2023_GR_00079 - Fietsostrade project ‘BERG’ - Zaak der wegen - Goedkeuring

Op 05/12/2022 werd door EVILLAS NV een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het slopen van bestaande bebouwing, het rooien van bomen, het bouwen van 3 meergezinswoningen met in totaal 43 entiteiten, bouwen van een ondergrondse parkeergarage en – fietsenberging en het aanleggen van een fietsostrade over de projectsite gelegen aan de Bergensesteenweg 123 (tussen huisnummers 119 en 169).

Voorliggende aanvraag zoals gerefereerd onder project OMV_2022131161 in het omgevingsloket wordt hieronder beknopt toegelicht. De gemeenteraad is er toe gehouden een besluit te vormen over de zaak der wegen verbonden aan voorliggend project zijnde de aanleg van een fietsostrade binnen het projectgebied met bijhorend ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan. 

Beknopte toelichting project

Situering:

• gelegen aan gewestweg; Bergensesteenweg (N6)
• gelegen aan waterloop: Zenne  (1° cat. onbevaarbaar)

Kadastrale ligging:

HALLE, afdeling 1, Sectie E, perceelnummers: 88M, 91C, 91D, 92A, 92B, 92C, 92D

Stedenbouwkundige basisgegevens van het project:

• gelegen in:
  • woongebied (gewestplan Halle – Vilvoorde – Asse, 7 maart 1977)
  • beperkt overstromingsgevoelig – gelegen aan waterloop 1° cat. onbevaarbaar (watertoets)

• aansluitend op:
  • Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) – Afbakening kleinstedelijk gebied Halle – cluster A8 -> Deelplan Bergensesteenweg Noord en fietsverbinding (art. 3 indicatieve fietsverbinding)

• niet gelegen in:
  • Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP)
  • Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)
  • Bijzonder Plan van Aanleg (BPA)

Voorwerp van de aanvraag (binnen ontwerpcontouren):

a) GEMEENTERAAD: goedkeuren zaak der wegen

• goedkeuren plannen aanleg deel van een fietsostrade binnen de grenzen van het projectgebied 
• goedkeuren ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan opgesteld op 22/11/2022 door studiebureau Quadrant

b) COLLEGE BURG. & SCHEPENEN (mits goedkeuring zaak der wegen): besluiten tot afleveren vergunning voor;

• slopen bestaande bebouwing 
• rooien/kappen van strikt noodzakelijke bomen
• bouwen van meergezinswoningen met een totaal van 43 entiteiten (bestaande uit 3 bovengrondse volumes die ondergronds verbonden worden door middel van een parkeergarage met bergingen en fietsstaanplaatsen)
• aanleg van gemeenschappelijke tuin, wadi en bovengrondse parkeer- en fietsstaanplaatsen
• aanleg deel van een fietsostrade binnen de grenzen van het projectgebied

Openbaar onderzoek:

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 – 14 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd een openbaar onderzoek gehouden vanaf 19 december 2022 tot en met 17 januari 2023.

Binnen deze periode werden er 4 bezwaarschriften ingediend. Hiervan zijn er 3 bezwaarpunten van toepassing op de zaak der wegen. Deze bezwaarpunten worden ter kennis gegeven en ter behandeling voorgelegd in het luik ‘ADVIES EN MOTIVERING’ onder ‘Screening plandocumenten m.b.t. het ontwerp ‘fietsostrade’ (Mobiliteit).

Doel

De gemeenteraad van Halle is ertoe gehouden een besluit te nemen over de zaak der wegen van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag cf. het huidige decreet houdende de gemeentewegen in toepassing van artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet en artikel 47 van het besluit tot uitvoering van het decreet van de omgevingsvergunning.

Fietsostrade - Overeenstemming planologische context en verenigbaarheid ruimtelijke ordening

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) – Afbakening kleinstedelijk gebied Halle – cluster A8 -Deelplan Bergensesteenweg Noord en fietsverbinding: 

Toelichting

De situering van het projectgebied kent een indicatieve aanduiding van een fietsverbinding zoals afgebeeld op het PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle – cluster A8 – deelplan Bergensesteenweg Noord en fietsverbinding. Het PRUP werd bij MB van 28 september 2016 goedgekeurd.

ARTIKEL 3: INDICATIEVE FIETSVERBINDING

3.1. Bestemming

Het tracé is bestemd voor de aanleg van een voet- en/of fietsverbinding. Het betreft een indicatieve aanduiding waarvan het begin- en eindpunt aansluiten op de Suikerkaai en de Bergensesteenweg. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling van een fiets- en voetgangersverbinding doorheen het gebied zijn toegelaten. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers en ecologische verbindingen.

