hebben.
De wijzigingen aan de statuten van Zefier dienen notarieel te worden vastgesteld op een buitengewone algemene vergadering van Zefier. Deze algemene vergadering strekt er louter toe de wijzigingen zoals die zijn voorgesteld door de raad van bestuur goed te keuren. Om die reden en teneinde de praktische implementatie van de statutenwijziging te vereenvoudigen, stelt de raad van bestuur aan de vennoten van Zefier voor om een volmacht te verlenen teneinde de stad te vertegenwoordigen op deze buitengewone algemene vergadering.
De agendapunten van de buitengewone algemene jaarvergadering van de cvba ZEFIER op dinsdag 19 december 2023 en de statutenwijziging worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De documentatie met betrekking tot de goedkeuring van de agenda is terug te vinden via de link naar de Dropbox van de cvba ZEFIER, vermeld in hun brief van 12 juni 2023.
Ter info: tijdens de gemeenteraad van 26 maart 2019 werd schepen de heer Louis Van Dionant aangeduid als afgevaardigde van de stad in de algemene vergaderingen van de cvba ZEFIER. Gemeenteraadslid de heer Hedwig Van Rossem werd aangesteld als plaatsvervanger.
- Artikel 180 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen.
- Artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
- Artikelen 27 en 28 van de statuten van de cvba ZEFIER.
- Besluit gemeenteraad dd. 26 maart 2019 - aanduiding afgevaardigde in de algemene vergaderingen van ZEFIER cvba.
- Besluit gemeenteraad dd. 26 maart 2019 - aanduiding plaatsvervangend afgevaardigde in de algemene vergaderingen van ZEFIER cvba.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 28 juli 2023.
Kennis te nemen van de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 en van de bijhorende stukken. De in deze stukken opgenomen motivering wordt bijgetreden.
De statutenwijziging van Zefier zoals zij werd voorgelegd integraal goed te keuren.
De heer Philippe Rossie, secretaris van Zefier, iedere advocaat of medewerker van het advocatenkantoor Stibbe (met zetel te Loksumstraat 25, 1000 Brussel) en iedere medewerker van het notariskantoor Berquin (met zetel te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel), alleen handelend en met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, als afgevaardigde aan te duiden op de buitengewone algemene vergadering van Zefier, waarbij de afgevaardigde handelt volgens de steminstructies van de gemeenteraad.
Opdracht te geven aan de afgevaardigde om op de buitengewone algemene vergadering van Zefier alle punten van de agenda goed te keuren. Eveneens opdracht te geven aan de afgevaardigde om alle overige handelingen en/of transacties te stellen die nodig zijn of nuttig kunnen zijn in het kader van de voorgenomen buitengewone algemene vergadering.
Bovenlokale context
De provincie Vlaams-Brabant, het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei en de 4 gemeenten Halle, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel en Drogenbos bundelen hun krachten in het strategisch project voor de Zennevallei, waarbij er samen wordt gewerkt aan een veerkrachtige vallei. Een vallei die beter in staat moet zijn om water te bergen en te infiltreren, zuurstof te zuiveren, de bodem te verrijken en de biodiversiteit ondersteunt.
Een belangrijke doelstelling van dit strategisch project is een netwerk van bestaande en nieuwe groene ruimten te realiseren in de vallei van de Zenne.
In een dichtbevolkte regio als de Zennevallei is er immers een grote nood aan publiek toegankelijk groen. Publiek toegankelijk groen in de directe nabijheid van de woonomgeving is zowel een verrijking voor de mens als de natuur.
Met verschillende projecten wil Halle, in samenwerking met de andere gemeenten, een flinke bijdrage leveren aan de ontwikkeling en realisatie van publiek toegankelijk groen in de Vlaamse Rand.
Lokale context
De stadsmonitor van Halle opgemaakt door het Agentschap Binnenlands Bestuur wijst uit dat er in vergelijking met andere steden en gemeenten wel ruimte voor groen aanwezig is in Halle maar de tevredenheid over natuur en groenvoorzieningen behoorlijk onder het Vlaams gemiddelde ligt. De groene zones zijn onvoldoende kwaliteitsvol, bereikbaar, veilig en/of toegankelijk in vergelijking met andere steden en gemeenten in Vlaanderen.
De Bouwmeesterscan die de stad Halle liet uitvoeren in december 2019 onder begeleiding van de Vlaams Bouwmeester gaf dan ook als advies om niet alleen te focussen op het creëren van meer ruimte voor groen en water, maar ook het bestaande groenblauwe netwerk beter leefbaar te maken en om privaat groen publiek toegankelijk te maken.
Binnen de stad is er een grote verstedelijkingsdruk door de bevolkingsgroei en de nabijheid van de hoofdstad. De stad Halle zet daarbij in op verdichting en reconversieprojecten. Echter is er daarnaast aandacht voor een kwaliteitsvolle leefomgeving en (het realiseren van) voldoende toegang tot publieke groene ruimten.
De stad Halle zet sinds enige tijd in op het ontwikkelen van een netwerk van groen-blauwe ruimten en streeft zodoende naar meer en kwalitatiever groen ten behoeve van iedereen.
In het kader van het hogervermeld strategisch project, en met bovenstaand uitgangspunt indachtig, werd gewerkt aan het “Landschapspark Halle". Op basis van de “conceptsubsidie stadsvernieuwingsfonds” werd een landschappelijke visie ontwikkeld voor de omgeving van de Zenne.
Hierbij wordt de Zenne opnieuw als blauwgroene ader centraal gesteld in de stad. Dit vraagt een aanpak op verschillende snelheden, daar sommige projecten meer tijd vragen. De stad Halle, het strategisch project en de partners, zoals de VMM en het ANB, werken gestaag mee aan de uitvoering hiervan.
In deze context werd gewerkt aan het uitvoeringsproject “Zennepad”. Met dit project wil de stad van de omgeving van de Zenne één langgerekt Zennepad maken (concreet: zuiden van Lembeek tot noorden van Buizingen). Aldus kadert voorliggend project binnen het stadontwikkelingsproject “Landschapspark”, dat op haar beurt kadert binnen het strategische project.
Concreet bevindt het projectgebied “Zennepad” zich in het noordelijke segment van het landschapspark Halle, tussen het station van Buizingen en het woonproject Nederhem.
Omschrijving project
De Zenne en het kanaal worden als rode draad geïntegreerd op een groter geheel van wandelwegen en netwerken.
In het projectgebied wordt gewerkt aan het publiek toegankelijk maken van het gebied door de aanleg van een Zennepad, de creatie van een verblijfplek aan de Molen Eizingen en het verhogen van de natuurwaarden.
Concreet zal worden voorzien in de heraanleg en opwaardering van het Zennepad teneinde een veilige en vlotte doorgang voor trage weggebruikers te verwezenlijken. In het natuurgebied rondom het pad – te weten, de percelen langsheen de oever van de Zenne – zal aan natuurontwikkeling worden gedaan door te voorzien in beplanting langsheen de oeverzones.
Er worden kleine landschapselementen en houtkanten aangeplant ter natuurlijke afscherming voor de waardevolle biotopen voor vogels.
Verder stroomafwaarts werd een speelbos aangelegd ter hoogte van de oude molen alsook een Zenneterras met stapstenen waarbij de voorbijganger kan afdalen tot in het stromend water, hetgeen de Zenne en het omliggende gebied meer belevingswaarde geeft.
Kadastrale en omgevingsrechtelijke context
Het projectgebied Zennepad is kadastraal samengesteld uit 16 percelen, gelegen in Halle en kadastraal gekend als: Afdeling 4, Sectie B, nummers: 24Z3, 25C, 26E, 26F, 43C, 52F, 54k, 60L, 1E, 14A, 24B, 39E, 39F, 40K, 40L. Eveneens omvat het projectgebied één onbenoemd perceel.
Alle percelen, met uitsluiting van de percelen 39E en 40L zijn in eigendom van de NMBS. De gronden van de NMBS worden niet allen in hun geheel aangekocht/verworven omdat de percelen samengesteld zijn uit deels infrastructuur voor de spoorwegen en deels natuurgebied. De aankoopprocedure voor het gedeelte natuurgebied is lopende.
Dit voorlopig onteigeningsbesluit heeft bijgevolg specifiek percelen 39E en 40L tot voorwerp. De percelen van de NMBS vallen gezien de voorgenomen aankoop aldus buiten de scope van de onteigening.
Percelen 39E en 40 L zijn volledig bestemd als natuurgebied en dienen wel in hun geheel te worden verworven opdat de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.
Eenmaal de noodzakelijke gronden worden verworven, zal de inrichting van het gebied aangevat worden en zal stad Halle onder meer:
Eveneens wordt bijgedragen tot de doelstellingen van het Landschapspark, te weten;
Voorliggend project omvat een totale oppervlakte van 4,4 hectare aan openbaar groen, waarbij het totale investeringsbedrag werd geraamd op 171.996 euro.
De verwerving van de percelen is in de eerste plaats noodzakelijk met oog op het realiseren van het openbaar toegankelijk en groene Zennepad, en in de tweede plaats ook voor de realisatie van het Landschapspark, gezien het Zennepad hier een onmisbaar en verbindend onderdeel van uitmaakt.
