De notulen van de gemeenteraadszitting van 22 februari 2022 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Niet van toepassing.
Artikel 32 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraadszitting van 22 februari 2022 goed.
Gemeenteraadslid Anke Matthys bracht via mail van 13 juni 2021 de voorzitter van de gemeenteraad de heer Bertrand Demiddeleer op de hoogte dat zij van 1 november 2021 tot en met 28 februari 2022 met ouderschapsverlof is en dus gedurende die vier maanden verhinderd is als gemeenteraadslid. De periode van verhindering is intussen beëindigd.
Aan de raad wordt voorgesteld kennis te nemen van de beëindiging van de tijdelijke verhindering van gemeenteraadslid Anke Matthys.
Decreet Lokaal Bestuur artikel 12 en 14.
Beslissing gemeenteraad van 23 november 2021.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 4 maart 2022.
De gemeenteraad neemt kennis van de beëindiging van de tijdelijke verhindering van gemeenteraadslid Anke Matthys ingevolge ouderschapsverlof gedurende de periode van 1 november 2021 tot en met 28 februari 2022.
Door de intensere samenwerking tussen OCMW en stad worden meer en meer procedures overheidsopdrachten gestart en contracten afgesloten voor zowel OCMW als stad. Deze entiteitoverschrijdende opdrachten dienen afzonderlijk door de eigen beslissingsorganen te worden opgestart en goedgekeurd.
Deze werkwijze is omslachtig en niet efficiënt. Via een samenwerkingsovereenkomst tussen stad en OCMW willen we de beslissingen beperken tot goedkeuring binnen 1 entiteit.
Op 22 januari 2019 keurde de gemeenteraad ook al een beheersovereenkomst met betrekking tot personeelsaangelegenheden goed.
Door de beheersovereenkomst vereenvoudigen we de interne werking en beslissingsbevoegdheden mbt het voeren van overheidsopdrachten en sluiten van contracten.
Het doordacht nadenken over de efficiëntie van de huidige processen is een beleidsactie.
- Decreet Lokaal bestuur
- Wetgeving overheidsopdrachten
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.
De gemeenteraad keurt de beheersovereenkomst met betrekking tot overheidsopdrachten voor de geïntegreerde werking van stad en OCMW Halle goed.
De Europese koepel van steden en gemeenten CEMR (Council of European Municipalities and Regions) lanceerde een statement als steunbetuiging aan gemeenten in Oekraïne. CEMR roept de lokale besturen op dit statement te ondertekenen.
Het volledige statement is te vinden op https://www.ccre.org/en/actualites/view/4268 en luidt als volgt:
We, local and regional leaders across Europe, strongly condemn the multiple attacks and violations of the territorial integrity and sovereignty of Ukraine. We express our full support and solidarity to the Ukrainian people and our peers in local and regional government. We will not accept that our European values and integrity be attacked again by the Russian Federation after the violation of Georgian territories by Russia in 2008. We are firmly opposed to the dismemberment of a free and democratic state in Europe.
The escalation of violence, repeated bombings and attacks on Ukrainian cities and territories are a serious threat to the preservation of peace and democracy across Europe. We call on the Federation of Russia to cease its attack, to leave the national territory of Ukraine, to respect all international treaties and fundamental principles of international law and to recognise the full sovereignty of Ukraine over all its territories, including Donbas and Crimea.
Firmly convinced of local democracy and city diplomacy, based on the values of peace that unite our municipalities across Europe since 1951, we stand by the Ukrainian municipalities, cities, hromadas, districts, raions and their representative associations. They are in the front line to protect the population and provide basic services to offer them good quality living conditions and daily survival. The destruction of infrastructure by the belligerents jeopardises the efficient and safe maintenance of basic public services provided by Ukrainian local and regional governments to their citizens.
As European local and regional governments, representing 60 national associations across 40 European countries, including Ukraine, we will continue to work to support them in their efforts. Not only are we ready to support our peers in the country with the materials and expertise they may need in the days and weeks to come. Municipalities and regions will probably have to face soon the human consequences of such a tragedy for Europe, probably resulting in a flow of humanitarian refugees. Coordination with our national governments will be essential.
As the European section of UCLG, let us hope that city diplomacy will soon unite us all again!
artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad gaat akkoord om het statement van de Europese koepel van steden en gemeenten (CEMR) namens de stad Halle te ondertekenen.
De coronacrisis zorgt voor een ongeziene impact op de werking, financiën en dienstverlening van het stadsbestuur. Maar de crisis treft natuurlijk ook onze inwoners, handelaars, verenigingen en partners. Als lokaal bestuur willen we al deze mensen zo goed mogelijk ondersteunen.
In dit geactualiseerde herstelplan lijst het stadsbestuur de belangrijkste steunmaatregelen op die ervoor moeten zorgen dat iedereen de crisis goed doorstaat en dat er nadien nog steeds op een ambitieus niveau beleid kan worden gemaakt. We proberen een fair en evenwichtig financieel beleid te voeren ten aanzien van alle betrokkenen, geven inwoners, handelaars en verenigingen waar mogelijk extra financiële ademruimte en nemen gerichte steunmaatregelen ten aanzien van groepen die het nodig hebben.
Decreet lokaal bestuur artikel 40 en 41
Collegebeslissing van 11 maart 2022
Totale impact is pas helemaal zichtbaar als we zullen weten hoe lang de maatregelen nodig zijn. De impact op de fiscale ontvangsten is eerder beperkt op de voorziene ontvangsten in 2022.
In de meerjarenplanning staan onze autofinancieringsmarges hoog en is er dus ruimte om dit herstelplan te dragen. We zagen in voorbije 2 jaar dat de extra uitgaven vaak werden gecompenseerd door uitgespaarde kosten van activiteiten die uitgesteld werden en/of niet konden doorgaan.
Het vaccinatiecentrum is niet langer in de sporthal De Bres gevestigd. Daar kan dus terug zalenverhuur doorgaan.
Ook dit herstelplan zal moeten verwerkt worden in de meerjarenplanning.
Het herstelplan zoals opgenomen in bijlage wordt goedgekeurd.
De coronacrisis zorgt voor een ongeziene impact op de werking, financiën en dienstverlening van het stadsbestuur. Meerdere ondernemers werden verplicht om hun activiteiten stop te zetten of zien in deze tijd hun inkomsten sterk teruglopen. Als lokaal bestuur willen we de getroffen sectoren zo goed mogelijk ondersteunen.
Cafés, restaurants, hotels en lokale handelaars zorgen mee voor een sfeervol leven in de stad. De sluitingen en maatregelen in het kader van de coronacrisis waren voor bepaalde ondernemingen financieel gezien zeer zwaar. Deze impact blijft ook voelbaar na de volledige heropening van horeca en winkels. Lokale besturen hebben hefbomen in handen om deze ondernemingen hier mee door te loodsen. Daarom wil de stad Halle specifieke belastingreglementen aanpassen om de heropstart van de lokale economie extra kracht te geven en om hen te steunen om de opgelopen verliezen in te halen en de belastingdruk te reduceren.
