Notulen  OCMW Raad

De notulen van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2022 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn. 

Niet van toepassing.

Artikel 32 en 74 van het Decreet Lokaal Bestuur: de raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed. 

In zitting van 25 juni 2019 werd mevrouw Martine Lemonnier en mevrouw Nicky Van Acker als leden van het BCSD aangesteld namens het lokaal bestuur in de lokale adviescommissie voor minimale levering van elektriciteit, gas en water (LAC). Mevrouw Martine Lemonnier zetelde als effectief afgevaardigde in het LAC. Mevrouw Nicky Van Acker was plaatsvervangend afgevaardigde.
Ingevolge de beëindiging van de mandaten van mevrouw Martine Lemonnier en van mevrouw Nicky Van Acker als leden van het BCSD respectievelijk op 31 december 2021 en 26 november 2019 wordt aan de OCMW-raad voorgesteld 2 leden van het BCSD aan te stellen ter vervanging.

De aanstelling van 2  leden van het BCSD ter vervanging van respectievelijk mevrouw Martine Lemonnier en mevrouw Nicky Van Acker in het LAC wordt voorgelegd aan de OCMW-raad. 

- Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie. 

- Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2018 tot wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997.

- Beslissing OCMW-raad 25 juni 2019 - aanstelling leden van het BCSD in de lokale adviescommissie minimale levering elektriciteit, gas en water.

- Beslissing OCMW-raad 26 november 2019 - kennisneming einde mandaat  van mevrouw Nicky Van Acker als lid van het BCSD. 

- Beslissing OCMW-raad 25 januari 2022 - kennisneming einde mandaat op 31 december 2021 van mevrouw Martine Lemonnier als lid van het BCSD. 

Door de intensere samenwerking tussen OCMW en stad worden meer en meer procedures overheidsopdrachten gestart en contracten afgesloten voor zowel OCMW als stad. Deze entiteitoverschrijdende opdrachten dienen afzonderlijk door de eigen beslissingsorganen te worden opgestart en goedgekeurd.

Deze werkwijze is omslachtig en niet efficiënt. Via een samenwerkingsovereenkomst tussen stad en OCMW willen we de beslissingen beperken tot goedkeuring binnen 1 entiteit. 

Op 22 januari 2019 keurde de gemeenteraad ook al een beheersovereenkomst met betrekking tot personeelsaangelegenheden goed. 

Door de beheersovereenkomst vereenvoudigen we de interne werking en beslissingsbevoegdheden mbt het voeren van overheidsopdrachten en sluiten van contracten.

Het doordacht nadenken over de efficiëntie van de huidige processen is een beleidsactie.

- Decreet Lokaal bestuur

- Wetgeving overheidsopdrachten

- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.

De justitieassistenten werken rond volgende thema's:

•           Slachtofferonthaal

•           Maatschappelijk onderzoek

•           Bemiddeling en maatregelen

•           Vrijheid onder voorwaarden

•           Elektronisch toezicht als autonome straf

•           Autonome probatiestraf

•           Autonome werkstraf

•           Probatie

Om hun werking en dienstverlening te optimaliseren, werken zij samen met de besturen van Asse, Vilvoorde en Halle om cliënten lokaal te kunnen begeleiden.

Sinds februari 2018 is er een samenwerking met het departement "Welzijn, Volksgezondheid en Gezin" voor de werking van de Justitiehuizen. De justitieassistenten van justitiehuizen maken gebruik van burelen en gesprekslokalen in het Sociaal Huis Halle. Sinds 1 januari 2022 wordt de werking van justitiehuizen ondergebracht bij het nieuwe "Agentschap Justitie en Handhaving". Het agentschap vraagt om de samenwerkingsovereenkomst aan te passen.

Door de samenwerking met het agentschap kunnen we een meerwaarde creëren inzake het aanbieden van een klantgerichte dienstverlening op maat van de burger.

Er wordt dan ook voorgesteld aan de raad om, gezien de werking van het agentschap een aanvulling is op de huidige werking, een overeenkomst af te sluiten voor ruimten in de gemeente ter beschikking te stellen volgens het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst in bijlage van dit besluit, voor de te indexeren huurprijs van 1.667,00 euro per maand (= originele prijs van 1.500,00 euro die geïndexeerd werd). Concreet zal de "oude" samenwerkingsovereenkomst met het Departement WVG, afdeling Justitiehuizen, waaronder de werking van justitiehuizen ressorteerde, stopgezet worden en vervangen worden door een nieuwe samenwerking met het Agentschap Justitie en Handhaving.

- Decreet Lokaal Bestuur.

- Beslissing vast bureau van 4 maart 2022.

Sinds 1 januari 2017 is er een samenwerking met Fluvius. Fluvius maakt gebruik van burelen en gesprekslokalen in het Sociaal Huis Halle. Vanaf 30 juni 2022 wordt de werking van de Halse antenne stopgezet. Fluvius vraagt om de samenwerkingsovereenkomst in onderlinge overeenstemming stop te zetten.