Subsidie Agentschap Natuur en BosHet Agentschap Natuur en Bos, bij monde van bevoegd minister Zuhal Demir, kende de stad een projectsubsidies toe ter realisatie van het Zennepad. Dit gebeurde via Ministerieel Besluit van 17 december 2020.
Als motivering voor de toekenning van de subsidie werd onder andere aangehaald dat het project kadert in het project Natuur in je Buurt, welk bijdraagt aan de realisatie van het Groen Stedengewest en de realisatie van de doelstellingen van het flankerend beleid van GRUP “Vlaams Strategisch Gebied Brussel”.
De subsidie is bestemd om enerzijds een startoverleg te organiseren met de betrokken partners, en anderzijds om navolgende 16 percelen – met een totaal te verwerven oppervlakte van 43.543 vierkante meter – gelegen in Halle, (deels) te verwerven: 24Z3, 25C, 26E, 26F, 43C, 52F, 54k, 60L, 1E, 14A, 24B, 39E, 39F, 40K, 40L en 1 onbenoemd kadastraal perceel. Dit laatste in functie van de realisatie van openbaar toegankelijk groen overeenkomstig het project.
Door het Agentschap Natuur en Bos werd een subsidiebedrag toegekend van € 85.998.
Minnelijke verwervingspogingen
Met het oog op de verwezenlijking van het projectgebied Zennepad, werd besloten over te gaan tot de aankoop van de benodigde percelen.
Het stadsbestuur ondernam vervolgens verschillende pogingen teneinde tot een minnelijke verwerving van deze percelen te komen.
Vooreerst werden met de NMBS onderhandelingen opgestart omtrent de minnelijke verwerving van de noodzakelijke percelen. Deze onderhandelingen zijn momenteel nog lopende, met een bereidheid tot verkoop.
Voorts werden onderhandelingen opgestart met de private eigenaar van de percelen, kadastraal gekend als Afdeling 4, sectie B, nrs. 39E en 40L. Een eerste aankoopvoorstel, uitgaande van de stad, werd op 6 april 2022 geweigerd door de eigenaar, daar de schattingsprijs naar zijn mening te laag was.
Hierop besliste het college op 26 augustus 2022 principieel het initiële voorstel te verdubbelen als tegenvoorstel teneinde een kostelijke en langdurige onteigeningsprocedure te vermijden.
De eigenaar liet echter weten dit laatste voorstel niet te kunnen aanvaarden.
Bijgevolg is de gemeente er niet in geslaagd om met alle eigenaars van de in te nemen gronden een akkoord te bereiken. Concreet kan geen akkoord worden bereikt met de eigenaars van de percelen, kadastraal gekend als Afdeling 4, Sectie B, nummers 39E en 40L.
Gelet hierop dient alsnog overgegaan te worden tot een onteigeningsprocedure, opdat de percelen 39E en 40L kunnen worden verworven.
Enkel op die manier kan het “project Zennepad” immers gerealiseerd worden.
Omschrijving te onteigenen gronden
Krachtens art. 10, §1, 1° van het Vlaamse Onteigeningsdecreet dient het voorlopig onteigeningsbesluit een omschrijving te geven van de te onteigenen onroerende goederen of de te onteigenen zakelijke rechten.
De te onteigenen percelen zijn geografisch gelegen in de oostelijke stadsrand van Halle. De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing, industrie, handel en diensten. De toegang tot de grond verloopt via een uitgeruste weg.
De percelen zijn kadastraal gekend onder het nummer:
Op het bijgevoegde onteigeningsplan van 17 augustus 2023 worden deze percelen aangeduid als INNAME 1 en 2.
De vorm van de grond is veelhoekig en het terrein kent een hellend reliëf.
De te onteigenen gronden worden door het Bijzonder Plan van Aanleg “Roggemanskaai”, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 12 september 2006, bestemd als “natuurgebied” met overdruk “zone voor Zenne/beek en strook non – aedificandi”.
De bestemming als natuurgebied impliceert dat de te onteigenen gronden zijn bestemd voor “het behoud, het herstel, de bescherming en de versterking van het bestaande landschap, de natuurlijke levensgemeenschappen en de beken” (artikel 42 BPA Roggemanskaai). Enkel deze werken noodzakelijk voor het herstel, het behoud, en/of de versterking van de natuurlijke waarden zijn toegelaten in deze zone.
De bestemming als zone voor Zenne/beek en strook non – aedificandi impliceert dat langs beide zijden van de waterloop een buffer van 5 meter ten opzichte van de snijding van de talud en het horizontaal maaiveld wordt voorzien met een erfdienstbaarheidzone voor het onderhoud van de waterloop.
Het perceel 40L beschikt verder over een P – score “C” (kleine kans op overstroming) en het perceel 39E over een P – score “D” (middelgrote kans op overstroming).
Het bodemtype van de gronden is leembodem. De grond is geen beschermd grasland.
De Vlaamse Waterweg NV heeft een recht van voorkoop op de betrokken percelen.
Over de te onteigenen gronden loopt een voetweg. Concreet gaat het over “Sentier nummer 16” zoals deze werd opgenomen in de Atlas der Buurtwegen.
I. Onteigenende instantie
Krachtens artikel 10, § 1, 2° Vlaams Onteigeningsdecreet, dient het voorlopige onteigeningsbesluit de onteigenende instantie te vermelden.
In casu zal de stad Halle, met bestuurszetel te Oudstrijdersplein 18, 1500 HALLE en ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0207.535.458, als onteigenende instantie optreden.
Zij beschikt daartoe over de vereiste onteigeningsbevoegdheid, conform artikel 6, 1° van hetzelfde decreet, dat expliciet bevoegdheid toekent aan de gemeenten en steden om tot onteigening over te gaan en dit zonder dat hier een onteigeningsmachtiging van een hogere overheid dient te worden bekomen.
II. Rechtsgrond voor onteigening
Op grond van artikel 3, § 2 van het Vlaamse Onteigeningsdecreet en overeenkomstig artikel 16 van de Grondwet is onteigening slechts mogelijk indien daartoe een uitdrukkelijke wettelijke of decretale rechtsgrond is voorzien. Overeenkomstig artikel 10, § 1, 3° van het Vlaamse Onteigeningsdecreet dient deze rechtsgrond opgenomen te zijn in het voorlopige onteigeningsbesluit.
Voorliggend onteigeningsplan vindt haar wettelijke grondslag in artikel 7 Vlaamse Onteigeningsdecreet, op basis waarvan gemeenten en steden kunnen overgaan tot onteigening in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
Voorliggende onteigening heeft tot doel in een openbaar toegankelijk groen pad te voorzien dat aansluit op een groter geheel van wandelwegen en netwerken, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat het Zennepad kadert binnen het “project Landschapspark” dat op haar beurt kadert binnen het strategisch project ‘Zennevallei, in transitie naar een veerkrachtige ruimte’.
Om een groter netwerk van groen-blauwe ruimten te realiseren en in te zetten op meer en beter kwalitatief groen ten behoeve van iedereen, is het noodzakelijk dat de volledige verbinding kan worden gemaakt, onder meer aan de hand van het Zennepad. Als de twee voorliggende percelen niet kunnen worden verworven, ontbreekt een cruciaal verbindingselement in het hele netwerk van projecten.
Aldus is de onteigening noodzakelijk voor de uitwerking van de gemeentelijke infrastructuur dan wel het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
III. Onteigeningsdoel van algemeen nut
Artikel 16 Grondwet bepaalt dat niemand van zijn eigendom kan worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen een billijke en voorafgaande schadeloosstelling.
Dit wordt tevens door artikel 3 van het Vlaams Onteigeningsdecreet bevestigd. Artikel 10, § 1, 4° van datzelfde decreet stelt dat de omschrijving van het onteigeningsdoel van algemeen nut dient te worden opgenomen in het voorlopig onteigeningsbesluit.
Uit de memorie van toelichting van bovenvermeld decreet kan inzake de verplichting tot het omschrijven van het doel van algemeen nut worden afgeleid dat een vermoeden van openbaar nut bestaat, wanneer het te onteigenen goed een bestemming van openbaar (groen) gebruik zal krijgen. Dit betekent dat het goed (on)rechtstreeks gebruikt zal worden door een onbepaald en variabel aantal mensen en dit op niet-exclusieve wijze. Indien hieraan wordt voldaan, geldt een minder zware motiveringsplicht wat betreft het algemeen nut.
Voorliggende onteigening strekt tot de realisatie van een openbaar en toegankelijk groen pad dat aansluit op een groter geheel van wandelwegen en netwerken met een speelbos en het zogenaamde “Zenneterras” en met verschillende zones voor natuurgebied, allen elementen welke op niet – exclusieve wijze ten goede komen van een onbepaald en variabel aantal mensen.
De onteigening dient aldus het algemeen belang, zijnde het gebruik en genot van het projectgebied – meer specifiek – het Zennepad en omliggende natuurgebieden en recreatievoorziening, door een onbepaald en variabel aantal mensen op niet – exclusieve wijze.
Voorts valt ook uit het Ministerieel Besluit van 17 december 2020 houdende de toekenning van een projectsubsidie aan de stad Halle voor het uitvoeren van het groenproject in het kader van het Vlaams Strategisch Gebied Brussel: “Landschapspark Halle – Zennepad”, af te leiden dat het project volgende doelstellingen van algemeen belang nastreeft:
Dit vormt het onteigeningsdoel van algemeen nut.