Om de economische schade te milderen voor de zelfstandigen en ondernemers die geviseerd waren door de beperkingen van de federale ministeriële besluiten om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan, heeft de stad Halle beslist om een tijdelijke vrijstelling te creëren. De tijdelijke vrijstellingen kaderen tevens in een verlichting van de fiscale druk op lokale zelfstandigen en ondernemers die zwaar te lijden hadden en nog steeds hebben door de coronacrisis. Met deze tijdelijke vrijstellingen wordt een extra economische stimulans geboden die verantwoord is gezien de economische schade die geleden is in de periode waarin de federale maatregelen van kracht waren.
De gemeenteraad van de stad Halle beslist om een tijdelijke vrijstelling te creëren voor volgende belastingen:
De volgende belastingreglementen worden tijdelijk aangepast:
Een tijdelijke vrijstelling van belasting voor alle belastingplichtigen van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 wordt toegevoegd aan volgende belastingen:
Een tijdelijke vrijstelling van belasting voor alle belastingplichtigen van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 wordt toegevoegd aan volgende belastingen:
De gemeenteraad neemt akte van de beslissing van de financieel directeur om de verzending van de aanslagbiljetten voor de belastingen waar geen tijdelijke vrijstelling van toepassing is pas te versturen vanaf 1 september 2022. Het betreft volgende belastingen: Milieubelasting voor gezinnen, milieubelasting voor zelfstandigen, belasting op motoren, belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Halle.
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
De overeenkomst voor de dienst wassen van linnen bij de firma Mireille is intussen afgelopen.
Een nieuwe overeenkomst dient afgesloten te worden voor de stad.
Er kan worden ingeschreven op de raamovereenkomst afgesloten door de opdrachtencentrale Creat.
Voor een wasserijdienst werd voor een periode van 4 jaar de opdracht toegekend aan de firma Cleanlease - Vullaertstraat 73, 8730 Oedelem.
Het dossier is reeds operationeel van 1 april 2020.
De stad is sinds 1 juli 2015 toegetreden tot de opdrachtencentrale van Creat.
Creat biedt de raamovereenkomst "Wasserijdiensten en huur plat linnen". Via deze raamovereenkomst kunnen we met Cleanlease een beroep doen op wasserijdiensten voor:
linnen - plat linnen, keukenlinnen, schoonmaak- en poetslinnen, gordijnen...
LOOPTIJD
Publicatiedatum: 29/04/2019;
Start overeenkomst: 1/04/2020;
Einde overeenkomst: 31/03/2024.
Deelopdrachten worden steeds gesloten voor een periode van maximum 4 jaar en kunnen bijgevolg de einddatum van de basisovereenkomst overschrijden. De contracttermijn vangt aan op de dag van de startlevering (huur en onderhoud plat linnen) of op de dag van de eerste ophaling (wasserijdiensten). Opdrachten op afroep zijn ook mogelijk in samenspraak met de dienstverlener.
PRIJZEN
Op de prijzen is geen bijdrage in de werking van toepassing.
Prijstabel als bijlage.
Wasserijdiensten
Dit omvat het onderhoud van linnen (plat linnen, keukenlinnen, schoonmaak- en poetslinnen, gordijnen…) werkkledij, persoonlijke was van residenten,....
Onder onderhoud wordt verstaan:
Cleanlease - Vullaertstraat 73, 8730 Oedelem.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 15 april 2018 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Het decreet van 7 december 2018 inzake openbaarheid van bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 4 maart 2022.
Er worden jaarlijks kredieten voorzien voor het onderhoud van het linnen op AR 61300170 onder verschillende beleidsitems.
In het dossier werd wel geen berekening opgenomen van de budgettaire consequenties/te verwachten meerprijzen ten opzichte van het vorige contract met Mireille.
We hebben dus geen zicht op de gevolgen voor het laatst goedgekeurde meerjarenplan.
De gemeenteraad gaat akkoord om voor de wasserijdienst voor linnen en schoonmaakmateriaal in te schrijven op de raamovereenkomst "Wasserijdiensten en huur plat linnen" van de opdrachtencentrale van Creat. De opdracht werd gegund aan Cleanlease - Vullaertstraat 73, 8730 Oedelem. De raming bedraagt 301.930,88 euro inclusief 21% btw voor 4 jaar.
De overeenkomst vangt aan op de dag van de startlevering (huur en onderhoud plat linnen) of op de dag van de eerste ophaling (wasserijdiensten). Opdrachten op afroep zijn ook mogelijk in samenspraak met de dienstverlener .
De gemeenteraad gaat akkoord met de officiële prijzen van de raamovereenkomst " Wasserijdienst en huur plat linnen" volgens de voorwaarden van Creat.
Bij besluit van de gouverneur van 10 februari 2022 wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de stad en het OCMW goedgekeurd.
Aan de raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het besluit van de gouverneur van 10 februari 2022.
De (technische) opmerkingen die gegeven zijn, worden verwerkt in de volgende aanpassing van de meerjarenplanning. De evolutie van de technische opmerkingen wordt in bijlage mee gerapporteerd.
- Artikels 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
- Besluit van de gouverneur van 10 februari 2022.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10 februari 2022 houdende de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan over de financiële boekjaren 2020-2025 van de stad en het OCMW.
Met het oog op het vlot en veilig verloop alsook het handhaven van de openbare orde tijdens de carnavaldriedaagse wordt een specifieke politieverordening opgesteld. Deze verordening wordt telkens voor de duur van de legislatuur vastgelegd om zodoende een efficiënte manier van werken te kunnen waarborgen.
Het verbod om wegwerpverpakkingen te gebruiken, vergroot de kans dat er drank geschonken zal worden in glazen. Uit veiligheidsoogpunt is dit niet wenselijk en wordt na overleg met de veiligheidsdiensten, een extra artikel opgenomen in de politieverordening nav carnaval.
Het ontwerp is gebaseerd op de vorige editie en bevat slechts 1 nieuw artikel. Inhoudelijk werd reeds overleg gepleegd met de bevoegde stadsdiensten, externe partners alsook met Halattraction. De wijzigingen worden hieronder toegelicht.
Toevoeging artikel 10
Gezien het verbod om wegwerpverpakkingen te gebruiken, vergroot de kans dat er drank geschonken zal worden in glazen recipiënten. Uit veiligheidsoogpunt is dit niet wenselijk en wordt na overleg en op aanraden van de veiligheidsdiensten, een extra artikel opgenomen in de Politieverordening carnaval.
Artikel 10
Op zaterdag, zondag, maandag en dinsdag van carnaval is het verboden om zich met gevaarlijke voorwerpen op het openbaar domein binnen de noodplanningszone te begeven. Onder gevaarlijke voorwerpen wordt verstaan: glazen flessen, drinkglazen en elk voorwerp dat als wapen, steek-of slagvoorwerp gebruikt kan worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld dit artikel 10 goed te keuren en toe te voegen aan de politieverordening – openbare orde carnaval 2019 – 2025.