3.2 Inrichting

Er wordt gekozen voor het tracé met de kortst mogelijke afstand waarbij rekening gehouden wordt met het reliëf, ruimtelijke en technische inpassing en behoud van natuurelementen. Specifieke aandacht dient besteed te worden aan de landschappelijke inpassing van de fiets- en voetgangersverbinding. De fietsverbinding is bedoeld als functionele fietsroute en is opgenomen in het functioneel fietsroutenetwerk als een fietssnelweg en dient te voldoen aan volgende inrichtingsvoorwaarden:

− een totale breedte van minimaal 3 meter en maximaal 5,2 meter bestaande uit: fietsweg met twee rijrichtingen met een maximale totale breedte van 3,5 meter, aansluitend een obstakelvrije en geïntegreerde voetgangerszone van maximaal 1 meter breed en ruimte voor meubilair met een maximale breedte van 0,5 meter, boordsteen van 0,2 m aan de zijde van het fietspad. Van deze inrichtingsvoorwaarden kan afhankelijk van de technische of plaatselijke inpassing afgeweken worden;

− de fiets- en voetgangersstrook worden visueel gescheiden door een markering;

− gemiddelde hellingshoek van 4% (overeenkomstig de formule 1: 20 x h in het Vademecum Fiets);

− vlotte berijdbaarheid met als uitvoering ondergrond in asfalt, in het kader van waterbeheer en natuurlijke

inpassing kan gebruik gemaakt worden van waterdoorlaatbare verhardingen en natuurlijke materialen.

Context aan omgevingsvergunningsaanvraag gekoppelde fietsinfrastructuur (zaak der wegen)

*Onderstaande uiteenzetting werd letterlijk overgenomen uit de motiveringsnota zoals deze werd opgeleverd in het omgevingsloket:

Context:

“Als integraal onderdeel van de omgevingsvergunningaanvraag zit de aanleg van een nieuw fietspad over de projectsite vervat. Dit voorgestelde tracé vormt een cruciale schakel in de fietsverbinding tussen het Bedrijventerrein Wilgenveld en de Suikerkaai langsheen de Zenne. Aan de overkant van de projectsite & dus de Bergensesteenweg is reeds een groot deel van dit fietstracé aangelegd met een duidelijke uitmonding op de Bergensesteenweg, waar het fietspad op de projectsite in deze aanvraag dient aan te sluiten. Kortom, het bestaand tracé van het fietspad dat momenteel eindigt aan de Bergensesteenweg dient verlengd te worden richting de Suikerkaai en het station. Dit tracé loopt over het perceel en maakt dus voorwerp van voorliggende aanvraag uit, en zal overgedragen worden aan de gemeente volgens het bijgevoegde rooilijnenplan in deze aanvraag.”

Probleemstelling:

“Bij de studie naar de aanleg van dit fietstracé kwam de problematiek van het bestaande niveauverschil tussen de Bergensesteenweg en de Zuidelijke perceelsgrens van de projectsite naar boven. Het totale hoogteverloop van voorkant tot achteraan de site bedraagt minimaal om en bij 6,6 m tot maximaal bijna 9 m."

"Afhankelijk van het gekozen tracé worden gemiddelde hellingpercentages bekomen tot 8 à 9% over de ganse site. Gezien dit geen gangbare hellingspercentages zijn, zeker niet over deze afstanden zoals die volgens het geraadpleegde fietsvademecum opgedragen worden, werden verschillende tracés over het terrein in overweging genomen en onderling vergeleken om tot een meest aangewezen scenario te kunnen komen.”

“Een bijkomende moeilijkheid hierbij is dat het bestaande terrein geen gelijkmatige helling kent, maar lokaal bruuske niveauverschillen kent van een 2-tal meter of soms zelfs meer en dit zowel in het lengte als het breedteprofiel van de site.”

“Langsheen de rechter perceelsgrens ligt deze plotse helling vooraan tegen de Bergensesteenweg. Maar voor het overgrote deel van het terrein ligt deze plotse daling ongeveer halverwege de diepte van het terrein. Om de haalbaarheid van een fietspad over de projectsite te kunnen onderzoeken en evalueren werden uiteindelijk 3 scenario’s uitgewerkt ter vergelijking van mogelijke tracés aan de hand van het fietsvademecum.”

Scenario analyse:

• Scenario 1 : Het fietspad verloopt eerst parallel met de projectsite langsheen de Bergensesteenweg, om vervolgens langsheen de linker perceelsgrens van de projectsite dwars richting Suikerkaai en de Zenne af te draaien.

• Scenario 2 : Het fietspad verloopt parallel met de projectsite langsheen de Bergensesteenweg tot halverwege het terrein, om vervolgens dwars richting Suikerkaai en de Zenne af te draaien.

•  Scenario 3 : Het fietspad sluit aan op het bestaande tracé aan de overkant van de Bergensesteenweg en vervolgt dit tracé langsheen de rechter perceelsgrens richting de Suikerkaai en de Zenne.

“Voor een verdere uiteenzetting van de 3 aangeboden scenario’s wordt verwezen naar de motivatienota. Behoudens het ingediende ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan en de conclusie uit de motivatienota werd gekozen om scenario 3 aan te bieden als oplossing:”

        -> Scenario 3: Dit tracé verloopt langsheen de rechter perceelsgrens. De grote hindernis in dit scenario is de bruuske niveaudaling net achter de perceelsgrens, vlakbij de aansluiting         op de Bergensesteenweg. Het positieve aspect hier is echter dat er naast de directe aansluiting op het bestaande tracé het eveneens mogelijk is om de daling over het terrein veel         geleidelijker te laten verlopen aangezien deze zich over een veel grotere afstand spreidt.

“Uiteindelijk werd door de betrokkenen het scenario 3 als te weerhouden beoordeeld. Het respecteert nagenoeg alle bepalingen zoals deze opgenomen werden in het fietsvademecum, blijft economisch gezien verantwoord en respecteert in zekere mate de hellingen van het bestaande terrein. Gezien de grote breedte van het opgelegde dwarsprofiel enerzijds, de sterke dwarshellingen die t.h.v. de Zenne aanwezig zijn en de eis van de VMM om de bestaande terreinhellingen langs de kant van de Zenne ongewijzigd te laten anderzijds, maakt dat er over een relatief beperkte afstand toch wel wat grondverzet vereist is. Dit is echter gezien de opgegeven randvoorwaarden, onvermijdelijk."