IV. De onteigeningsnoodzaak
Krachtens artikel 10, § 1, 5° van het Vlaams Onteigeningsdecreet, dient de omschrijving en de motivering van de onteigeningsnoodzaak in het voorlopig onteigeningsbesluit te worden opgenomen.
Daarenboven stelt artikel 3, § 3 van hetzelfde decreet dat de noodzaak betrekking heeft op 3 specifieke elementen, i.e. (i) het doel van de onteigening, (ii) de onteigening als middel en (iii) het voorwerp van de onteigening.
i. De noodzakelijkheid van het doel
De vereiste van de noodzakelijkheid van het doel impliceert dat de doelstelling van de onteigening een dwingende reden van algemeen belang dient uit te maken.
In dat opzicht kan worden herhaald dat voorliggende onteigening tot doel heeft te voorzien in een openbaar toegankelijk groen pad dat aansluit op een groter geheel van wandelwegen en netwerken, daarbij rekening houdende met het feit dat het Zennepad kadert binnen het project Landschapspark dat op haar beurt kadert binnen het strategisch project ‘Zennevallei, in transitie naar een veerkrachtige ruimte’.
Om een groter netwerk van groen-blauwe ruimten te realiseren en in te zetten op meer en beter kwalitatief groen ten behoeve van iedereen, is het noodzakelijk dat de volledige verbinding kan worden gemaakt, onder meer aan de hand van het Zennepad.
Enkel en alleen wanneer de te onteigenen gronden worden verworven door de stad, zal de inrichting van het gebied kunnen worden aangevat en zal kunnen worden overgegaan tot de verwezenlijking van de volgende doelstellingen van algemeen belang:
Verder is de verwerving va de te onteigenen gronden noodzakelijk ter verwezenlijking van navolgende doelstellingen van het Landschapspark, te weten;
Daar voorliggend project eveneens voorziet in de opwaardering en heraanleg van het Zennepad, moet eveneens de creatie van een veiligere en vlotte doorgang voor trage weggebruikers langsheen het Zennepad worden aanzien als een doelstelling van algemeen belang dewelke wordt nagestreefd door de onteigening.
De noodzaak van deze doelstellingen blijkt uit onder meer de stadsmonitor voor de stad Halle, waaruit blijkt dat nog over onvoldoende kwaliteitsvolle groene zones wordt beschikt. Om in een kwaliteitsvolle leefomgeving te kunnen voorzien dient er voldoende toegankelijke publieke groene ruimte te worden gerealiseerd.
Zodoende zijn de nagestreefde doelstelling van algemeen nut noodzakelijk.
ii. Noodzakelijkheid onteigening als middel
De noodzakelijkheid van de onteigening als middel impliceert dat er geen alternatief bestaat voor het gebruik van de onteigeningsdwang. Aldus dient te worden aangetoond dat er werd getracht de te onteigenen goederen op minnelijke wijze te verwerven.
Zoals hierboven aangehaald werden door de stad ettelijke onderhandelingspogingen ondernomen om de betrokken percelen op minnelijke wijze te verwerven. Ondanks de initiatieven van de stad werd met de betrokken eigenaars niet tot een akkoord gekomen.
Aldus vormt de onteigening van de betrokken percelen de enige mogelijke piste om de realisatie van de dwingende doelstellingen van algemeen belang te bekomen.
iii. Noodzakelijkheid van het betrokken goed
De te onteigenen gronden (INNAMES 1 t.e.m. 2) zijn essentieel om voornoemde doelstellingen van algemeen nut te realiseren.
Om een groter netwerk van groenblauwe ruimten te realiseren en in te zetten op meer en beter kwalitatief groen langsheen de Zenne, ten behoeve van iedereen, is het noodzakelijk dat de volledige verbinding kan worden gemaakt tussen Lembeek – Zuid en Buizingen, onder meer aan de hand van het Zennepad.
Als de twee te onteigenen gronden niet kunnen worden verworven, ontbreekt een uitermate cruciaal (verbindings-)element in het hele netwerk van projecten, zoals wordt weergegeven op onderstaande kaart:
In eerste instantie zijn de te onteigenen gronden aldus essentieel voor de realisatie van het bovenlokale “strategisch project Zennevallei”.
De te onteigenen percelen zijn verder gelegen langsheen de Zenne en zijn heden ten dage ingericht als (niet toegankelijk) bos. De bosgronden worden momenteel onvoldoende onderhouden om te kunnen functioneren als openbaar bos/natuurgebied. Eveneens loopt het hedendaagse “Zennepad” over de betrokken percelen.
Daar het “projectgebied Zennepad” de algehele opwaardering van het Zennebekken en het Zennepad tussen Buizingen en het woonproject Nederhem nastreeft, dienen de te onteigenen gronden integraal te worden onteigend teneinde deze doelstelling te bereiken.
De te onteigenen percelen vormen daarnaast een belangrijke schakel – als het ware de toegangspoort – van het “projectgebied Zennepad”, waarbij de verwezenlijking van het integrale project geenszins mogelijk is zonder de inname van de te onteigenen gronden.
De noodzakelijkheid van de betrokken goederen wordt ook bevestigd door het Ministerieel Besluit van 17 december 2020 houdende de toekenning van een projectsubsidie aan de stad Halle voor het uitvoeren van het groenproject in het kader van het Vlaams Strategisch Gebied Brussel: “Landschapspark Halle – Zennepad”, daar de subsidie werd toegekend voor “de verwerving van 16 percelen (deels), gelegen in Halle, (…), 39E, (…), 40L in functie van de realisatie van het openbaar groen” (artikel 4, 2° MB).
Dit laatste bevestigt dat de verwerving van de integrale percelen noodzakelijk is voor de verwezenlijking van voorliggend project.
Aldus is de inname van de percelen noodzakelijk om de vooropgestelde dwingende doelstellingen van algemeen belang te verwezenlijken.
V. De minnelijke onderhandelingstermijn
Overeenkomstig art. 10, §1, 6° Vlaamse Onteigeningsdecreet, dient het voorlopig onteigeningsbesluit een minnelijke onderhandelingstermijn te bevatten. Dit betreft de geraamde termijn van maximaal één jaar waarbinnen de onderhandelingsplicht van toepassing is.
Concreet wordt de minnelijke onderhandelingstermijn van voorliggend onteigeningsinitiatief vastgesteld op 2 maanden. Dit om de reden dat het gaat over slechts twee innames van percelen dewelke in eigendom zijn van dezelfde eigenaar. Ook werden eerdere pogingen ondernomen om het perceel te verwerven, zodat een langere onderhandelingstermijn niet noodzakelijk wordt geacht.
De eigenaar zal in kennis gesteld worden van deze onderhandelingstermijn, waarna deze een aanvang neemt.
VI. Financiële weerslag
Voor Halle zijn er in eerste instantie enkele operationele kosten te verwachten, zoals de publicatie van het bericht in het Belgisch Staatsblad, … evenals de kosten voor de uiteindelijke verwerving dan wel onteigening van de in te nemen gronden.
Voor deze laatste dient verwezen naar het gedetailleerd schattingsverslag opgesteld door landmeter-expert Klaas Claeyssens (LAN071310) namens Claeyssens en Couckuyt BV dd. 22 mei 2023.
De totale onteigeningsvergoeding voor INNAMES 1 en 2 werd in dit schattingsverslag geraamd op 24.368,80 euro ten laste van de stad Halle.
Kredieten beschikbaar, bestelbonnen nog op te maken.
De gemeenteraad keurt het voorlopig onteigeningsbesluit en de projectnota goed en stelt het onteigeningsplan “Project Zennepad” van 17 augustus 2023 zoals opgemaakt door beëdigd landmeter – expert Joren Barbé voorlopig vast.
Het voorlopig goedgekeurde onteigeningsplan zal het voorwerp uitmaken van een openbaar onderzoek en zal ter inzage worden gelegd in het stadhuis, conform het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek en het voorafgaandelijk verwittigen van de eigenaar van de in het onteigeningsplan betrokken percelen.
Na het openbaar onderzoek wordt het dossier voor definitieve vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast om op basis van het schattingsverslag een minnelijk aanbod te doen aan de eigenaar, en desgevallend onteigeningsonderhandelingen te voeren met de eigenaar van de twee in het onteigeningsplan opgenomen percelen, met het oog op de minnelijke verwerving van de vereiste inname.
Dit binnen de onderhandelingstermijn van 2 maanden, die ter kennis wordt gebracht aan de eigenaars.
De bewoner van de boerderij met adres Kruiskensheide 58 heeft een aantal landbouwgronden/weilanden in het verlengde van de Kruiskensheide.
De boerderij is de laatste woonst in de straat en toegankelijk via een private weg/voetweg A56.
Naast zijn eigendom liggen er enkel akkers en weilanden. Als hij met tractor en kar terugkomt van het veld, kan hij niet indraaien op zijn eigendom door de geparkeerde auto's.
In de Kruiskensheide is er net voor de voetweg A56 een parkeerstrook voor een aantal wagens aangebracht.
In principe mag men niet parkeren op minder dan 5 meter van een kruispunt. Hier wordt dit door middel van verkeerstekens wel toegelaten. We stellen voor om het parkeren toe te laten tot op 5 meter van het kruispunt.