Politieverordening Carnaval 2019-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 februari 2019.
Algemene Politieverordening Halle.
Artikel 135 van de nieuwe gemeentewet.
Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
De wet op het politieambt van 5 augustus 1992.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 4 maart 2022.
De gemeenteraad keurt de aangepaste politieverordening - openbare orde naar aanleiding van carnaval 2019 – 2025 goed.
Voor de opdracht “Opzetten van jeugdopbouwwerk in Halle met nadruk op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren voor een periode van 3 jaar, 1 keer verlengbaar met 1 jaar”, werd een bestek opgesteld. De raming bedraagt 218.181,82 euro excl. btw of 264.000,00 euro incl. 21% btw. De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekend
Met dit bestek schrijven we een opdracht uit om een externe organisatie aan te stellen voor de aanwerving en coaching van een voltijds jeugdopbouwwerker voor het vervullen van specifieke opdrachten met als doelstelling "Het welzijn verhogen van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren en de algemene maatschappelijke positie en participatie van deze kinderen en jongeren, samen met hen, versterken”
Om de positie van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren te versterken en om samen met hen een zinvolle vrijetijdsbesteding te kunnen realiseren, participeert de jeugdopbouwwerker aan lokale netwerken en bouwt zo nodig een bijkomend lokaal netwerk uit met relevante partners.
Daarnaast zal de jeugdopbouwwerker informele contacten met partners onderhouden met het oog op het realiseren van zijn/haar doel.
Aan de raad wordt voorgesteld het bestek, de raming en wijze van gunnen goed te keuren.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 89, § 1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van € 750.000,00 niet) en artikel 57.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 4 maart 2022.
Positief advies, kredieten zijn beschikbaar
Het bestek met nr. 2022321 en de raming voor de opdracht “Opzetten van jeugdopbouwwerk in Halle met nadruk op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren voor een periode van 3 jaar, 1 keer verlengbaar met 1 jaar”, opgesteld door stad Halle worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 218.181,82 excl. btw of € 264.000,00 incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het stedelijk meerjarenplan onder actie B2.4.6.
De notaris van de eigenaars van het perceeltje kadastraal gekend Halle 4, sectie A, 96P2 schreef de stad Halle aan met het voorstel om het perceeltje dat vandaag deel uitmaakt van de Emiel Derooverlaan te verkopen aan de stad Halle tegen een symbolische euro.
Het perceeltje Halle 4, sectie A, 96P2 met een kadastrale oppervlakte van 55m² is vermoedelijk een restant van een groter perceel dat in 1963 verkaveld werd maar precieze gegevens of documenten zijn hiervan niet terug te vinden.
Op 26 maart 2021 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met de aankoop tegen een symbolische euro. Hierbij werd ook beslist de aktekosten ten laste te nemen en een eigen notaris aan te stellen voor de stad Halle.
Notaris Vereeken werd aangesteld voor de stad Halle en stelde een ontwerpakte op. Er wordt voorgesteld de ontwerpakte goed te keuren.
Gunstig
De gemeenteraad keurt het ontwerp van akte houdende de aankoop van het perceel kadastraal gekend Halle 4, sectie A, 96P2 gelegen aan de Emiel Derooverlaan en met een kadastrale oppervlakte van 55m² tegen een symbolische euro goed.
Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in recipiënten voor eenmalig gebruik. Vanaf 1 januari 2022 is dit verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eenmalig gebruik. Gezien het feestweekend van Carnaval met de lokale horeca hieronder valt, zijn deze genoodzaakt om uitsluitend herbruikbaar te werken. Op het college van burgemeester en schepenen van 10 december 2021 werd een consultant, Erik Costeur van EC Consulting VOF, aangesteld om het project omtrent de herbruikbare bekers te coördineren.
Horeca Halle stelde in samenwerking met Erik Costeur het project voor en kwam met de vraag om de nodige ondersteuning hierin te bieden. Op het college van 28 januari 2022 werd er beslist om 50% van het kostenplaatje van dit project te financieren.
Deze samenwerkingsovereenkomst is de basis voor het gebruik van de herbruikbare bekers bij de horeca tijdens het feestweekend van carnaval 2022.
De samenwerkingsovereenkomst moet vooral als juridische basis voor de ondersteuning dienen en legt in hoofdzaak de gratis logistieke steun in de vorm van een opslagplaats en de bijdrage aan de kosten vast.
Volgende kosten worden geraamd:
Algemene kosten:
Transport 2.160,00 €
Organisatie 8.640,00 €
Variabele kosten:
Huur karaffen 700,00 €
Afwas 17.544,00 €
Totale geraamde kost: 29.044,00 €
De voornaamste motivering voor de specifieke ondersteuning van de herbruikbare bekers ligt in het beeldbepalend karakter van het carnaval voor Halle enerzijds en de duurzaamheid waar de stad naar streeft anderzijds.
Decreet lokaal bestuur.
Beslissingen college van burgemeester en schepenen van 10 december 2021 en 4 maart 2022.
De totale geraamde kost is € 29.044 waarvan 50% voor de stad Halle.
Dit kan betaald worden via het beschikbare budget van € 50.000 op ST-61399999-03800-B2.1.4-Karolien.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en EC Consulting met betrekking tot de steun op financieel en logistiek vlak omtrent de herbruikbare bekers voor carnaval 2022 goed.
Er wordt regelmatig geklaagd over voertuigen die geparkeerd staan in de Reinaertweg ter hoogte van het kruispunt met de Veldstraat. We stellen voor een parkeerverbod in te stellen.
Er wordt voorgesteld om langs beide zijden over een afstand van 15 meter een parkeerverbod in te stellen door middel van gele onderbroken lijnen.
In de Reinaertweg wordt langs beide zijden ter hoogte van het kruispunt met de Veldstraat over een afstand van ongeveer 15 meter een parkeerverbod ingesteld.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door het aanbrengen van gele onderbroken strepen.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
Het is aangewezen om in de wijk Windmoleken en in de Windmolenstraat een zone 30 in te voeren.
De voordelen van een snelheidsverlaging tot 30 kilometer per uur zijn onder meer:
Veel breder gezichtsveld
Met 30 km/u heb je een veel breder gezichtsveld dan bij hogere snelheden. Zo zie je veel beter wat er links en rechts van je gebeurt en kun je op tijd reageren op mogelijke hindernissen. Bij 30 km/u heb je letterlijk en figuurlijk veel meer oog voor andere weggebruikers en verkleint je risico op een ongeval!
Je staat sneller stil
Grotere overlevingskansen bij een aanrijding
Bij een aanrijding met 50 km/u loopt een voetganger ongeveer drie keer meer risico op zware verwondingen en zes keer meer risico om te overlijden dan bij 30 km/u. Dat komt uiteraard omdat de klap van de aanrijding veel harder is naarmate de snelheid stijgt.
Al de weerhouden straten hebben enkel een ontsluitingsfunctie. Het is dan ook aangewezen dat deze straten zone 30 worden.
Als bijlage is een overzicht van de te plaatsen signalisatie ingesloten.
- Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
- Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
- Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
- Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.
In de ruime wijk Windmoleken, zoals aangeduid op het bijgevoegd plan, wordt een zone 30 ingevoerd.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door het aanbrengen van een verkeersbord F4a op de plaatsen waar de zone binnengereden wordt en een verkeersbord F4b waar de zone buitengereden wordt.
We kunnen hier verwijzen naar het bijgevoegde plannetje.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
Op 24 januari 2020 besloot het college van burgemeester en schepenen een plan van aanpak goed te keuren over het parkeergebeuren in Halle waarin o.a. ervoor werd gekozen om in de huidige legislatuur te focussen op locaties De Bres en het stadsmagazijn voor de realisatie van stads(rand)parkings. In hetzelfde besluit werd ook besloten om een ondersteunend parkeerbeleid uit te werken in het binnengebied van Halle wat resulteerde in een concessie voor het beheer van het parkeren.
Een eerste concessie loopt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022. Voor de nieuwe concessie vanaf 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023 werd een concessiedocument uitgewerkt.
De concessieovereenkomst voor het beheer parkeren 2022-2023 omvat het beheer van het parkeren op grondgebied van Halle :
Aan de inschrijver wordt gevraagd een financieel voorstel te doen met o.a. een vaste en een variabele jaarlijkse concessievergoeding voor de stad Halle. De voorziene duur van de opdracht loopt van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023.
De concessieopdracht omvat o.a.:
De raming bedraagt 2.450.000 euro exclusief BTW.
Volgende ontvangsten voor de concessie zijn voorzien in de AMJP voor 2022 en 2023:
2022 | 2023 |
1.000.000 | 1.000.000 |
Het concessiedocument en de raming betreffende de concessie voor het beheer van het parkeren van 1 juli 2022 – 31 december 2023 in Halle worden goedgekeurd.
Op basis van de gunstige evolutie van de coronacijfers besliste het Overlegcomité op 4 maart 2022 om vanaf maandag 7 maart over te schakelen naar code geel. Ook de epidemische noodsituatie wordt opgeheven en er komt een einde aan de federale fase van het nationaal noodplan dat op 13 maart 2020 werd afgekondigd bij het begin van de coronacrisis. Dit heeft ook gevolgen voor de organisatie van de vergaderingen van de gemeenteraad en de OCMW-raad.
Het overlegcomité van 4 maart bestendigde de versoepeling van de coronamaatregelen. Om die reden heeft ook het Agentschap Binnenlands Bestuur de eerdere richtlijnen rond het digitaal vergaderen van de organen van de lokale besturen aangepast.
De politieverordening van 25 oktober 2021, bekrachtigd door de gemeenteraad van 26 oktober 2021, waarbij beslist werd om vergaderingen van de raden en de commissies virtueel te organiseren wordt met onmiddellijke ingang ingetrokken.
De vergadering van de gemeenteraad en de OCMW-raad vindt opnieuw fysiek plaats. Voor de organisatie van de fysieke vergaderingen van de lokale bestuursorganen is het dragen van een mondmasker niet meer verplicht voor de raadsleden en het publiek. Het mondmasker blijft wel aanbevolen op plaatsen waar meerdere mensen samen zijn in een beperkte ruimte of als de afstand van 1,5 meter niet gegarandeerd kan worden.
De vergaderingen van de algemene overlegcommissie en de commissies dienstverlening en algemeen beleid, stadsontwikkeling en samenleving blijven virtueel / digitaal. Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad werd in die zin aangepast.
Aan de raad wordt voorgesteld de politieverordening van 9 maart 2022 te bekrachtigen.
- het koninklijk besluit van 5 maart 2022 KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende het coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken
- artikel 134 en 135 §2, 5° van de nieuwe gemeentewet
- artikel 63 van het decreet lokaal bestuur
- de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur van https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/nieuws/code-geel-geen-mondmaskerplicht-meer-bij-fysieke-vergaderingen-lokale-bestuursorganen
- de politieverordeningen van 25 oktober 2021 en 9 maart 2022.
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van 9 maart 2022 waarbij de politieverordening van 25 oktober 2021 met onmiddellijke ingang wordt ingetrokken.
In 2020 werd een traject opgestart m.b.t. een grondige reorganisatie van de sector stadsontwikkeling. Dit traject mondde uit in een wijziging van de organisatiestructuur waaruit de nieuwe sector project & investeringsbureau is gegroeid en een wijziging in structuur van de sector stadsontwikkeling en facility.
De structuur werd intussen geïmplementeerd en de werking zit in een transformatiefase van huidige situatie naar wenselijke situatie.
Ter ondersteuning van deze transformatiefase zullen er voor de periode van 1 januari tot 31 december 2022 consultants ingeschakeld worden ter ondersteuning van de projectopvolging. Hiertoe wensen we samen te werken met Poolstok.
Stad Halle is aandeelhouder van Poolstok (Jobpunt Vlaanderen). Via dit aandeelhouderschap zijn wij in de mogelijkheid om via raamovereenkomsten samenwerkingen af te sluiten met externe firma 's die onder meer instaan voor consultancy.
In 2020 en 2021 werd er reeds een samenwerking opgezet met Mondea via een raamovereenkomst van Poolstok, met als doel op korte termijn te kunnen anticiperen op een aantal tekorten binnen de personeelsbezetting.
Poolstok bezorgde ons een offerte omtrent de verderzetting van de opdracht en samenwerkingsovereenkomst met Mondea ( zie bijlage) voor 2022.
Het voorstel is om gedurende de periode van 1/1/2022-31/12/2022 consultants in te schakelen voor hun expertise inzake projectopvolging. Het betreft een inschakeling van gemiddeld 2,5 dag per week en een maximaal totaal te besteden budget van € 125.000.
Gezien het een uitbreiding/verderzetting betreft van de werking in 2020 & 2021 en gezien de totale kostprijs is het de bevoegdheid van de gemeenteraad om deze samenwerking goed te keuren.
Aan de raad wordt bijgevolg voorgesteld de verdere inschakeling van de consultants, via de algemene principes opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen Poolstok en Mondea opgenomen in bijlage van dit besluit, goed te keuren.
Rechtspositieregeling van de stad Halle.
Goedgekeurde personeelsformatie stad Halle.
Wet op de overheidsopdrachten.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.
Een aanwending van € 125.000 met ref 2022/3669 werd geboekt op ST-6139999-01120-VanessaB.
Op het document in de bijlage staat verkeerdelijk: verlenging 2 van 1/1/2022 tot 31/12/2021.
We denken dat niet meer is dan een schoonheidsfoutje en geen gevolgen heeft voor het aangaan van deze verbintenis.
De gemeenteraad keurt de samenwerking met Mondea betreffende de inschakeling van consultants, via de raamovereenkomst van Poolstok, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2022 goed.
In zitting van 2 januari 2019 ging de gemeenteraad over tot de verkiezing van de afgevaardigden voor de politieraad van de politiezone Zennevallei. Onder meer raadslid Marc Picalausa werd voorgedragen in de politieraad. De voordrachtsakte vermeldde geen plaatsvervangers.