"Ter compensatie van de ontbrekende “rustzone” wordt het profiel van het fietspad over de eerste 20 m met de sterke helling van 9,5%, nog met 1 meter verbreed t.o.v. de vereiste profielbreedte van 5,25 m. Deze bijkomende breedte laat toe de bruuske helling binnen ruimere marges te overwinnen. Eveneens wordt er een veilige opstelplaats ter hoogte van de kruising met de Bergensesteenweg voorzien waar het hellingspercentage tot een maximum van 5% begrensd wordt over de laatste 9 m voor de aansluiting met de steenweg. De overige helling over het terrein blijft verder beperkt tot 4,44%.”

Screening plandocumenten m.b.t. het ontwerp ‘fietsostrade’ (dienst Mobiliteit):

- plannaam omgevingsloket: Mobiliteitstoets – Bergensesteenweg - Halle

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_P_N_1_technischgrondplanfietspadwadifase1VMM

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_L_N_2_legendetechnischgrondplanfietspadwadi

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_TP_N_4_typedwarsprofielfietspadVMM

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_LP_N_5_lengteprofiel1

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_PR_N_6_profiel1

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_PR_N_7_profiel2

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_PR_N_8_profiel3

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_PR_N_9_profiel4VMM

- plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_PR_N_10_profiel5VMM

- plannaam omgevingsloket: EVILLAS_BERG_BEPLANTINGSPLAN

Voor wat betreft de mobiliteitstoets wordt verwezen naar het document ‘Mobiliteitstoets – Bergensesteenweg – Halle’ zoals aangeleverd door de aanvragers. 

Het technisch grondplan geeft het ontwerp van fietspad weer in rood getinte kleur en duidt in conformiteit met de lengte- en dwarsprofielen overheen de as van het fietspad verschillende hoogtepunten aan.

Wat dient opgemerkt te worden is dat vanaf de aanzet van het fietspad aan de Bergensesteenweg een breedte werd ontworpen van 6,25 m omdat het ontwerp als gevolg van de hellingsgraad van het onderliggende terrein over de eerste afstandsmaat van 9 m een hellingspercentage heeft van 5% (neerwaarts richting Zenne). Vervolgens kenmerkt het ontwerp van het fietspad zich in een nog steilere hellingsgraad van 9,5% over een lengte van 20 m. De overige helling over het terrein blijft verder beperkt tot 4,44%.

Op het beplantingsplan wordt eveneens het type verharding van het fietspad aangetoond als zijnde gekleurde asfaltering. De zone naast het fietspad binnen de grenzen van het toekomstig openbaar domein zal ingezaaid worden als bloemrijk grasland – autochtoon mengsel (extensief beheer).

Intern advies:

• Mobiliteit: voorwaardelijk gunstig

Advies 19/01/2023:

“Geen bemerkingen op project. Voldoet aan zijn parkeervraag, aansluiting op wegennet is ok. De grote helling fietspad  is een gevolg van het terrein, waarbij voor een zeer aanvaardbare oplossing wordt gekozen door verbreding van fietspad op meest hellende stuk.

De parkeerplaatsen op maaiveldniveau moeten vrij toegankelijk blijven en mogen, niet geprivatiseerd worden.”

Voorwaarden:

- deuren naar fietsenstallingen moeten minstens 1,2 meter breed zijn

- het verkeer dat het projectgebied verlaat en aansluit op de Bergensesteenweg dient verplicht naar rechts te rijden (richting rondpunt Bevrijdingsplein) opdat de strook van de zwakke weggebruikers voor een zo kort mogelijke tijd overschreden wordt gedurende de wachttijd tot het kunnen oprijden van de steenweg.

Externe adviezen:

• Agentschap Wegen en Verkeer: voorwaardelijk gunstig

Advies 10/01/2023: AV/211/2022/01013/A

Voorwaarden:

- er wordt een afwijking toegestaan binnen de zone van 4 meter vóór de bouwlijn voor zowel de inrit naar

de ondergrondse garage als voor het plaatsen van één septische put

- de toegang voor het perceel moet beperkt blijven tot 4,5 meter (i.p.v. 5 meter op het plan)

• Inter: gunstig

Advies 04/01/2023: zie doc. H_20221107_Halle_Bergensesteenweg 123_AdviesBA.pdf

Behandeling der bezwaren gericht tegen ontwerp ‘fietsostrade’

Als gevolg van het openbaar onderzoek dat gehouden werd van 19/12/2022 t.e.m. 17/01/2023, werden er drie bezwaarstukken (o.a. door de fietsersbond Halle, Natuurpunt afdeling Halle en een inwoner van de Bergensesteenweg) gericht aangaande het deel ‘mobiliteit’ binnen de scope van de voorliggende zaak der wegen (aanleg fietsostrade). Hieronder wordt deze bezwaarpunten ter kennis gegeven aan het college van burgemeester en schepenen en ter behandeling voorgelegd aan de gemeenteraad:

Tekst uit bezwaarstuk nr. 1 (fietsersbond Halle):

“… met het oog op het comfort en de veiligheid van de fietsers in Halle, teken ik de volgende bezwaren aan tegen de aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning met projectnaam ‘2135_BERG_Slopen van best. bebouwing en bouwen van een meergezinswoning’ (OMV referentie: 2022131161).” 