Het verkeersbord E9e dient dan verplaatst te worden tot op een afstand van 5 meter van het kruispunt.
- Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
- Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
- Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
- Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2023.
De parkeerstrook in de Kruiskensheide ter hoogte van voetweg A56 wordt een 5-tal meter ingekort.
Gelet op de hoogdringendheid wordt deze maatregel, in afwachting van een definitieve beslissing van de gemeenteraad, als tijdelijke maatregel reeds ingevoerd onmiddellijk na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door het verplaatsen van het verkeersbord E9e in de Kruiskensheide ter hoogte van het kruispunt met voetweg A56 een 5 tal meter te verplaatsen, weg van het kruispunt.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
De gemeenteraad besliste op 28 juni 2016 om een lengtebeperking in te voeren voor alle straten van het historisch ei, waaronder de Brusselsesteenweg. We stellen vast dat deze lengtebeperking van 8m op de Brusselsesteenweg niet voldoende wordt gerespecteerd.
De plaatsing van twee borden die tijdig waarschuwen voor de lengtebeperking is aldus aangewezen.
Het verkeersbord op de hoek van de Brusselsesteenweg en de Auguste Demaeghtlaan, dat de lengtebeperking signaleert, is pas zichtbaar op het ogenblik dat vrachtwagens de beweging richting Brusselsesteenweg maken, en dit zowel komende van als richting het Bevrijdingsplein. Na overleg met de politie wordt voorgesteld bijkomende waarschuwingsborden te plaatsen om bestuurders van voertuigen van meer dan 8 meter de gelegenheid te geven hun traject aan te passen.
We stellen voor om twee extra bordopstellingen te plaatsen die de lengtebeperking geldende op de Brusselsesteenweg signaleren, en dit ter hoogte van Auguste Demaeghtlaan 7 en ter hoogte van Brusselsesteenweg 107.
- De wet betreffende de politie over het wegverkeer.
- Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
- Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
- Het decreet lokaal bestuur.
- Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2023.
Op de Auguste Demaeghtlaan en Brusselsesteenweg ter hoogte van het kruispunt met Jean Jacminstraat worden verkeersborden in functie van de lengtebeperking geldende voor de Brusselsesteenweg geplaatst.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door:
- het plaatsen van een verkeersbord C31b met onderbord "+8m" ter hoogte van Auguste Demaeghtlaan huisnummer 7,
- het plaatsen van een verkeersbord C31a met onderbord "+8m" ter hoogte van Brusselsesteenweg huisnummer 107.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
Op 7 februari 2020 besloot het college van burgemeester en schepenen een plan van aanpak goed te keuren over het parkeergebeuren in Halle waarin o.a. ervoor werd gekozen om in de huidige legislatuur te focussen op locaties De Bres en het stadsmagazijn voor de realisatie van stads(rand)parkings. In hetzelfde besluit werd ook besloten om een ondersteunend parkeerbeleid uit te werken in het binnengebied van Halle wat resulteerde in een concessie voor het beheer van het parkeren.
Een eerste concessie liep van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022. De huidige concessie loopt van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023. Voor de nieuwe concessie vanaf 1 januari 2024 werd een nieuw concessiedocument uitgewerkt.
De concessieovereenkomst voor het beheer parkeren 2024-2025 omvat het beheer van het parkeren op grondgebied van Halle :
Aan de inschrijver wordt gevraagd een financieel voorstel te doen met o.a. een vaste en een variabele jaarlijkse concessievergoeding voor de stad Halle. De voorziene duur van de opdracht loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 met mogelijkheid tot eventuele stilzwijgende verlenging met maximaal één jaar. De einddatum na verlenging is in dat geval 31 december 2026.
De concessieopdracht omvat o.a.:
De raming van de waarde van de concessie bedraagt 4.730.000 euro inclusief eventuele verlenging.
Het gaat hier over ontvangsten voor de stad. De concessie oproep kan zeker worden gestart.
Het concessiedocument en de raming betreffende de concessie voor het beheer van het parkeren 1/1/2024 – 31/12/2025 in Halle worden goedgekeurd.
Bij bouwwerkzaamheden kan er schade optreden door het intensief gebruik van het openbaar domein ter hoogte van de bouwplaats.
Met het waarborgreglement wordt er een plaatsbeschrijving gevraagd voor de start van de werken en een waarborgbedrag ten einde herstellingen aan het openbaar domein te kunnen uitvoeren. Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 28 oktober 2022 naar aanleiding van bedenkingen vanwege de financiële dienst omtrent het nut en meerwaarde van een waarborgregeling de beslissing om het stellen van een financiële waarborg in het reglement in te schrijven.
Daarnaast besliste het college van burgemeester en schepenen in zitting van 20 januari 2023 inzake borgstellingen ten voordele van stad of OCMW te werken via de E-depo toepassing op de website van de overheidsdienst financiën MyMinfin.
Elke bouwheer is verplicht om het openbaar domein, na beëindiging van de werken, in dezelfde staat achter te laten als voor aanvang ervan. Als de bouwheer nalaat de schade, van welke aard dan ook, die toegebracht werd aan het openbaar domein door vergunnings- of meldingsplichtige werken, te herstellen, zullen de stedelijke diensten overgaan tot herstel van de schade.
Omwille van het bewaren van de goede toestand van het openbaar domein bij bouwwerkzaamheden is het nodig de modaliteiten in een waarborgreglement vast te leggen. Het koppelen van deze waarborg aan een plaatsbeschrijving biedt een objectieve basis om de kost van de herstellingswerken te kunnen verhalen op de opdrachtgever van de bouwwerkzaamheden.
Reglement koppelen omgevingsvergunningen en stedenbouwkundige meldingen
De waarborgregeling wordt gekoppeld aan zowel omgevingsvergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen als meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen. Een kenmerk van een melding voor stedenbouwkundige handelingen is dat aanvragers kunnen starten de dag na de betekening van de beslissing.
Het departement omgeving stelt hierover het volgende: "Is de uitvoering van de gemelde handelingen sowieso niet onder voorbehoud van andere regelgeving zoals een gemeentelijk reglement? Ik denk niet dat je de start van de uitvoering van de handelingen expliciet als voorwaarde aan een melding kan koppelen. Is er geen mogelijkheid om de aanmelder er wel attent op te maken in een begeleidende brief?"
In navolging van dit advies zal aan de omgevingsvergunning en afgeleverde stedenbouwkundige meldingen een begeleidende nota gevoegd worden waarin gewezen wordt op de modaliteiten van dit waarborgreglement.
Plaatsbeschrijving
De plaatsbeschrijving dient opgemaakt voor de start van de werken.
Deze plaatsbeschrijving kan opgemaakt worden door de opdrachtgevers van de omgevingsaanvragen zelf of door hun architect, beëdigd landmeter, de aannemer, begeleider... Hiertoe zal een webpagina aangemaakt worden waar men een beschrijving en de nodige documenten en foto's kan opladen. Wanneer deze plaatsbeschrijving te vaag of onduidelijk is wordt er in het reglement vanuit gegaan van een onbeschadigde staat van het openbaar domein.
Waarborg
De waarborg wordt bepaald op 500 euro.
Er werd beslist voor wat betreft waarborgregelingen ten bate van de stad te werken met e-DEPO. Om burgers hiermee te helpen en hen de nodige info te verschaffen werd hiervoor een webpagina aangemaakt: www.halle.be/borg.
Melding einde der werken
Op eenzelfde webpagina waar men de plaatsbeschrijving op ingegeven heeft kunnen de burgers het einde van de werken melden waarna de dienst GWA na controle ter plaatse beslist over de teruggave van de borg.
De gemaakte onkosten zullen in mindering gebracht worden van de borgsom overeenkomstig het gemeentelijk retributiereglement. In voorkomend geval wordt een bijkomend bedrag voor de herstellingswerken aan het openbaar domein gevorderd.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40§3: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Beslissingen college van burgemeester en schepenen van 28 oktober 2022, 20 januari 2023 en 14 juli 2023.
De opdrachtgever is verplicht de waarborg te storten via de digitale applicatie e-DEPO.
Met ingang van 1 oktober 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt voor de aanvang van vergunningsplichtige en meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen waarbij fysieke toegang van op de openbare weg tot de plaats van de handeling vereist is, een waarborg geheven teneinde herstellingen van het openbare domein te kunnen uitvoeren indien dit na afloop van de werken beschadigd zou zijn.
Het betreft volgende handelingen:
1. Bouwen, verbouwen, herbouwen, slopen, plaatsen van gebouwen en constructies, al dan niet ondergronds;
2. Terreinaanlegwerken (ontbossen, reliëf wijzigen, een grond aanleggen of inrichten);
3. Bomen vellen.
Volgende handelingen zijn vrijgesteld van het waarborgreglement:
De waarborg is verschuldigd door de opdrachtgever van de stedenbouwkundige handeling of melding.
Het bedrag van de waarborg wordt vastgesteld op 500 euro per vergunning of melding.
De opdrachtgever is verplicht om, vóór de aanvang van de werken, een plaatsbeschrijving van het openbaar domein (weg, groen, signalisatie, voetpad, fietspad, nutsvoorzieningen, openbare verlichting,…) ter hoogte van de bouwplaats te laten opstellen door een beëdigd landmeter, de architect, de aannemer of deze zelf te maken en deze te bezorgen aan de dienst Wegen, Groen en Afval, via digitaal formulier.