Raadslid Picalausa werd verkozen als politieraadslid op 2 januari 2019.
Bij brief van 1 december 2021 diende raadslid Marc Picalausa bij de voorzitter van de politieraad, burgemeester Marc Snoeck zijn ontslag in als politieraadslid.
Artikel 19 van de wet op de Geïntegreerde Politiedienst bepaalt: "Wanneer een effectief lid voor het verstrijken van zijn mandaat ophoudt deel uit te maken van de politieraad en hij geen opvolger of opvolgers heeft, kunnen alle nog in functie zijnde gemeenteraadsleden die de voordracht van het te vervangen lid hadden ondertekend, gezamenlijk een kandidaat effectief lid en één of meer kandidaat-opvolgers voordragen. In dit geval worden deze kandidaten verkozen verklaard, de kandidaat-opvolgers in orde van hun voordracht. Is zulks niet het geval, dan wordt in de vervanging voorzien bij een geheime stemming waarbij elk gemeenteraadslid over één stem beschikt en de kandidaat die de meeste stemmen behaalde verkozen wordt verklaard Bij staking van stemmen is artikel 17 van toepassing."
Er werd geen nieuwe voordrachtsakte ingediend. Bijgevolg dient de gemeenteraad bij geheime stemming een nieuw effectief lid van de politieraad aan te duiden.
- De Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveau's, meer bepaald artikel 19
- Het Koninklijk Besluit van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
- De beslissing van de gemeenteraad van 2 januari 2019
Raadslid Anke Matthys wordt verkozen namens de stad Halle als effectief lid in de politieraad van de politiezone Zennevallei.
In 2022 vindt de 26ste Halse "Bikelife" duatlon plaats, voor de vierde maal onder de organisatie van de Halse triatlonclub H3O / Endurance Sports Halle vzw.
De Halse duatlon kende zijn oorsprong binnen de braderie van Sint-Rochus, waarna de organisatie werd overgenomen door de sportraad. In 2013 nam de Halse vereniging Renkoekoek vzw deze organisatie succesvol over. In 2017 diende de stad het een jaar zonder de vertrouwde duatlon te moeten stellen, gezien Renkoekoek vzw op zoek was naar een overnemer, die ze uiteindelijk vonden bij H3O.
Gezien dit een jaarlijks terugkerend evenement is, werd in samenspraak met de club een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt voor de edities 2022, 2023 en 2024. De wedstrijd zal in 2022 plaatsvinden op maandag 15 augustus.
Wij stellen de gemeenteraad voor om de samenwerkingsovereenkomst voor de 3 volgende edities goed te keuren.
Decreet Lokaal Bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 18 februari 2022.
Gunstig.
Er zijn voldoende garanties ingebouwd voor terugvorderen van de subsidie indien dit noodzakelijk zou blijken.
Naar mijns inziens heb ik hier geen bezwaar op aangezien dit al meermaals is kunnen doorgaan.
Er is geen concessieovereenkomst nodig aangezien er geen ambulante activiteiten zijn, je moet wel advies van de NMBS vragen voor het gebruik van het Stationsplein.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad en vzw Endurance Sports Halle voor de organisatie van de Bikelife duatlon in 2022, 2023 en 2024 goed.
De energieprijzen voor elektriciteit en gas gaan in een ongezien stijgende lijn. Opvanginitiatieven moeten hun locatie de hele dag door voldoende verwarmen. Zij kunnen hier in het belang van de kinderen die ze opvangen niet op besparen. Bovendien leggen de coronamaatregelen de opvanginitiatieven ook op om meer en vaker te ventileren, waardoor de verwarmingskosten nog meer oplopen, tegen de wil van de opvanginitiatieven in.
Afhankelijk van het type opvang, bestaat het risico dat ofwel de prijs van de opvang duurder zal worden (wat niet wenselijk is, gelet op de nood aan betaalbare kinderopvang), ofwel dat de bestaande onkostenvergoeding niet zal volstaan (waardoor onthaalouders financieel in de problemen kunnen komen en mogelijks zelfs de opvang moeten stoppen).
In Halle is er een grote capaciteitsproblematiek voor kinderopvang van baby’s en peuters. Elke bijkomende uitdaging voor bestaande opvanginitiatieven moet zoveel mogelijk gecounterd worden. Daarom wil de stad de Halse kinderopvanginitiatieven een eenmalige verwarmingspremie van 250 euro toekennen volgens het reglement in bijlage.Decreet lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2022.
Er werd via een aanpassing van de raming € 10.000 overgeboekt van
ST-61400100-09450-asroeges naar
ST-64930000-09450-asroeges.
Het voorstel voor de eenmalige verwarmingtoelage werd afgetoetst op het LOK van 7/2/2022 en er werd via mail advies gevraagd aan alle leden van het LOK.
De gemeenteraad keurt het reglement voor de toekenning van een eenmalige verwarmingspremie aan de Halse voorschoolse kinderopvanginitiatieven goed.
Op 10 november 2021 werd de stad op de hoogte gesteld door de Vlaamse Overheid, Agentschap Onroerend Erfgoed (afk. AOE) dat de historische voetweg nr. 99 zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen van Halle, gelegen tussen de Wedemstraat en de Gaasbeeksesteenweg niet meer volledig toegankelijk is en hierdoor aan functionaliteit verliest.
De voetweg heeft verschillende vertakkingen en is gedeeltelijk gelegen in het beschermde landschap ‘Kasteel van Budingen, kasteelhoeve en Hof te Wedem met omgeving’.
Het team Vlaams-Brabant AOE verzoekt om deze voetweg te herwaarderen en terug volledig openbaar te stellen naar aanleiding van een adviesvraag over een natuurbeheerplan voor gronden bij het Hof te Wedem in de Wedemstraat te Halle ter bescherming van het landschap.
Aangezien stad Halle een beleid voert ter herwaardering van de trage wegen wordt aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd om de nodige maatregelen te treffen tot herwaardering van voetweg nr. 99.
In de strategische meerjarenplanning 2020-2025 wordt onder doelstelling B5 het actieplan toegelicht om voetwegen te herwaarderen.
Halle maakt werk van een stad op maat van voetgangers (AP B5.1)
Het STOP-principe (Stappen-Trappen-Openbaar vervoer) stelt prioriteiten wat betreft de keuze voor een vervoermiddel. Stappen krijgt hierbij de hoogste prioriteit. Halle bouwt daarom verder aan een stad die aantrekkelijk is voor voetgangers. Dit gaat van het optimaliseren van de voetpaden tot het in kaart brengen en herwaarderen van voetwegen op het grondgebied.
Er wordt voldoende aandacht gegeven aan de (toekomstige) toegankelijkheid van het openbaar domein.