Door de stopzetting van de samenwerking met Fluvius worden de burelen op de 1ste verdieping van het Sociaal Huis terug vrijgemaakt en kunnen deze een nieuwe bestemming krijgen. 

Fluvius vraagt om de samenwerkingsovereenkomst op 15 juli 2022 te laten eindigen. Op deze wijze kunnen zij de eigen materialen ophalen en de nodige opruimwerken uitvoeren. Zij zullen ook blijven betalen tot 15 juli 2022.

Het vast bureau betreurt de stopzetting en vraagt aan Fluvius om aandacht te hebben voor haar dienstverlening.

Er wordt dan ook voorgesteld aan de raad om de overeenkomst met Fluvius stop te zetten op 15 juli 2022. 

Decreet Lokaal Bestuur.

Beslissing vast bureau van 4 maart 2022.

Bij besluit van de gouverneur van 10 februari 2022 wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de stad en het OCMW goedgekeurd. 

Aan de raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het besluit van de gouverneur van 10 februari 2022.

De (technische) opmerkingen die gegeven zijn, worden verwerkt in de volgende aanpassing van de meerjarenplanning. De evolutie van de technische opmerkingen wordt in bijlage mee gerapporteerd.

- Artikels 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

- Besluit gouverneur van 10 februari 2022.

- Beslissing vast bureau van 25 februari 2022. 

In het woonzorgcentrum ligt het jaarlijks elektriciteitsverbruik zeer hoog +/- 670.000kWh. Uit de energiescans van VIPA via het VEB bleek dat een relighting voor een aanzienlijke daling van het elektriciteitsverbruik en de CO2 uitstoot kan zorgen. Hiervoor werd in de collegezitting van 19 februari 2021 de goedkeuring gegeven om een studie laten uit te voeren via het VEB (Vlaams Energiebedrijf). Uit deze studie zijn de lastenvoorwaarden en raming gekomen die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de OCMW-raad. Alsook de wijze waarop het dossier kan uitgevoerd worden via het VEB.

Bij de start van de studie hebben we in overleg met subsector Zorg en het studiebureau de noden bepaald, die resulteerden in een voorstel dat niet enkel focust op het aspect besparing, maar ook op het comfort van de bewoners en personeel. Zo wordt de aparte nachtverlichting geïntegreerd in de algemene verlichting, wordt er bewegingsdetectie geplaatst in de gangen, kan de verlichting in de kamers gedimd worden, wordt de sturing in de leefruimtes aangepast en wordt er rekening gehouden met de nodige lumen per type ruimte.

Besparing en terugverdientijd:

Er is gerekend met een prijs van 0,2 €/kWh en mogelijke extra besparingen door middel van dimmen zijn buiten beschouwing gelaten aangezien dit moeilijk in te schatten is. Verder is er bij de berekening van de terugverdientijd (TVD) rekening gehouden met een geschatte procentuele stijging van de elektriciteitsprijs. 

De raming bedraagt 385.340€ excl. BTW of 466.261,4€ incl. BTW.

De geschatte energie besparing bedraagt 130.000kWh/jaar wat een terugverdientijd van 12,1 jaar geeft. De hogere prijzen van elektriciteit zorgen ervoor dat de terugverdientijd korter wordt.

De hoge prijs is grotendeels te wijten aan het inslijpen en wegwerken van bekabeling en het aanpassen van de posities en werking van de schakelaars naar automatische sensoren die het gebruiksgemak van de installatie verhogen en een energiebesparing realiseren omdat de branduren verlaagd kunnen worden. Het inslijpen en wegwerken dient te gebeuren terwijl het gebouw nog in gebruik is, dus het is zeer moeilijk in te schatten wat de exacte prijs zal zijn en wat de aannemer hiervoor zal aanrekenen/voorzien.

Uitvoering:

Om deze werken laten uit te voeren willen we graag samenwerken met het VEB. Het VEB treedt op als aankoopcentrale en zal, samen met het studiebureau, een mini-competitie voeren voor het plaatsen van de verlichting. Het VEB heeft reeds een raamovereenkomst lopen waar we als bestuur kunnen op intekenen. De samenvatting van de raamovereenkomst staat in bijlage. Bij gebruik van de raamovereenkomst van het VEB worden we volledig ontzorgd. En dit zowel voor aanbesteding als opvolging van de werken tot de oplevering van het project. Het VEB heeft reeds jaren ervaring bij het opvolgen en uitvoeren van relightings waardoor het interessant is om voor deze relighting samen te werken gezien de grootte en complexiteit  van het project. En dit tegen de geraamde kostendekkende vergoeding van 23.120,4 euro excl. BTW. of 27.975,68 euro incl. BTW.

Subsidie:

Via het relance programma voor gebouwen van VIPA krijgen we hiervoor een subsidie van 30% op het bedrag van uitvoering als de aanbesteding en uitvoering volledig via het VEB gebeurt. Dat zou betekenen volgens het ramingsbedrag dat dit om een subsidie van 115.602€ excl. BTW gaat.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 19 februari 2021.

Beslissingen vast bureau van 10 december 2021 en 4 maart 2022.