De plaatsbeschrijving is een verslag van de toestand van de openbare wegenis waarin de reeds aanwezige mankementen fotografisch vastgelegd en beschreven worden. De fotoreportage bestaat uit genummerde foto’s vanuit verschillende kijkrichtingen. De plaats van de genomen foto’s wordt met hun nummer aangeduid op een bij te voegen inplantingsplan. Aan de hand van dit verslag wordt later nagegaan of bepaalde schade al bestond voor aanvang der werken.
Indien er geen plaatsbeschrijving wordt ingediend, wordt er geacht dat het openbaar domein zonder schade is voor aanvang der werken. Elke schade aan het openbaar domein wordt dan verhaald op de opdrachtgever.
De opdrachtgever is verplicht de waarborg te storten via de digitale applicatie e-DEPO met vermelding van het omgevingsvergunningsnummer en verwijzing naar het waarborgreglement. De werkwijze wordt uitgelegd op de webpagina: www.halle.be/borg.
De opdrachtgever moet na het beëindigen van de bouwwerken de waarborg terugvragen via het daarvoor bestemde formulier op de website van de gemeente. Indien de openbare weg zich nog in de oorspronkelijke staat van voor de werken bevindt, wordt de waarborg terug vrijgegeven.
Indien dit niet het geval is, wordt de waarborg verminderd met de door het bestuur gemaakte herstelkosten. Indien de waarborg niet zou volstaan om de herstelkosten te dekken, wordt een bijkomende vordering aan de opdrachtgever overgemaakt overeenkomstig het gemeentelijk retributiereglement.
De waarborg dient ten laatste 5 jaar na het storten te worden teruggevraagd. Niet teruggevraagde waarborgen worden in het begin van het kalenderjaar, volgend op de uiterste datum van terugvragen, overgeboekt naar de rekening van de gemeente, na advies van de dienst Stadsontwikkeling. De waarborg kan op verzoek van de dienst Stadsontwikkeling langer worden gehouden.
Eén jaar voor het verstrijken van de hierboven vermelde 5-jarige termijn zal de gemeentelijke financiële dienst de waarborgstellers van de nog niet teruggevorderde waarborgen hiervan in kennis stellen. De waarborgen zijn echter definitief verworven door de gemeente indien de 5 jaar na stellen van de waarborgen verstreken zijn en deze niet zijn terug gevorderd, zelfs indien de verwittiging door de gemeentelijke financiële dienst om een of andere reden niet zou zijn gebeurd.
Het college van burgemeester en schepenen beslist op 8 mei 2020 tot de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijke Uitvoeringsplan De Bres.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Bres wordt opgemaakt om het ruimtelijk juridische kader te scheppen ter uitvoering van volgende beleidsbeslissingen:
Om alle doelstellingen mogelijk te maken is er nood aan de aanpassing van het huidige juridisch kader, namelijk de bepalingen van de bestaande bijzondere plannen van aanleg (B.P.A.’s) en het bestaande RUP. Sommige stedenbouwkundige voorschriften zijn achterhaald en ook dienen enkele bestemmingszones aangepast te worden, zoals bijvoorbeeld de intekening van enkele parkeerzones en de zone voor het sportcomplex.
Het RUP ‘De Bres’ zal het B.P.A. ‘Recreatiezone De Bres’ en een klein deel van het B.P.A. ‘De Bres’ en van het RUP ‘Parklaan-Zenne-Vondel’ vervangen.
De opdracht werd begeleid door het studiebureau Omgeving cv tot de fase van het voorontwerp. De samenwerking werd op 8 augustus 2022 stopgezet. Bij beslissing van 4 november 2022 werd het studiebureau D+A nv aangesteld voor het herwerken en verderzetten van het dossier.
A. Doelstellingen:
De doelstellingen die worden vooropgesteld bij de uitwerking van het RUP De Bres zijn volgende:
Daarnaast wordt het voorkeursalternatief van de Open Oproep opgemaakt door TV BEL ARCHITECTEN — CRIT. ARCHITECTEN — TIJD & VLIJT — BE GREISCH — STREAM & RIVER binnen het RUP geïntegreerd. Dit kan in vijf heldere actiepunten gesynthetiseerd worden:
1. Maximaliseren groene en blauwe ruimte
Binnen de perimeter van het plangebied is de meest ideale en ecologisch performante groen/blauwe ruimte gedefinieerd. Deze permeabele stadsruimte zal nieuwe zuurstof en herkenbaarheid geven aan Halle, alsook een schakel vormen binnen het Landschapspark Lembeek- Buizingen. Dankzij een aangepaste rivierlogica (7 meanders) ontstaat er een gul en toegankelijk Zennelandschap.
2. Een publieke architectuur
Het huidige sportcentrum is ‘weggestopt’, zowel onder zijn overmaats dak als in de oksel van een woonweefsel. Dit is een oneigenlijke situatie die veel achterkanten en non-ruimtes creëert. In het voorkeursalternatief is de sportinfrastructuur niet langer een perifere maar een centrale en herkenbare plek in het Haller Zennepark. Het nieuwe sportcentrum vormt een connector tussen het Possozplein en de verlengde Zenne. Deze architectuur wil een publieke landmark zijn, niet gratuit of opvallend, maar een herkennings- en ontmoetingspunt voor allen.
3. Hergebruik hoofdstructuur DE BRES / mobiliteit
De robuuste draagstructuur van DE BRES is interessant voor hergebruik, zij het niet als sportinfrastructuur. Het voorkeursalternatief ziet hier een unieke kans om het mobiliteitsvraagstuk kordaat aan te pakken. Het planvoornemen voorziet om de hoofstructuur van DE BRES om te vormen tot geconcentreerde parkeervoorziening, die eenvoudig kan worden geherprogrammeerd (markten, diensten, gemeenschapsfuncties). Zo wordt ook het verkeer uit het Zennepark gehouden.
4. Inbreidingsproject M. Senciestraat en L. Thibautstraat
In voorliggende visie wordt de voorziene (private) woonuitbreiding aan de M. Senciestraat stedenbouwkundig gesynthetiseerd met het hergebruik van de DE BRES structuur. Zo kan er één sterk stedelijk ensemble ontstaan aan het Zennepark, zonder onnodige achterkanten.
5. Een optimale fasering
De voorgestelde projectonderdelen – water / landschap / architectuur – gaan gepaard met een uitgekiende fasering, zonder timing conflicten. Het wordt belangrijk bevonden dat de huidige sporthal zo lang mogelijk kan blijven functioneren voor de Hallenaren (en geen twee jaar dicht moet tijdens de werken). Er wordt in de planning daarenboven rekening gehouden met parallelle dossiers zoals aanleg Leidepark, Possozplein, Nederhembrug, Parkbrug, Zenne-siphon, knip Leideweg, verwijderen Slingerweg en installatie Sluiscomplex.
B. Proces
Het proces bevat een 5-tal fasen en een definitieve vaststelling. In het document 'procesnota versie definitieve vaststelling' wordt het doorlopen proces weergegeven.
Bij de aanpassing van het RUP na de keuze van de voorkeursvariant werd de procedure hernomen vanaf fase 3.
B1 Proces 1
Deze fase resulteerde in het document 'ontwerpend onderzoek rup De Bres, april 2021' - zie bijlage 3 bij toelichtingsnota_ontwerp_RUP_23027°214_00009_00001_AD_VV_3.
Deze fase resulteerde in een opgemaakte startnota die voorwerp uitmaakte van een publieke consultatie - zie bijlage 'startnota_versie publieke raadpleging'. De publieke consultatie omtrent de start- en procesnota vond plaats van 10 mei tot 8 juli 2021. Dit betrof een uitgebreid participatiemoment met info-panelen op de site De Bres, een specifieke internetpagina www.halle.be/rup-de-bres evenals een webinar die plaats vond op 19 mei 2021. De adviezen en reacties werden gebundeld in het document - zie hiervoor 'bijlage 4 scopingsnota versie december 2022 RUP_23027_214_00009_00001_AD_SP_4'.
De scopingsnota (zie bijlage 'scopingsnota versie februari 2022_20080_TK_005_scopingsnota_versie 2') werd voorgelegd aan de dienst MER die dd.23.03.2022 oordeelde dat het voorliggende plan geen plan-MER noodzaakte.
Omtrent het voorontwerp werd een plenaire vergadering georganiseerd op 9 maart 2022 - zie bijlage 'verslag plenaire vergadering 9 maart 2022 met adviezen'.
B2 Proces 2
Parallel aan de opmaak van het RUP werd een wedstrijd georganiseerd om de nieuwe invulling van de sportinfrastructuur alsmede het Zennepark te concretiseren. Daarbij mocht worden afgeweken van een aantal krachtlijnen van het RUP mits motivatie.
Het college van burgemeester en schepenen gunde op 17 juni 2022 de opdracht aan aan de tijdelijke maatschap BEL ARCHITECTEN BVBA – CRIT./Peter Swinnen – Bureau d'Etudes Greisch nv – Stream And River Consult – BVBA TIJD EN VLIJT
Uit de wedstrijd dienden zich nieuwe opportuniteiten aan voor een toekomstgerichte en duurzame ontwikkeling van het plangebied. Er werd besloten om het RUP bij te sturen om de nieuwe opportuniteiten uit het wedstrijddossier maximaal te kunnen integreren. De filosofie van het beginproces blijft weliswaar bewaard maar de invulling op het terrein wordt bijgestuurd.