Ligging van voetweg nr. 99 en beschrijving van de rooilijnen zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen van Halle
Het tracé van voetweg nr. 99 beschrijft een 3-delige vertakking en heeft een algemene rooilijnbreedte van 1,60 meter cf. de plandocumenten uit de atlas der buurtwegen. Vertrekkende vanaf de westelijke zijde t.h.v. de aansluiting op buurtweg nr. 7 (nu de gemeenteweg gekend als Wedemstraat) vertakt de voetweg in drie delen waardoor deze ook drie verschillende aansluitingspunten heeft op de buurtweg nr. 3 (gemeenteweg gekend als de Gaasbeeksesteenweg).
Bij het bestuderen van de planbladen uit de atlas der buurtwegen dient er rekening gehouden te worden met de weergave van de rooilijnen. Deze geven immers weer of een gemeenteweg al dan niet gelegen is op een privaat perceel (bij wijze van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid) of gelegen is op het openbaar domein.
- een buurtweg (‘chemin’) of voetweg (‘sentier’) die in de atlas afgebeeld wordt d.m.v. volle (= niet onderbroken) lijnen behoort tot het openbaar domein. De weg ligt dus niet over een privaat perceel.
- een voetweg die afgebeeld wordt d.m.v. een volle lijn met daar tegenover een onderbroken lijn is gelegen langsheen een gemeenschappelijke perceelsgrens en dient begrepen te worden als een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op het perceel langs de zijde van de onderbroken lijn.
- een voetweg die afgebeeld wordt d.m.v. twee onderbroken lijnen is meestal dwars gelegen over een perceel en ligt hier dus niet langs een perceelsgrens. Wanneer dit wel het geval is dan wordt er tussen de twee onderbroken lijnen een volle lijn afgebeeld om erop te duiden dat de as van de voetweg gelijkt loopt met een gemeenschappelijke perceelsgrens. De rooilijnbreedte (in de meeste gevallen bedraagt dit 1,60 m voor een voetweg) is hier dan voor de helft verdeeld over de betrokken aanpalende percelen. De publieke erfdienstbaarheid van doorgang loopt dan met een breedte van bijvoorbeeld 80 cm (indien rooilijnbreedte = 1,60 m) voor een bepaalde lengte overheen beide aanpalende percelen. Gelet de grootschalige opmetingen van de atlas der buurtwegen van Halle plaatsvonden tussen 1841 en 1843 dient de weergave van sommige rooilijnen nu anders geïnterpreteerd te worden. Daar waar een tracé vroeger nog niet langsheen een gemeenschappelijke perceelsgrens liep kan dit nu wel het geval zijn als gevolg van verkavelingen of splitsing van percelen.
Kadastrale ligging: HALLE 1° afdeling Sectie A
Deel 1 (getroffen percelen: 27 & 26A)
- Het eerste deel van voetweg nr. 99 is gevestigd op perceelnummer 27 en loopt verder langsheen de perceelsgrens van perceelnummer 26A tot aan de Gaasbeeksesteenweg. De atlas geeft hier de rooilijnen hoofdzakelijk weer als een ‘volle’ lijn evenwijdig aan een onderbroken lijn. Dit betekent dus dat het tracé van dit gedeelte (over een breedte van 1,60 m) dient beschouwd te worden als een erfdienstbaarheid van publieke doorgang, resp. gelegen overheen het perceel waarop de onderbroken lijn wordt afgebeeld. Het eerste deel van voetweg nr. 99 is dus enkel gelegen overheen de percelen 27 en 26A.
Deel 2 (getroffen percelen: 27, 38D, 39C, 42N & 50G)
- Voetweg nr. 99 vertakt zich op perceel 27 naar het tweede deel en loopt dan verder overheen perceelnummer 38D (*de weergave van de perceelsgrenzen op de kadasterkaart blijkt hier niet overeen te stemmen met de juridische toestand ten tijde van de atlasmetingen). Vanaf hier wordt de voetweg afgebeeld als twee evenwijdige onderbroken lijnen. Het tracé gaat verder over in twee onderbroken lijnen met in het midden een volle lijn. Dit betekent dat de as van de voetweg overheen de gemeenschappelijke perceelsgrens van percelen 39C, 50G en 42N loopt. De volle lijn tussen de streep-punt-lijn beschrijft tegelijkertijd de as van de voetweg en duidt tevens ook de gemeenschappelijke perceelsgrens aan. Deze 3 percelen zijn dus langs hun respectievelijke zijde van de perceelsgrens voor een breedte van 80 cm getroffen door de publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang. Zoals reeds aangehaald dient opgemerkt te worden dat kadastrale perceelsaanduidingen soms afwijkingen vertonen t.o.v. de juridische perceelsgrenzen. De weergave van een perceel op een kadastraal uittreksel heeft enkel een fiscaal doeleinde en is geen juridisch document.
Het vervolg van de voetweg loopt over in een verbreding naar 2,50 meter overheen een grondstrook in openbaar domein (weergave van volle lijnen in de atlas der buurtwegen – zijtak van de Gaasbeeksesteenweg in kasseiverharding).
Deel 3 (getroffen percelen: 38D, 38E, 38F, 51C, 60H & 63/2A)
- Het derde deel loopt vanaf perceel 38D overheen percelen 38F, 51C, 63/2A en 60H in de vorm van evenwijdige en onderbroken lijnen (publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op private grond).
Percelen 38D, 38E en 38F zijn bebost en landschappelijk waardevol.
Het tracé van de voetweg is overheen perceel 60H overbouwd door een vergunde of een vergund geachte constructie waardoor het hedendaags niet meer mogelijk is om het traject hier op haar oorspronkelijke ligging opnieuw toegankelijk te maken voor het publiek. In het (zelfs recente) verleden is vaak geen rekening gehouden met de verplichting om eerst over een buurtweg te beslissen, en werden nog geldige tracés overbouwd of belemmerd door kavelindelingen, met alle betwistingen en problemen van dien.
Omdat het traject van deel 3 onmogelijk in haar oorspronkelijke staat kan hersteld worden dringt zich hier een regularisatie op van de bestaande toestand. Op oude luchtfoto’s van 1971 en tussen 1979 en 1990 is te zien dat het traject hier destijds in onbruik was.
Beschermd statuut van de buurt- en voetwegen uit de atlas der buurtwegen
Alle gemeentelijke wegen en buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen die bestaan op 1 september 2019, worden voor de toepassing van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 geacht een gemeenteweg te zijn.
Gemeentewegen kunnen alleen opgeheven worden door een bestuurlijke beslissing ter uitvoering van dit decreet en kunnen niet verdwijnen door niet-gebruik.
De basisprincipes uit het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen zijn vooral van toepassing bij de afweging van beslissingen over gemeentewegen die in de feiten al enige tijd verdwenen zijn of in onbruik zijn geraakt.
Het uitgangspunt is dat er goed nagedacht en verantwoord wordt wanneer gemeentewegen opgeheven of verplaatst worden. Uitzonderlijk kan dat uiteraard verantwoord zijn, als er voldaan is aan de hierboven vermelde principes. Die principes gelden ook voor doodlopende wegen. Dergelijke wegen hebben geen bestemming, maar kunnen op zichzelf een bestemming zijn. Ze kunnen namelijk een culturele waarde hebben, een uitzicht bieden, een veilig speelterrein voor kinderen zijn of toegang geven tot een achterliggend perceel.