“Er is reeds lang de belofte van een comfortabele en veilige fietsroute van Wilgenveld naar het station van Halle, o.a. als alternatief voor het drukke en onveilige Bevrijdingsplein. Dit project zet een volgende stap in deze richting, maar de voorgestelde fietsroute voldoet nog niet als onderdeel van deze belangrijke fietsverbinding omwille van de volgende redenen.”

1. Veiligheid van de oversteekplaats:

“Het voorgestelde tracé kruist de drukke Bergensesteenweg waar deze een bocht maakt, wat het zicht

en de zichtbaarheid van de fietsers op deze gevaarlijke oversteekplaats belemmert. Een veilige oversteekplaats was initieel voorzien (ondergrondse kruising) en moet dan ook gegarandeerd worden voor deze belangrijke fietsverbinding.”

2. Garantie toekomstige afwerking van de fietsverbinding:

“Aan de stad vragen wij de garantie om deze fietsverbinding door te trekken tot aan de Suikerkaai. Om de toekomst van deze verbinding te verzekeren, vragen wij ook om als voorwaarde voor de omgevingsvergunning op te nemen dat de bedding van de fietsverbinding op het betrokken perceel wordt overgedragen naar het openbaar domein.”

3. Comfort: hellingsgraad te hoog

“De hellingsgraad van 9.5% is te steil voor minder beslagen fietsers. De stijging moet geleidelijker verlopen. Daarnaast is het belangrijk om de hellingsgraad in de opstelzone voor de oversteekplaats met de Bergensesteenweg te verlagen. Vertrekken vanuit stilstand op een hellingsgraad van 5% is immers zeer moeilijk, zeker met een niet-elektrische fiets. Idealiter zou de oversteek ondergronds gelegd worden, wat zowel de veiligheid als het comfort van de fietsers garandeert. Hopend op een in deze zin aangepaste omgevingsvergunning.”

Tekst uit bezwaarstuk nr. 2 (Natuurpunt afdeling Halle):

…

3. Fietsostrade

“I.v.m. dit onderdeel hebben wij volgende bezwaren:”

3.1 Te steil

“We kunnen akkoord gaan met het tracé, maar niet met de hellingsgraad. Een helling van 9,5% nabij de oversteek met de Bergensesteenweg is te steil. Ook een "veilige opstelzone" met een hellingspercentage van 5% ter hoogte van de kruising met de Bergensesteenweg is te steil. De helling moet geleidelijker verlopen, zelfs indien dit ten koste gaat van het privatieve deel van de te ontwikkelen percelen. De aanloop naar de kruising met de drukke Bergensesteenweg moet nagenoeg vlak zijn.”

3.2 Garantie voor overdracht naar het openbaar domein en doortrekking tot Suikerkaai

“Wij vragen de garantie van de stad dat dit fietspad verbonden wordt met de Suikerkaai (dat kan de aanvrager uiteraard niet garanderen, aangezien hij enkel het deel op zijn percelen aanlegt). In de omgevingsvergunning moet worden opgelegd dat de bedding van het fietspad wordt overgedragen naar het openbaar domein.”

3.3 Moeilijke oversteekplaats

“Komende van de Suikerkaai mondt het fietspad uit in een bocht van de Bergensesteenweg. Hierdoor is er geen zicht op het verkeer dat van Lembeek komt en wordt het een gevaarlijke oversteek. Idealiter zou de kruising ondergronds worden gelegd (dit was oorspronkelijk zo voorzien in de bestemmingsplannen); het probleem met de hellingsgraad is dan ook opgelost. Bij gebreke van een ondergrondse kruising met de Bergensesteenweg dienen er verkeerslichten te komen aan de oversteekplaats.”

Tekst uit bezwaarstuk nr. 3 (inwoner Bergensesteenweg):

“Als inwoner van Bergensesteenweg nr. XXX stellen we ons de vraag wat er zal gebeuren met de parkeerplaatsen voor het nieuwe voorziene project OMV_2022131161?

Blijven ze bestaan of worden die ingenomen door het project? Want de parkeergelegenheid is te klein aan het worden.”

    ->Advies en weerlegging van de dienst mobiliteit:

Weerlegging bezwaarstukken:

1.         Veilige oversteekplaats

De zone van de fietsoversteekplaats valt buiten de grenzen van de projectcontour. In het verleden werd de piste van een ondergrondse oversteek onderzocht, dit werd negatief beoordeeld door het Agentschap Wegen en Verkeer, net zoals verkeerslichten op deze plaats.

2.         Garantie toekomstige afwerking

Zoals aangeduid op het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan worden de benodigde grondstroken voor de aanleg van de fietsostrade na de uitvoering overgedragen aan het openbaar domein. Hierdoor komt de reeds uitgevoerde fietsostrade ook rechtstreeks aangesloten op een perceel dewelke reeds in eigendom van de stad is (Halle, AFD 1, sectie E, perceelnr. 88N).

3.         Hellingsgraad te hoog

Het klopt dat een deel van het fietspad een hoge hellingsgraad heeft. Het reliëf is wat het reliëf is. 

