2022_OR_00018 - Relighting WZC Zonnig Huis en Braillongebouw - Lastenvoorwaarden, raming en wijze van aanbesteding en uitvoering - Goedkeuring

In het woonzorgcentrum ligt het jaarlijks elektriciteitsverbruik zeer hoog +/- 670.000kWh. Uit de energiescans van VIPA via het VEB bleek dat een relighting voor een aanzienlijke daling van het elektriciteitsverbruik en de CO2 uitstoot kan zorgen. Hiervoor werd in de collegezitting van 19 februari 2021 de goedkeuring gegeven om een studie laten uit te voeren via het VEB (Vlaams Energiebedrijf). Uit deze studie zijn de lastenvoorwaarden en raming gekomen die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de OCMW-raad. Alsook de wijze waarop het dossier kan uitgevoerd worden via het VEB.

Bij de start van de studie hebben we in overleg met subsector Zorg en het studiebureau de noden bepaald, die resulteerden in een voorstel dat niet enkel focust op het aspect besparing, maar ook op het comfort van de bewoners en personeel. Zo wordt de aparte nachtverlichting geïntegreerd in de algemene verlichting, wordt er bewegingsdetectie geplaatst in de gangen, kan de verlichting in de kamers gedimd worden, wordt de sturing in de leefruimtes aangepast en wordt er rekening gehouden met de nodige lumen per type ruimte.

Besparing en terugverdientijd:

Er is gerekend met een prijs van 0,2 €/kWh en mogelijke extra besparingen door middel van dimmen zijn buiten beschouwing gelaten aangezien dit moeilijk in te schatten is. Verder is er bij de berekening van de terugverdientijd (TVD) rekening gehouden met een geschatte procentuele stijging van de elektriciteitsprijs. 

De raming bedraagt 385.340€ excl. BTW of 466.261,4€ incl. BTW.

De geschatte energie besparing bedraagt 130.000kWh/jaar wat een terugverdientijd van 12,1 jaar geeft. De hogere prijzen van elektriciteit zorgen ervoor dat de terugverdientijd korter wordt.

De hoge prijs is grotendeels te wijten aan het inslijpen en wegwerken van bekabeling en het aanpassen van de posities en werking van de schakelaars naar automatische sensoren die het gebruiksgemak van de installatie verhogen en een energiebesparing realiseren omdat de branduren verlaagd kunnen worden. Het inslijpen en wegwerken dient te gebeuren terwijl het gebouw nog in gebruik is, dus het is zeer moeilijk in te schatten wat de exacte prijs zal zijn en wat de aannemer hiervoor zal aanrekenen/voorzien.

Uitvoering:

Om deze werken laten uit te voeren willen we graag samenwerken met het VEB. Het VEB treedt op als aankoopcentrale en zal, samen met het studiebureau, een mini-competitie voeren voor het plaatsen van de verlichting. Het VEB heeft reeds een raamovereenkomst lopen waar we als bestuur kunnen op intekenen. De samenvatting van de raamovereenkomst staat in bijlage. Bij gebruik van de raamovereenkomst van het VEB worden we volledig ontzorgd. En dit zowel voor aanbesteding als opvolging van de werken tot de oplevering van het project. Het VEB heeft reeds jaren ervaring bij het opvolgen en uitvoeren van relightings waardoor het interessant is om voor deze relighting samen te werken gezien de grootte en complexiteit  van het project. En dit tegen de geraamde kostendekkende vergoeding van 23.120,4 euro excl. BTW. of 27.975,68 euro incl. BTW.

Subsidie:

Via het relance programma voor gebouwen van VIPA krijgen we hiervoor een subsidie van 30% op het bedrag van uitvoering als de aanbesteding en uitvoering volledig via het VEB gebeurt. Dat zou betekenen volgens het ramingsbedrag dat dit om een subsidie van 115.602€ excl. BTW gaat.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 19 februari 2021.

Beslissingen vast bureau van 10 december 2021 en 4 maart 2022.