Gezien bovenstaande argumenten is het aangewezen om positief gevolg te geven aan het verzoek van AOE om de historische voetweg nr. 99 te herwaarderen en het college de opdracht te geven om de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg te vrijwaren, met uitzondering van het derde deel van de voetweg waarvan het traject nu overbouwd is door een vergunde of vergund geachte constructie. Een verplaatsing of opheffing van dit derde deel dient behandeld te worden via een aparte procedure cf. het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. Een PV van Opmeting van de huidige bestaande toestand met een correcte weergave van de juridische perceelsgrenzen en een correcte weergave van de inplanting der historische rooilijnen is vereist om tot herwaardering van deze voetweg over te gaan.
Afpaling van de gemeenteweg
Het college van burgemeester en schepenen kan op eigen initiatief, of op verzoek van de gemeenteraad of van derden overgaan tot afpaling van de gemeenteweg, met tussenkomst van een landmeter-expert.
Alle aangelanden worden dertig dagen vooraf met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van de afpaling.
Voor de afpaling van de gemeenteweg wordt een plan en een proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal en het plan vermelden minstens de breedte van de gemeentewegen, de ligging ten opzichte van de eigendomsgrenzen en alle punten waar palen, hetzij zichtbaar, hetzij mediaan, werden geplaatst.
Het plan en het proces-verbaal worden ondertekend door:
1° een ambtenaar van de gemeente die het college van burgemeester en schepenen heeft aangesteld;
2° de aangelanden.
Beheer van de gemeenteweg
De gemeente is belast met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg.
De gemeente kan, met toepassing van de relevante regelgeving, te allen tijde onderhouds- en herstelwerkzaamheden uitvoeren aan gemeentewegen. Daarin zijn het herstel van het wegdek, het snoeien van overhangende takken, het garanderen van een adequate waterhuishouding en het herstellen van wegzakkende bermen begrepen.
De gemeente kan te allen tijde versperringen of andere belemmeringen die de toegang, het gebruik of het beheer van de gemeenteweg hinderen of verhinderen, verwijderen of laten verwijderen.
In voorkomend geval kan de gemeente de kosten terugvorderen van de aansprakelijke.
Eenieder heeft het recht om een verzoekschrift tot vrijwaring en herwaardering van een in onbruik geraakte gemeenteweg in te dienen bij de gemeente. Het verzoekschrift is gemotiveerd op grond van de doelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het doel is om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
De gemeenteraad oordeelt op welke manier gevolg gegeven wordt aan het verzoekschrift, hetzij door een opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg te vrijwaren, hetzij door het college van burgemeester en schepenen te belasten met het opstarten van een procedure tot wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
Verbodsbepaling en bestraffing
Het handhavingsluik van het decreet houdende de gemeentewegen stelt dat het verboden is om:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde
De gemeenten kunnen overtredingen van de verbodsbepalingen bestraffen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Last tot herstel
Het college van burgemeester en schepenen kan aan elke overtreder een last opleggen tot herstel van een overtreding van verbodsbepalingen.
De last tot herstel omvat:
1° de te nemen herstelmaatregelen;
2° het tijdskader voor het nemen van de herstelmaatregelen;
3° de gevolgen van het niet of niet tijdig uitvoeren van de herstelmaatregelen, namelijk ofwel de uitoefening van bestuursdwang in de zin van onderafdeling 2, ofwel de verplichting tot betaling van een dwangsom in de zin van onderafdeling 3;
4° in voorkomend geval de kosten die verhaald worden bij de toepassing van bestuursdwang.
Bestuursdwang
Het college van burgemeester en schepenen heeft de bevoegdheid om een opgelegde last tot herstel bij wijze van bestuursdwang door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, als de overtreder die last niet of niet tijdig heeft uitgevoerd. Het college van burgemeester en schepenen kan ook bestuursdwang toepassen zonder voorafgaande last tot herstel in spoedeisende gevallen. Dat besluit is gemotiveerd en vermeldt de te nemen herstelmaatregelen zoals hierboven vermeld. Het wordt aan de overtreder afgegeven of opgestuurd met een beveiligde zending.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nodige maatregelen te treffen tot herwaardering van voetweg nr. 99 tussen de Wedemstraat en de Gaasbeeksesteenweg rekening houdend met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
De gemeenteraad geeft de bijkomende opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om bij de herwaardering van de gemeenteweg (opgenomen als voetweg nr. 99 in de atlas der buurtwegen van Halle) het origineel en niet overbouwd tracé (deel 1 en deel 2 zoals beschreven in het motivatieluik) reeds af te palen via de opmaak van een opmetingsplan bestaande toestand (proces-verbaal van opmeting met grensaanduiding) en een proces-verbaal van afpaling.
De opstart van een procedure tot het openen van een nieuwe trage weg tussen de Kleutersbaan en de Jozef Degelaenstraat kent zijn aanzet ingevolge het collegebesluit van 15 juli 2016 (2016_CBS_01053).
Het doel is om te voorzien in een verlenging van de Kleutersbaan, door een verbinding te creëren voor traag, niet-gemotoriseerd verkeer (trage weg) vanaf de schoolpoort van de kleuterschool ‘De Buiteling’ (in erfpacht aan het Heilig Hartinstituut Halle Annuntiaten) tot aan de Jozef Degelaenstraat.
Ter bepaling van het nieuw te vormen tracé werd op 14 augustus 2020 een gezamenlijk overlegmoment gehouden tussen de ambtenaren van de dienst openbaar domein, de aangelanden (grondeigenaars, erfpachters, en aanpalende eigenaars), de vzw werkgroep Trage Wegen Zuid-West Brabant en enkele buurtbewoners. Hedendaags is er reeds een officieuze verbinding mogelijk.
Het doel is om het nieuwe tracé via de officiële procedure conform het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 op te nemen als een gemeenteweg.
Op basis van het overleg werd een ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan opgesteld door de landmeter-expert in dienst van stad Halle.
Het tracé werd ontworpen op onderstaande kadastrale percelen:
Aan een onafhankelijk studiebureau werd de opdracht gegeven om een schattingsrapport op te stellen ter bepaling van de minwaarde welke de getroffen percelen ondervinden bij het goedkeuren van een nieuwe trage weg door middel van een erfdienstbaarheid van publieke doorgang te vestigen overheen private grond.
In zitting van 21 december 2021 keurde de gemeenteraad het ontwerp rooilijnplan ‘VERLENGING GEMEENTEWEG KLEUTERSBAAN – nieuwe voetgangersweg tussen de Kleutersbaan en de Jozef Degelaenstraat’ voorlopig vast. Overeenkomstig artikel 17, §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen werd het ontwerp van dit rooilijnplan aan een openbaar onderzoek onderworpen.
Het openbaar onderzoek liep vanaf donderdag 13 januari 2022 t.e.m. zaterdag 12 februari 2022.