De afwijkingen ten opzichte van het ontwerp zoals opgemaakt binnen het hierboven in deel B1 geschetste proces en motiveringen kunnen als volgt worden samengevat:
1. de Zenne zal meer meanderend door het plangebied worden aangelegd;
2. het Zennepark krijgt een gelaagde / getrapte uitstraling;
3. het bouwblok M. Senciestraat-L. Thibautstraat-Brusselsesteenweg wordt vervolledigd waarbij de private ontwikkeling aan de Senciestraat wordt gecombineerd met een gedeeltelijk hergebruik van de structuur van de bestaande bebouwing van De Bres;
4. de hoofdstructuur van De Bres wordt behouden en ingezet als parkeergebouw met mogelijkheid om hier (op termijn) alternatieve programmering te voorzien (buurtwinkel, marktjes, co-working, enz.). Van een ondergrondse parking binnen het plangebied is dus niet langer sprake. Dergelijke ondergrondse parking heeft als belangrijk nadeel dat er moeilijk een (beleefbare) alternatieve invulling kan voorzien worden;
5. grenzend ten zuidoosten van de structuur van De Bres wordt een nieuw volume opgericht waarin nagenoeg alle sportinfrastructuur wordt ondergebracht op drie gestapelde niveaus. Hierbij zal het derde niveau verscheidene buitensportvelden herbergen (op het dak van het op te richten volume);
6. een nieuwe brug voor traag verkeer (stappers en trappers) over de Zenne en het kanaal Charleroi-Brussel zal het op te richten volume voor sportinfrastructuur als wel het Zennepark verbinden met de nieuwe stationsbuurt.
Fase 3bis Scopingsnota
Het aangepast voorontwerp en de aangepaste scopingnota werden door het college van burgemeester en schepenen voorwaardelijk goedgekeurd op 2 december 2023. Het dossier werd bijgestuurd op basis van het collegebesluit.
In het kader van de herneming van het RUP werd het dossier vervolgens opnieuw voorgelegd aan team MER met de vraag of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk was (adviesvraag 2). Team MER oordeelde op 16 januari 2023 dat er geen plan-MER diende te worden opgemaakt. Het advies is toegevoegd aan de scopingnota en aan de toelichtingsnota.
Fase 4bis voorontwerp RUP
Het aangepast voorontwerp en de aangepaste scopingnota werden door het college van burgemeester en schepenen voorwaardelijk goedgekeurd op 2 december 2023. Het dossier werd bijgestuurd op basis van dit collegebesluit.
De provincie oordeelde bij bericht van 15 december 2022 dat een nieuwe plenaire vergadering voor hen juridisch niet noodzakelijk is aangezien zowel de perimeter van het RUP als de intenties en de doelstellingen gelijk blijven aan de versie waarover de plenaire vergadering werd gehouden.
Fase 5: ontwerp-RUP
De gemeenteraad stelde in zitting van 28 februari 2023 het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Bres voorlopig vast.
Daarna werd er een openbaar onderzoek georganiseerd omtrent het ontwerp-RUP De Bres met bijhorende mer screening van 8 maart 2023 tot en met 6 mei 2023. Dit openbaar onderzoek met bekendgemaakt door een aanplakking op het gemeentelijk info-bord, bericht in 4 dagbladen (De Morgen, Het Laatste Nieuws, De Standaard, het Nieuwsblad) die in de gemeente worden verspreid, bericht in het Belgisch Staatsblad en een bericht op de gemeentelijke website.
Het dossier was gedurende de periode voor iedereen ter inzage:
Eventuele opmerkingen of bezwaren konden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek digitaal of analoog worden bezorgd aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO). Dit kan via e-mail op ruimte@halle.be, via afgifte op het gemeentehuis tegen ontvangstbewijs of aangetekend per post aan de GECORO, Oudstrijdersplein 18, 1500 Halle.
Er werd tevens advies gevraagd aan de deputatie en het departement Omgeving omtrent de over de onverenigbaarheid, de strijdigheid en de niet-naleving vermeld in artikel 2.2.23 §2, eerste lid 1° en 2°.
Per brief van 29 maart 2023 werden de eigenaars van de goederen, gelegen binnen de omtrek van de zones waar het voorkooprecht geldt, bij aangetekend schrijven in hun woonplaats op de hoogte gesteld. Overeenkomstig art.2.4.1. dient dit te gebeuren ten laatste op de dag van de inwerkingtreding van het uitvoeringsplan.
Resultaten van het openbaar onderzoek en adviesvraag:
1. Adviezen:
Deputatie Vlaams-Brabant dd.30.03.2023: uw dossier geeft geen aanleiding tot specifieke opmerkingen en wordt gunstig geadviseerd.
Departement omgeving: geen advies
2. Bezwaren
In totaal werden er 7 bezwaarschriften ingediend door binnen de termijn van het openbaar onderzoek:
Advies GECORO:
Overeenkomstig artikel 2.2.21 § 5. van de VCRO dient de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening alle adviezen, opmerkingen en bezwaren te bundelen en coördineren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Het advies bevat de integrale adviezen van de deputatie en van het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren
De GECORO behandelde de bezwaren en adviezen in hun zitting van 21 juni 2023 (zie integraal advies in bijlage) en stelde volgende aanpassingen voor:
“De bevestiging van het gemotiveerd globaal masterplan als leidraad is geen beslissing. Door een gunstige beslissing te nemen over een vergunningsaanvraag vormt het daarbij gevoegde masterplan, afhankelijk van de concrete vergunningsbeslissing, in mindere of meerdere mate een element van de materiële motivering. Het is ook in deze zin dat de verwijzing naar het College van Burgemeester en Schepenen, nl. in zijn hoedanigheid van vergunningverlenende overheid, moet worden begrepen, en zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van andere vergunningverlenende overheid die mogelijk een beslissing dienen te nemen over een aanvraag met een masterplan.”
3. Schrapping van een woord in het stedenbouwkundig voorschrift van art. 8.1. :
“Wanneer later aanvragen gebeuren voor omgevingsvergunningen voor kleine bouwwerken binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en gemengde functies met een goedgekeurd globaal masterplan, volstaat een motiverende nota; er hoeft dan geen gemotiveerd globaal masterplan opgemaakt te worden.”
4. Aanduiden van een afstandslijn/bouwlijn voor gebouwen hoger dan 14 m op het grafisch plan. Deze lijn komt overeen met de grenslijn van het BPA de Bres en het BPA Rekreatiezone De Bres.
5. Aanvulling en wijziging van het stedenbouwkundig voorschrift van art. 8.3.1.:
a. Maximale bouwhoogte: nieuwbouw sporthal: 25 m afgewerkt dakrandprofiel, inclusief schermen van openluchtsportvelden.
b. Inplanting gebouwen
6. Aanduiden van parking Scheepswerfkaai en Leide als tijdelijke parking:
7. In de toelichtingsnota opnemen dat het parkeren voor buurtbewoners verder dient bekeken te worden in het globale parkeerbeleid van de stad
8. In het RUP op te nemen dat de nodige maatregelen moeten getroffen worden om eventuele geluidshinder van een parkeergebouw te milderen
Daarnaast geeft de GECORO volgende adviezen:
9. De GECORO nam kennis van het bijkomend onderzoek van MINT dd.09.06.2023. Dit onderzoek maakte geen deel uit van de stukken van het openbaar onderzoek en betreft een (te) beperkt onderzoek. De GECORO heeft grote bezorgdheid omtrent globale mobiliteitsproblematiek. In dit kader adviseert de GECORO een uitgebreide mobiliteitsstudie te maken met betrekking tot de mobiliteit, het parkeren en de verkeersafwikkeling. De GECORO laat hierbij de keuze aan het beleid om dit onderzoek uit te voeren in kader van de huidige RUP-procedure of in het kader van de omgevingsaanvragen voor de effectieve realisering van het project.
10. De GECORO benadrukt dat de gewenste nieuwe parkbrug over Zenne en Kanaal naar Nederhem (parkings Nederhem/NMBS-parking) toe grondig verder onderzocht dient te worden en dat er gestreefd dient te worden naar een effectieve realisatie van deze verbinding
11. In de verdere uitwerking van het project en bij het ontwikkelen van gelijkaardige projecten de op te richten gemeentelijke raad voor lokale economie te betrekken.
----------------------------------
De gemeenteraad dient een standpunt in te nemen naar aanleiding van het advies van de GECORO en wordt gevraagd het aangepaste RUP De Bres definitief vast te stellen.
De GECORO stelde in haar behandeling van bezwaren en adviezen voor het het ontwerp-RUP aan te passen.
Het studiebureau D+A Consult maakte een nota op met de wijzigingen die voortvloeien uit het advies van de GECORO en paste in die zin de documenten horende bij het RUP De Bres aan. De wijzigingen en aanvulling zijn opgesplitst in voorschriften, grafisch plan en toelichtingsnota. Ze zijn hieronder doorlopend genummerd van 1 tot 12 en sluiten niet 1:1 aan op de nummering in het gecoro-advies. Daarnaast wordt in de procesnota een antwoord geformuleerd aangaande de algemene adviezen 9 tot 11 die de GECORO geeft
A. Wijzigingen aan de voorschriften:
De wijzigingen zijn in onderstaande tekst cursief en onderstreept of cursief en doorstreept weergegeven.