De aanvrager heeft getracht om het ontwerp maximaal aan te passen in de zin van een goede begaanbaarheid van het fietspad door:

-           het fietspad op het steilste stuk te verbreden zodat het laveren van fietsers bij steile  hellingen opgevangen wordt 

-           ter hoogte van de aansluiting op de Bergensesteenweg werd een hellingsgraad van 5% ontworpen over een lengte van +/- 8,0 m. 

4.         Parkeerplaatsen Bergensesteenweg

De parkeerplaatsen op de N6 blijven maximaal behouden. Het project zal volledig in zijn eigen parkeervraag voldoen.

Screening plandocumenten m.b.t. de riolering onder de fietssnelweg:

- Plannaam omgevingsloket: BA_Bergensesteenweg_D_N_4_detailoverstort

- Plannaam na wijziging opgelegd door VMM: BA_Bergensesteenweg_D_N_4_detailoverstortVMM

In principe wordt er geen riolering aangelegd voor het gedeelte ‘fietsostrade’ maar de lozing van RWA uit de ontworpen woonzone van het project wordt voorzien via de aanleg van een rioolbuis in beton met een diameter van 400mm onder het wegdek van de fietssnelweg door:

Detail genomen uit BA_Bergensesteenweg_P_N_1_technischgrondplanfietspadwadifase1VMM:

Detail genomen uit BA_Bergensesteenweg_D_N_4_detailoverstort VMM:

Externe adviezen:

• Farys: voorwaardelijk gunstig

Advies 101/01/2023: AD – 22 – 1280

*gelet op het wijzigingsverzoek op vraag van de Vlaamse Milieumaatschappij werden de plannen m.b.t. de riolering gewijzigd. De gestelde vragen van externe adviesverlener Farys en de opgelegde voorwaarden zijn niet hierdoor niet langer relevant.

• Vlaamse Milieumaatschappij: ongunstig aangepast naar voorwaardelijk gunstig

Advies 09/01/2023: WT 2022 OL 0204 (ongunstig – voorwaardelijk gunstig)

Voorwaarden: (van toepassing op zone binnen toekomstig openbaar domein)

- de 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Zenne moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd worden;

deze 5m-erfdienstbaarheidszone moet op het terrein voor de aanvang van de werken uitgezet worden en moet gemeten worden vanaf de bovenrand van het talud van de Zenne

- er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten;

- de aanvrager dient de VMM minstens 10 dagen voor de aanvang van de werken op de hoogte te stellen;

- het fietspad moet buiten de 5m-erfdienstbaarheidszone aangelegd worden en in een zone waar het maaiveld boven 33,00 mTAW is gelegen;

- er wordt enkel ingezet op infiltratie, al dan niet met een noodoverloop, de wadi wordt niet met een debietsbegrenzer uitgerust;

- de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

*aangebrachte planwijzigingen i.k.v. opgelegde voorwaarden:

In projectversie 2 van de voorliggende omgevingsvergunningaanvraag werd door de VMM en de brandweer een ongunstig advies uitgebracht. Na overleg met de VMM werd aan de opgeworpen gebreken tegemoet gekomen met aanpassingen waardoor men reeds voor versie 2 is overgegaan naar een positief advies onder voorwaarden. Om deze aanpassingen door te voeren dienden er beperkte planaanpassingen te gebeuren en dit via een wijzigingsverzoek. Ook met de brandweer is er overleg geweest om de vereiste aanpassingen scherp te stellen. Ook deze planaanpassingen maken deel uit van deze nieuwe projectversie/ wijzigingsverzoek. Hieronder worden de aanpassingen ten opzichte van de vorige projectversie opgelijst. Enkel de laatste twee punten zijn van toepassing op de zaak der wegen.

- De berging onder de trap (verdieping -1) van gebouw B en C werd uitgerust met een zelfsluitende branddeur EI30. 

- Het tellerlokaal van gebouw A in de ondergrondse garage werd uitgerust met een zelfsluitende branddeur EI30. 

- In de ondergrondse parking werd de signalisatie t.h.v. de rechterkant (uitgang fietspad) weggehaald zodat deze uitgang niet langer als een vluchtweg fungeert. Alle vluchtwegen verlopen via de trappenkernen. 

- Bijkomende alarmeringsdrukknoppen werden voorzien t.h.v. de verschillende uitgangen en op elke verdieping (traphallen). 

- Er wordt voorzien in een automatische branddetectie installatie in gebouw A, gebouwen B en C kennen herhalingsborden van deze brandcentrale -> De exacte uitvoering zal in overleg met de brandweer gebeuren. 

- In de ondergrondse parkeergarage werd per 150m2 een brandblusapparaat toegevoegd. Alsook in de trappenhallen op elk niveau. 

- De inhoud en aantal van de regenwaterputten werd gewijzigd. 30.000 liter -> 140.000 liter. Er zullen zeven hemelwaterputten van 20.000 liter voorzien voor al de toepassingen waar geen drinkwaterkwaliteit nodig is (toiletspoeling, wasmachine, kuiswater, tuinonderhoud,…) 

- De infiltratievoorziening zal enkel uitgerust worden met een noodoverlaat en dus wordt de debietbegrenzer van de wadi weggelaten op vraag van de VMM. (van toepassing op zaak der wegen)

- De schuwzone/ infiltratiestrook langsheen het aan te leggen fietspad is licht aangepast naar aanleiding van de nieuw vastgestelde 5-meter zone van de Zenne en dit in onderling overleg met de VMM. Deze aangepaste infiltratiestrook is voorzien van een kleine komberging om aflopend water van het fietspad beter de kans te geven om lokaal te infiltreren. (van toepassing op zaak der wegen)

Toelichting en evaluatie van het ontwerp gemeentelijk rooilijnplan

Geïntegreerde procedure voor de aanleg en wijziging van een gemeenteweg als gevolg van een omgevingsvergunningsaanvraag:

Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning bepaalt in artikel 31 het volgende;

“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.”

Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (hierna: “Gemeentewegendecreet”) bepaalt in artikel 8 dat niemand een gemeenteweg kan wijzigen of aanleggen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

Het Gemeentewegendecreet bepaalt in artikel 12 § 2 , eerste en tweede lid, het volgende;

“§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.”

“Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.”

Het Gemeentewegendecreet bepaalt in artikel 16 § 2, eerste, tweede en derde lid, het volgende;

§ 2. Het gemeentelijk rooilijnplan bevat minstens de volgende elementen:

1° de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;

2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;

3° de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.

→ de aanvraag is volgens het bij koninklijk Besluit van 7 maart 1977 goedgekeurd origineel gewestplan Halle - Vilvoorde - Asse gelegen in woongebied. Het gebied werd tot op heden niet opgenomen in een goedgekeurd BPA of RUP. De wijziging past binnen in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.

→ het aanvraagdossier bevat een ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan dat voldoet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op vlak van de vorm en inhoud (Art. 16 Gemeentewegendecreet). Behoudens de wet op de privacy worden de namen van de eigenaars van de getroffen percelen niet weergegeven op het ontwerp van rooilijnplan. In deze casus worden 4 private eigendommen getroffen (percelen 88M, 91D, 92B en 92C).

Ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan:

Het ontworpen gemeentelijk rooilijnplan zoals opgemaakt door studiebureau Quadrant (ontwerp openbaar domein – infrastructuur - stedenbouw – verkeer- landmeetkunde) op 21 november 2022 voldoet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op vlak van vorm en inhoud. 

De toekomstige, ontworpen gemeentelijke rooilijnen worden afgebeeld in rode kleur met alfanumerieke puntaanduiding en met lengteaanduiding. De rooilijnen dewelke een bocht beschrijven worden aangeduid door vermelding van de straal (R). 

De coördinaten der rooilijnpunten wordt weergegeven in het Lambert-72 stelsel.

De kadastrale vermelding betreft. HALLE, 1° afdeling sectie E met getroffen kadastrale percelen 88M, 91D, 92B en 92C. 

De oppervlakte tussen de ontworpen rooilijnen bedraagt 1009,00 m² (10a 09ca) en dient zoals aangeduid op het plan te worden overgedragen aan de Stad.

Onderstaand de verdeling van getroffen oppervlakte per kadastraal perceel:

- 88M: 17  m²

- 91D: 511m²

- 92B. 467 m²

- 92C: 14 m²

De overdracht geschiedt ‘gratis’ en de bijhorende notariskosten, opzoekingskosten, metingskosten, … vallen volledig ten laste van de verkavelaar.

De gewestelijke rooilijn wordt afgebeeld met een onderbroken streepjeslijn in rode kleur. Het Vlaams Gewest dienst Agentschap Wegen en Verkeer liet weten dat de bouwlijn t.o.v. deze rooilijn gerespecteerd moet wordend maar dat er voor de getroffen zone momenteel geen grondafstand zal opgelegd worden door het Vlaams-Gewest. Onderstaand worden de inlichtingen omtrent de gewestelijke rooilijn aangehaald:

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0060002 van 15.7 +43 tot 15.8 +71):

- de rooilijn volgens plan KN 006-03 II ligt op 13 meter op de ontworpen as van de weg

- de rooilijn ligt op 16 meter op de bestaande as van de weg

- de zone van achteruitbouw bedraagt 8m

- de bouwlijn ligt op minimum 21 meter volgens plan KN 006-03 II op de ontworpen as van de weg

- de bouwlijn ligt op minimum 24 meter op de bestaande as van de weg

Intern advies:

• Domeingrenzen:

Op 04/01/2023 werd volgend intern advies geleverd:

Ref. advies: OMV_2022131161 (2022418)

Advies: 

“De toekomstige zone van openbare wegenis binnen de plancontouren bedraagt volgens meting 10a 09ca.

Deze zone ligt behoudens de huidige kadastrale indeling over delen van volgende kadastrale percelen (HALLE, AFD 1, E); 88M, 91D, 92B & 92C.

Bij de behandeling van de zaak der wegen dient rekening te worden gehouden met het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer gelet het voorwerp van de nieuwe gemeenteweg rechtstreeks aantakt op een gewestweg.” 

Voorwaarde: Overdracht van de zone ter inlijving bij het openbaar domein van stad Halle

“Gelijklopend met de definitieve oplevering der werken (zijnde 2 jaar na de voorlopige oplevering), dient een overdrachtsdossier te worden overgemaakt aan stad Halle dat ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit overdrachtsdossier bevat een metingsplan opgesteld door een landmeter-expert en de ontwerp van akte voor kosteloze grondafstand;

De zone van toekomstig openbaar domein zoals aangeduid op het ontwerp gemeentelijk rooilijnplan met een oppervlakte van 10a 09ca dient geheel vrij en onbelast aldus kosteloos te worden afgestaan aan de stad Halle;

De bouwheer dient op eigen kosten een beëdigd landmeter-expert aan te stellen ter opmaak van een definitief Metingsplan ter verdeling en/of afpaling van de over te dragen zone voor openbaar domein met inbegrip van de aanvraag van de voorafgaandelijke perceelsidentificatie en de aanvraag van een referentienummer in de plannendatabank van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD).