1. Schrappen kleinwinkelbedrijf als nevenbestemming bij artikel 8.
De term werd geschrapt op p.25.
2. Toevoeging van een volgende toelichting bij het stedenbouwkundig voorschrift van art. 5:
“De bevestiging van het gemotiveerd globaal masterplan als leidraad is geen beslissing. Door een gunstige beslissing te nemen over een vergunningsaanvraag vormt het daarbij gevoegde masterplan, afhankelijk van de concrete vergunningsbeslissing, in mindere of meerdere mate een element van de materiële motivering. Het is ook in deze zin dat de verwijzing naar het College van Burgemeester en Schepenen, nl. in zijn hoedanigheid van vergunningverlenende overheid, moet worden begrepen, en zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van andere vergunningverlenende overheid die mogelijk een beslissing dienen te nemen over een aanvraag met een masterplan.”
De tekst werd toegevoegd in de toelichtende bepalingen van artikel 5 op p. 16-17.
3. Schrapping van een woord ‘goedgekeurd’ in het stedenbouwkundig voorschrift van art. 8.1.:
“Wanneer later aanvragen gebeuren voor omgevingsvergunningen voor kleine bouwwerken binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en gemengde functies met een goedgekeurd globaal masterplan, volstaat een motiverende nota; er hoeft dan geen gemotiveerd globaal masterplan opgemaakt te worden.”
De term werd geschrapt op p. 24.
4. Aanvulling en wijziging van het stedenbouwkundig voorschrift van art. 8.3.1:
a. Maximale bouwhoogte:
Nieuwbouw sporthal: 25 m afgewerkt dakrandprofiel, inclusief schermen van openluchtsportvelden. (wijziging op p. 25)
b. Inplanting gebouwen
i. Inplanting bebouwing ten opzichte van de zone voor wonen: minimaal 12 m. Hiervan kan uitsluitend afgeweken worden als volgt:…
ii. Inplanting ten opzichte van de grenslijn van het RUP aan de Monseigneur Senciestraat: de op plan aangegeven afstandslijn zoals opgenomen in artikel 12 moet worden nageleefd voor alle bebouwing die een hoogte van 14 meter overschrijdt. (wijziging op p. 26)
iii. Inplanting ten opzichte van de overige bestemmingszones: vrij.
5. Aanduiden van een afstandslijn/bouwlijn voor gebouwen hoger dan 14 m op het grafisch plan. Deze lijn komt overeen met de grenslijn van het BPA de Bres en het BPA Rekreatiezone De Bres.
De lijn werd toegevoegd op het grafisch plan en aangevuld in de voorschriften als apart artikel 12 (aangevuld op p. 35 als nieuw artikel) met volgende tekst:
Artikel 12. Afstandslijn hoogbouw (overdruk)
De afstandslijn hoogbouw legt de uiterste bouwgrens vast ten opzichte van de grens van het RUP aan de kant van de Monseigneur Senciestraat en het Joseph Possozplein voor gebouwen met een bouwhoogte hoger dan 14 m gemeten vanaf het maaiveld (nulpunt ter hoogte van het woonzorgcentrum zoals vastgelegd op het grafisch plan). In de zone tussen deze afstandslijn en de Monseigneur Senciestraat en het Joseph Possozplein mogen geen gebouwen worden ingeplant die in deze zone een bouwhoogte hoger dan 14 m kennen. Buiten deze zone zijn hogere bouwhoogtes toegelaten zoals bepaald in artikel 8 van het RUP.
6. Aanduiden van parking Scheepswerfkaai en Leide als tijdelijke parking:
De aanduiding werd toegevoegd op het grafisch plan en aangevuld in de voorschriften onder artikel 9.3 op p. 30-31 met volgende tekst:
"9.3. Publiek parkeren (overdruk)
Deze zones kunnen ingericht worden als publieke parking met een tijdelijk karakter.
Na het opheffen van de parkeerfuncties zijn de voorschriften van artikel 9.2 integraal van toepassing."
7. In het RUP op te nemen dat de nodige maatregelen moeten getroffen worden om eventuele geluidshinder van een parkeergebouw te milderen.
Dit werd aangevuld binnen artikel 8 op p. 26 met volgende tekst:
Parkeergebouw
Het parkeergebouw dient zo ontworpen te worden dat door het ontwerp en het materiaalgebruik eventuele geluidshinder gemilderd wordt.
B. Wijzigingen aan het grafisch plan
8. Aanduiden van een afstandslijn/bouwlijn voor gebouwen hoger dan 14 m op het grafisch plan. Deze lijn komt overeen met de grenslijn van het BPA de Bres en het BPA Rekreatiezone De Bres.
De lijn werd toegevoegd als apart artikel 12 (zie ook supra voorschriften).
9. Aanduiden van parking Scheepswerfkaai en Leide als tijdelijke parking:
De aanduidingen werd toegevoegd op het grafisch plan (zie ook supra voorschriften).
C. Aanvullingen in de toelichtingsnota
10. In de toelichtingsnota opnemen dat het parkeren voor buurtbewoners verder dient bekeken te worden in het globale parkeerbeleid van de stad.
Volgende passage werd toegevoegd aan de toelichtingsnota op p. 22:
“Bij inrichting van het openbaar domein zal wel ruimte geboden worden aan bewonersparkeren. Daarnaast kan er ook ruimte voor buurtparkeren binnen het nieuwe parkeergebouw gevonden worden. Met welke omvang en onder welke voorwaarden dit parkeeraanbod voorzien zal worden, zal bekeken worden binnen het globale parkeerbeleid van de stad.”
11. De oppervlakte van het RUP werd opgenomen in de toelichtingsnota op p. 35 (onder 5.1 Reikwijdte en detailleringsgraad) en op p. 50 (onder 10. Juridisch-administratieve aspecten). In de tekst werd volgende aangevuld:
“Het RUP De Bres heeft een oppervlakte van ongeveer 79.135 m² (gebaseerd op het GRB (grootschalig referentiebestand) van Geopunt.”
12. De toelichtingsnota werd aangevuld met informatie uit de aanvullende mobiliteitsstudie die door Mint werd opgemaakt (versie 09/06/2023) als volgt (op p. 33):
4.4.4. Aanvullende mobiliteitsstudie- vooronderzoek RUP De Bres
De stad laat een nieuwe mobiliteitsstudie opmaken. In kader van deze studie werd al een vooronderzoek uitgevoerd in verband met RUP De Bres. Daarbij werd een onderzoek uitgevoerd naar het huidig parkeeraanbod (aanbod en bezetting) en het toekomstig parkeeraanbod. Daarbij werden ook de verschuivingen in het parkeeraanbod en de implicaties op de aanrijroutes onderzocht.
De conclusies van deze studie was dat er in de toekomst rekening met een 80% comfortmarge wel voldoende parkeerplaatsen zullen worden aangeboden in en rond de omgeving van RUP De Bres.
Naast het parkeeraanbod werden ook de circulatieroutes en de bereikbaarheid van de verschillende parkings en pleinen onderzocht. Ook de fysieke aanrijroutes voor de marktkramers werden geanalyseerd. Aandachtspunten voor het toegankelijk houden van de pleinen werden meegegeven zodat de stad hier in de toekomst rekening mee kan houden en waar nodig het publiek domein kan herinrichten.
D. Overige aandachtspunten voor het college van burgemeester en schepenen
In de procesnota werd een passage voorzien (zie procesnota p. 22) waarin het college het advies van de Gecoro onderschrijft. Die passage wordt ter informatie en ter goedkeuring hierna weergegeven. Naast het akkoord met de voorgestelde wijzigingen is ook een antwoord geformuleerd op de bijkomende adviespunten van de Gecoro (zie advies gecoro punt 9, 10 en 11):
Het College heeft kennis genomen van het advies van de Gecoro. Het College stelt voor om het advies van de Gecoro in verband met de behandeling van de bezwaarschriften te aanvaarden en het RUP aan te passen zoals voorgesteld door de Gecoro (zie advies Gecoro punt 1 tot en met 8).
Wat de aanvullende adviezen betreft (zie advies Gecoro punt 9 tot en met 11) oordeelt het College dat dit advies kadert in het stedelijk beleid en in het globale mobiliteitsbeleid dat de stad uitzet voor haar grondgebied.
Inzake punt 9 is de stad reeds een nieuw onderzoek gestart om de globale mobiliteitsproblematiek voor de stadskern verder te onderzoeken en het huidige mobiliteitsbeleid van de stad (in en rond de stadskern) verder vorm te geven. Het RUP De Bres kadert binnen dit globale mobiliteitsbeleid doch maakt slechts een klein onderdeel uit van het gehele onderzoek. Het reeds gevoerde onderzoek is dus een voorafname op de totaalstudie. Voor het concrete project van de sporthal zal de stad nagaan of de opmaak van een project-MER en/of een project-mober vereist is. Deze studies zullen zo nodig worden uitgevoerd zodanig dat de mobiliteitseffecten ook op projectniveau grondig zullen zijn onderzocht alvorens een vergunning zal worden afgeleverd.
Inzake punt 10 stelt de stad dat zij zeker voorstander zijn voor de bijkomende brug. De stad onderhandelt hier verder over met de overige partners (NMBS, Infrabel, de Vlaamse Waterweg, VMM).
Inzake punt 11 wordt aangegeven dat de taakstelling van de nog op te richten raad voor lokale economie zal worden vastgelegd waarin bepaald zal worden welke adviesmogelijkheden vereist zijn.
-------------------------------------------------------
Voorgesteld wordt dat de gemeenteraad
1. De toelichtingsnota
De toelichtingsnota bevat volgende bijlagen:
2. Plan register van percelen waarop de regeling van planschade, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn
3. Grafisch plan
4. Stedenbouwkundige voorschriften
VCRO, afdeling 4 gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (art.2.2.18.-2.2.25.)
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en latere wijzigingen (“planMer-decreet”);
De omzendbrief van 17 december 2007 - LNE/2007 – inzake milieueffectbeoordeling van plannen en programma's.
Het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s en latere wijzigingen (“planMerbesluit”);
Decreet van 24 februari 2017 betreffende de onteigening van algemeen nut
Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 en latere wijzigingen, wat de bindende bepalingen betreft;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2004 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant en latere wijzigingen, wat de bindende bepalingen betreft;
Het besluit van 3 september 2009 van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Halle.
Het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende de vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse en latere wijzigingen;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 10 februari 2023
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 1 september 2023
Kennisname van de bezwaren en adviezen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek en het advies van de GECORO.
Zich aan te sluiten bij de behandeling van het openbaar onderzoek door de GECORO en akkoord te gaan met de de voorgestelde wijzigingen, aanvullingen en verduidelijkingen die uit dit advies vloeien aan de stedenbouwkundige voorschriften, het grafisch plan, de toelichtingsnota en de procesnota.
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan De Bres bestaande uit volgende delen wordt defintief vastgesteld:
1. De toelichtingsnota
De toelichtingsnota bevat volgende bijlagen:
2. Plan register van percelen waarop de regeling van planschade, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn
3. Grafisch plan
4. Stedenbouwkundige voorschriften
In de straat Sum was er geen aansluiting op de riolering mogelijk voor drie huizen, met name huisnummers 1, 2 en 4. Op het zoneringsplan van de VMM ligt dit in centraal gebied en zou er riolering aanwezig zijn die is aangesloten op een waterzuivering. Voor die drie huizen is dit echter niet het geval.
De huizen met huisnummers 1, 2 en 4 hebben hadden zelf een buis aangelegd om het afvalwater naar het nabijgelegen terrein, perceel 68P, thans nummer 86T, te lozen. Ook de eigenaar van perceel 67 M ondervond hinder door de afhelling en kreeg met het afvalwater te maken. De drie huizen loosden hun afvalwater dus direct of indirect op private gronden.
Dit dossier kende een lange historiek en er werden verschillende opties onderzocht (gravitair verdiepen, werken met een persleiding...), waarvoor destijds niet werd geopteerd.
De situatie was niet langer houdbaar en kon worden verholpen door de riolering van de Octave de Kerckhove d'Exaerdestraat te verlengen (bij de heraanleg werd hier reeds een wachtbuis gelegd met oog hierop) richting Sum zodat de huizen konden worden aangesloten.
Om dit juridisch correct af te handelen wordt voorgesteld om zowel een ondergrondse erfdienstbaarheid voor de nutsleidingen en riolering aan te leggen als een bovengrondse erfdienstbaarheid van overgang en zone non-aedificandi, voor onder andere het eventuele onderhoud en herstel van de riolering in de toekomst.
Het college van burgemeester en schepenen stelde op 23 december 2022 notaris Muyshondt aan om de akte op te stellen en te verlijden.
De erfdienstbaarheden worden gevestigd voor 1 meter breed op perceel 67M, voor een oppervlakte van 40,64 m² en op perceel 68T, voor een oppervlakte van 44,31 m² . Hier staat strikt genomen een minwaarde tegenover voor de getroffen percelen, maar de eigenaars deden hier afstand van, gezien het openbaar nut.
Notaris Muyshondt stelde een ontwerpakte tot vestiging erfdienstbaarheid op. In de akte wordt door de eigenaars nog een andere erfdienstbaarheid gevestigd, maar deze doet voor het dossier niet ter zake.
Tijdens de gemeenteraad van juni was er onduidelijkheid in verband met de kosten. Dit werd uitgeklaard door een kleine aanpassing in de passage over de kosten.
Er wordt voorgesteld om de ontwerpakte erfdienstbaarheid ten behoeve van het openbaar nut goed te keuren.
Deze akte werd opgenomen als last bij een omgevingsvergunning tot bouwen van een eengezinswoning. Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld, indien de ontwerpakte in eerste instantie wordt goedgekeurd, om betrokkenen formeel toestemming te geven om daags na de gemeenteraad de werken aan te vatten van de bouw van de gezinswoning, op voorwaarde dat aan de andere bepalingen en voorwaarden zoals opgenomen in de omgevingsvergunning zijn voldaan, zoals dit ook in eerdere dossiers werd toegestaan (zie bv. 2022_GR_00186).
Geen directe kosten voor de stad.
De ontwerpakte tot vestiging van de bovengrondse en ondergrondse erfdienstbaarheid van 1 meter breed op perceel 67M, voor een oppervlakte van 40,64 m² en op perceel 68T, voor een oppervlakte van 44,31 m² ten behoeve van het openbaar nut (de riolering) in straat Sum wordt goedgekeurd.
De eigenaars kunnen vanaf 13 september 2023 starten met de werkzaamheden van de gezinswoning conform OMV_2023027894 op voorwaarde dat aan de overige voorwaarden werd voldaan.
Op 14 september 2023 opent het centrum intrafamiliaal geweld zijn deuren in Halle.
Familiaal geweld is in veel gezinnen een harde realiteit. De recente corona- en energiecrisissen maken dat momenteel heel wat gezinnen extra onder druk staan, wat leidt tot nog meer verontrustende situaties. Intrafamiliaal geweld is een veelkoppig monster dat bestaat uit onder meer partnergeweld, oudermishandeling, eergerelateerd geweld, kindermishandeling, ouderen-misbehandeling en siblinggeweld. Naast al het menselijk leed kost dat geweld ons als maatschappij handenvol geld - direct en indirect - aan veiligheidsinterventies, hulp- en zorgverlening, werkverzuim…
Aan de lokale besturen wordt gevraagd om intrafamiliaal geweld als beleidsprioriteit te behandelen en mee trekker te zijn bij de uitbouw van de IFG-centra.
De financiering van de IFG-centra gebeurt intersectoraal. Het Vlaams Agentschap Justitie en handhaving, afdeling Gendergerelateerd Geweld, voorziet recurrente middelen voor de coördinatie en werking van de centra. Lokale besturen dienen in te staan voor de financiering van één of meerdere lokale casusregisseurs.
Binnen elke zone dient er 1 casusregisseur (VTE) te worden aangesteld per 50 000 inwoners (bepaald in kadertekst IFG) , voor de zone Zennevallei komt dit overeen met 2 medewerkers:
Beide medewerkers worden aangeworven door stad Halle. De casusregisseurs worden fysiek en functioneel geïntegreerd in de werking van het centrum. De aansturing van de medewerkers zal worden opgenomen door de operationeel coördinator van het centrum (aangesteld vanuit Vlaanderen).
De personeelskost van de 2 casusregisseurs wordt verdeeld tussen de stad Halle en de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw op basis van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarvan de afrekening wordt gemaakt.
De samenwerking zal verlopen zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst in bijlage.
Decreet lokaal bestuur.
Brief minister Demir 20 februari 2023.
https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/648AFC122D77B42474D4D07C.
Decreet over de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van een multidisciplinaire samenwerking bij deelname aan een casusoverleg op basis van artikel 458ter van het Strafwetboek.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 augustus 2023.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw betreffende het centrum intrafamiliaal geweld, pilootzone Zennevallei, goed.
De voorbereiding, planning, uitvoering en opvolging van dossiers brengt uitdagingen met zich mee. De stedelijke administratie beschikt niet altijd over de nodige expertise om bepaalde eigenheden van specifieke dossiers te kunnen inschatten of te kunnen afwerken. Daarom wordt vaak beroep gedaan op de diensten van onder meer studie- en consultancybureaus. In andere gevallen kunnen dossiers de medewerking van bijvoorbeeld een notaris, architect of advocaat vragen.
Vraag: Welk bedrag werd sinds het begin van deze legislatuur gespendeerd aan studiebureaus, consultancy en erelonen? Graag een overzicht per jaar en per categorie, met een korte verantwoording voor elke kost.
Het is september, het schooljaar is begonnen en veel kinderen en ouders gaan met de fiets of step naar school.
Wat ik vooral opmerk is dat veel fietsers en steppers zonder verlichting rijden, iets wat gevaarlijk is nu het vroeger donker gaat worden.
Zou het Stad in samenwerking met de politie een sensibiliseringsactie aan de scholen kunnen organiseren en zeker diegenen die zonder verlichting rijden er op wijzen van de gevaren van het rijden zonder verlichting in het donker.
Het Stad zou misschien een budget kunnen vrijmaken om lichtjes aan te kopen en die voor één keer uit te delen aan de slechtste leerlingen van de klas.