De bouwheer dient op eigen kosten een notaris aan te stellen ter opmaak van de ontwerpakte ter kosteloze grondafstand aan de stad Halle. In de ontwerpakte dient duidelijk te worden vermeld dat de over te dragen grondstrook bestemd is voor openbaar domein en dient geaffecteerd te worden.”

- Opmerking:

“Het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan werd voorafgaandelijk aan de indiening van het project gecontroleerd en ontvankelijk verklaard door de landmeter-expert in dienst van de stad.”

Extern advies: (van toepassing op overige loten excl. het toekomstig openbaar domein)

• Fluvius:

- De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door N.V. Evillas werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn.

Evaluatie wegenisdossier cf. de basisdoelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

Het algemeen belang kan in deze casus aanzien worden als de nood aan de uitbreiding van het fietsnetwerk van stad Halle. Stad Halle werkt aan een autoluwe maar bereikbare stad door daarbij het fietsgebruik te stimuleren en extra maatregelen te nemen.

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

Niet van toepassing in deze casus.

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

Voor wat betreft de verkeersveiligheid zal voorzien worden in voldoende uitrusting op vlak van signalisatie en verlichting. Het wegenisontwerp werd getoetst en aangepast aan het externe advies zoals opgeleverd door Inter – Toegankelijk Vlaanderen.

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

Niet van toepassing in deze casus.

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen;

Aan het bestaand wegennet wordt geen wijziging uitgevoerd. De plannen voorzien in een nieuwe wegenis in de vorm van een fietsostrade (dus geheel voor het traag verkeer). Deze fietsverbinding is tevens opgenomen als een indicatieve aanduiding in het goedgekeurd Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Halle – cluster A8 – deelplan Bergensesteenweg Noord en fietsverbinding’ en past dus geheel binnen de ruimtelijke en planologische context.

VOORWAARDEN EN LASTEN

Uitvoering en oplevering der werken (van toepassing op aanleg fietssnelweg):

• de infrastructuurwerken aangaande het openbaar domein dienen uitgevoerd te worden conform het “standaardbestek 250” versie  4.1 (incl. errata en aanvullingen 2021) en het nog op te stellen bijzonder bestek   van toepassing op deze werken en   waarbij er tevens rekening dient gehouden te worden met de voorwaarden zoals opgelegd door externe adviesverleners; 

• de vereiste erkenningscategorie op te nemen in dit bijzonder bestek is C, C1 en C5 (Algemene aannemingen van wegenbouwkundige werken). Voor alle aanplantingen dient de (onder)aannemer te beschikken over een erkenningscategorie G3. De volgens de raming vereiste erkenningsklasse is 3; de uitvoeringstermijn bedraagt 50 werkdagen.

• het verkeer dat het projectgebied verlaat en aansluit op de Bergensesteenweg dient verplicht naar rechts te rijden (richting rondpunt Bevrijdingsplein) opdat de strook van de zwakke weggebruikers voor een zo kort mogelijke tijd overschreden wordt gedurende de wachttijd tot het kunnen oprijden van de steenweg.

• de kosten verbonden aan de voorziene fietsostrade bedragen behoudens de bijgeleverde raming € 111.710,83 (BTW incl.) en zijn integraal voor de bouwheer;

• vóór de aanvang der werken dient de bouwheer een waarborg te storten bij de Deposito- en Consignatiekas of een bankwaarborg voor te leggen van € 111.711,00. Deze waarborg zal voor de helft vrijgegeven worden bij de voorlopige oplevering van de infrastructuurwerken. De resterende helft zal dan pas vrijgegeven worden als de bouwheer aan al zijn verplichtingen heeft voldaan die samenhangen met de definitieve oplevering en de overdracht van de infrastructuur naar het openbaar domein. 

• na de uitvoering der werken dienen alle proeven conform het “standaardbestek 250” versie   4.1 (incl. errata en aanvullingen 2021) te worden uitgevoerd op de nieuwe weginfrastructuur (riolering, wegdek, …) op kosten van de bouwheer. De in situ proeven dienen uitgevoerd te worden in aanwezigheid van de door de stad afgevaardigde ambtenaar belast met de controle op de uitvoering;

• voor wat betreft de uitvoering van de infrastructuurwerken binnen de grenzen van het toekomstig openbaar domein, dient de stad in kennis gesteld worden van het bevel van aanvang der werken en tevens uitgenodigd te worden op alle vergaderingen en opleveringen betreffende de uitvoering der werken;

• Gelet op de afhelling van de fietsostrade naar de Zenne toe in dwarsprofiel wordt opgelegd om langs de zijde van de waterweg een lage hindernis te voorzien( bijvoorbeeld houten palen met daartussen kastanjehouten vlechtwerk van ± 1,00 meter hoogte ), die moet verhinderen dat een fietser in de Zenne terecht kan komen bij een valpartij.

• De voorlopige oplevering van de werken kan enkel plaatsvinden wanneer voorafgaandelijk een door Digitaal Vlaanderen goedgekeurd GRB-conform as-builtplan opgeleverd wordt volgens de meest actuele versie van de GRB- specificaties, met minstens de componenten van GRB-basis (nodig voor goedkeuring Digitaal Vlaanderen) en bijkomend de componenten van GRB-detail en eventuele de door de Stad aangegeven aanvullingen (opties ‘water en rioolbeheer’ , ‘wegbeheer’ en ‘virtuele grenzen’). Het GRB-conform asbuiltplan dient aan de landmeter-expert in dienst van de stad Halle te worden opgeleverd in DXF versie 2000 (nodig voor goedkeuring door Digitaal Vlaanderen) tesamen met het goedkeuringsrapport opgeleverd door Digitaal Vlaanderen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de opmaak van GRB-conforme asbuiltplannen verwijzen wij naar de website en de FAQ van de Vlaamse Overheid:

        https://overheid.vlaanderen.be/grb-faq-as-built-landmeters#vragen-ivm-de-levering-aan-digitaal-vlaanderen

        https://overheid.vlaanderen.be/grb-faq-as-built-landmeters

• Voor wat betreft de niet opgesomde administratieve voorschriften en de daarbij horende lasten en voorwaarden dient het op te maken bijzonder bestek  als maatstaf genomen te worden; Dit bestek zal tevens melding maken van het charter werftransport dat door de stad onderschreven werd.

CHARTER WERFTRANSPORT

Stad Halle ondertekende het Charter Werftransport, een initiatief van de Vlaamse overheid, de VSV, de VVSG, Bouwunie, Confederatie Bouw en FEMA, zie ook https://charterwerftransport.be/#form

Stad Halle doet dit in de eerste plaats om de veiligheid van kinderen op de weg te garanderen. Door dit charter te ondertekenen, engageert stad Halle zich om:

• geen werftransport in schoolomgevingen tijdens de begin- en einduren van de school toe te laten;
• geen werftransport met tractoren in de bebouwde kom toe te laten;
• proactief te communiceren over alternatieve routes, aandachtspunten in de buurt van werven…

Op deze manier wil stad Halle samen met de bouwsector bijdragen aan een maximaal bereikbare, leefbare en veilige (school)omgeving tijdens private en publieke bouw- en wegenwerken.

Concreet gaat het in onderhavig project over deze scholen en omgevingen:

Door zijn inschrijver engageert de aannemer zich om dit charter mede te onderschrijven en de vermelde doelstellingen na te streven.

Overdracht van het toekomstig openbaar domein:

• Gelijklopend met de definitieve oplevering der werken (zijnde 2 jaar na de voorlopige oplevering), dient een overdrachtsdossier te worden overgemaakt aan stad Halle dat ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit overdrachtsdossier bevat een metingsplan opgesteld door een landmeter-expert en de ontwerp van akte voor kosteloze grondafstand;

• De zone van toekomstig openbaar domein zoals aangeduid op het ontwerp gemeentelijk rooilijnplan met een oppervlakte van 10a 09ca dient geheel vrij en onbelast aldus kosteloos te worden afgestaan aan de stad Halle;

• De bouwheer dient op eigen kosten een beëdigd landmeter-expert aan te stellen ter opmaak van een definitief metingsplan ter verdeling en/of afpaling van de over te dragen zone voor openbaar domein met inbegrip van de aanvraag van de voorafgaandelijke perceelsidentificatie en de aanvraag van een referentienummer in de plannendatabank van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD).

• De bouwheer dient op eigen kosten een notaris aan te stellen ter opmaak van de ontwerpakte ter kosteloze grondafstand aan de stad Halle. In de ontwerpakte dient duidelijk te worden vermeld dat de over te dragen grondstrook bestemd is voor openbaar domein en dient geaffecteerd te worden.

Bijkomende voorwaarden en lasten (zaak der wegen) op basis van externe adviesverleners:

• Vlaamse Milieumaatschappij: 

- de 5m-erfdienstbaarheidszone langsheen de Zenne moet gerespecteerd worden en mag niet bebouwd worden;

(deze 5m-erfdienstbaarheidszone moet op het terrein voor de aanvang van de werken uitgezet worden en moet gemeten worden vanaf de bovenrand van het talud van de Zenne)

- er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten;

- de aanvrager dient de VMM minstens 10 dagen voor de aanvang van de werken op de hoogte te stellen;

- het fietspad moet buiten de 5m-erfdienstbaarheidszone aangelegd worden en in een zone waar het maaiveld boven 33,00 m TAW is gelegen;

- er wordt enkel ingezet op infiltratie, al dan niet met een noodoverloop, de wadi wordt niet met een debietsbegrenzer uitgerust;

- de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem

• Agentschap Wegen & Verkeer:

- er wordt een afwijking toegestaan binnen de zone van 4 meter vóór de bouwlijn voor zowel de inrit naar de ondergrondse garage als voor het plaatsen van één septische put

- de toegang voor het perceel moet beperkt blijven tot 4,5 meter (i.p.v. 5 meter op het plan)

• Fluvius:

- de private loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door N.V. Evillas werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn.

• Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 onder meer artikel 31 en 32
• Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015  tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen, onder meer artikel 47
• De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
• Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
• Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019
• Beslissing college van burgemeester en schepenen van 7 april 2023.