Gedurende deze periode werd er één standpunt ingediend.
Overeenkomstig artikel 21, § 5 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dient de gemeenteraad binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het ontwerp van voorliggend gemeentelijk rooilijnplan definitief vast te stellen.
Bij het collegebesluit van 15 juli 2016 ging het toenmalige bestuur akkoord om de onderhandelingen op te starten met de betrokken partijen (eigenaars, aangelanden, …) om te voorzien in een nieuwe trage weg in hoofdzaak bestemd voor schoolverkeer tussen de Kleutersbaan en Jozef Degelaenstraat. De reden tot aanzet van dit dossier kwam er door het verlenen van een bouwvergunning voor het huidig schoolgebouw van de kleuterschool waarbij het traject van een zogenaamde feitelijke voetweg verloren ging.
In het verleden werd er namelijk een deel van voetweg nr. 13 zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen van Buizingen afgeschaft (goedgekeurd op 7 maart 1887 en gevoegd aan besluit deputatie op 7 augustus 1889).
Hiermee ging de trage verbinding tussen de buurtweg nr. 1 (de huidige Nachtegaalstraat) en voetweg nr. 14 (de huidige Jozef Degelaenstraat) verloren. Doorheen de jaren ontstond er een soort van feitelijke voetgangersverbinding overheen het schooldomein door het Kluisbos (eigendom Agentschap Natuur en Bos) tot aan de Degelaenstraat, dewelke nu ook verloren is gegaan omdat de bouwplannen voorzagen dat het tracé moest wijken voor het nieuwe schoolgebouw. Deze zogenaamde feitelijke verbinding heeft echter nooit officieel het statuut van een gemeenteweg gehad.
Bij het behandelen van enkele bezwaren inzake de toenmalige voorliggende bouwaanvraag voor het schoolgebouw gaf de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant het advies om te zoeken naar een oplossing ter vorming van een trage wegverbinding tussen de Kleutersbaan of Nachtegaalstraat en de Jozef Degelaenstraat.
De voorliggende ontworpen nieuwe trage weg heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Stad Halle voert een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
De doortrekking van de Kleutersbaan naar de J. Degelaenstraat staat ten dienste van het algemeen belang zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.
Ontwerp gemeentelijk rooilijnplan
Artikel 8 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad;
Artikel 2 van het decreet Gemeentewegen omschrijft het volgende;
- 6° gemeenteweg: een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond;
- 10° trage weg: een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer;
Artikel 5 van het decreet Gemeentewegen bepaalt onder;
- 5° gemeentelijk rooilijnplan: grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meer gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden;
Artikel 11 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat de ligging en de breedte van een gemeenteweg wordt vastgelegd in een gemeentelijk rooilijnplan.
Gezien artikel 4 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet er rekening dient gehouden te worden met volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Overwegende dat de wijziging aan het gemeentelijk wegennet als volgt kan worden gemotiveerd;
1. Algemeen belang
Overeenkomstig artikel 4, 1° van het decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Voorliggend gemeentelijk rooilijnplan strekt er toe om de wegenis van de Kleutersbaan te verlengen in functie van het schoolverkeer, om een veilige en aangename verbinding voor traag verkeer doorheen het Kluisbos naar de Jozef Degelaenstraat te realiseren en om te voorzien in een recreatieve verbinding in een bosrijk gebied. Momenteel bestaat er reeds een feitelijke verbinding maar kan de vrije doorgang en veiligheid niet gegarandeerd worden door de eigenaars van de gronden waar het feitelijk tracé overheen loopt. Na het uitvoeren van de rooilijnprocedure komt de beheersplicht toe aan de gemeente en kan voorzien worden in een veilige doorgang gelet op de bestaande reliëfstructuur waar het feitelijk pad nu overheen loopt.
2. Uitzonderingskarakter wijziging, verplaatsing of afschaffing
Overeenkomstig artikel 4, 2° van het decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering die gemotiveerd dient te worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het nieuwe decreet werd deze motiveringsplicht in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
In dit geval wordt er geen bestaande weg verbreed, verplaatst of opgeheven. Er wordt voorzien in een verlenging van de bestaande gemeenteweg genaamd Kleutersbaan door hier een tracé voor traag verkeer aan te koppelen welke zal aansluiten op de bestaande openbare wegenis van de Jozef Degelaenstraat om zodanig de toegankelijkheid en verkeersveiligheid te verbeteren.
3. Verkeersveiligheid en ontsluiting aangrenzende percelen
Overeenkomstig artikel 4, 3° dienen bij de beslissingen omtrent wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
Betreffende de verkeersveiligheid wordt vooreerst verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’.
Hierbij wordt nog eens opgemerkt dat er reeds een feitelijke verbinding voor traag verkeer bestaande is maar dat deze nog niet het statuut heeft van dat van een gemeenteweg (trage weg).
Het bestaand tracé vertrekt vanaf de schoolpoort langsheen de bestaande afsluiting overheen percelen 110c7 (privaat/schooldomein) en 110a7 (privaat) om zo haaks richting het Kluisbos te lopen waar het na ongeveer 50 meter vertakt in 2 richtingen.
De eerste vertakking loopt noordwestelijk langsheen de bovenzijde van het talud overheen het schooldomein op perceel 110c7 (Stichting Vicariaat VLBM) en komt uit op een houten trapconstructie in het Kluisbos op perceel 107x (ANB) waarna het traject verder loopt tot aan de bocht in de J. Degelaenstraat ter hoogte van huisnummer 36A.
De tweede vertakking loopt oostelijk verder en gaat over in een houten trapconstructie (in slechte staat) in het Kluisbos en gaat vervolgens verder overheen een kleine waterloop (vertakking van de Kleine Beek) om zo uit te komen op de J. Degelaenstraat.
Op advies van het ANB werd gekozen om enkel de tweede vertakking welke rechtstreeks naar de J. Degelaenstraat loopt op te nemen als trage weg. De stad kan nadien instaan voor het aanleggen van een houten trapconstructie gelet op het bestaande reliëf om zo te voorzien in een veilige doorgang.
De eerste vertakking welke overheen de schoolgrond loopt en vanaf de houten trap overgaat in natuurgebied wordt niet opgenomen in het rooilijnplan. Dit om geen onnodige erfdienstbaarheid van publieke doorgang te realiseren op private gronden en om het gebruik van de trage wegen als aantrekkelijke mountainbikeroutes doorheen bosrijk gebied te ontmoedigen. Het tracé kan wel behouden blijven als een soort van feitelijk bospadje mits de eigenaars van de betreffende gronden (Stichting Vicariaat VLBM en ANB) dit verder toelaten.
Het ontwerp rooilijnplan toont de vermelding om perceel 110y6; welke hedendaags reeds de uiterlijke kenmerken heeft van openbare wegenis, gratis in te lijven en om het overige deel van het nieuwe traject vast te leggen als zijnde een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op private gronden op perceel 110c7 (Stichting Vicariaat VLBM) en 107x (ANB).
Hierdoor wordt de bestaande toestand geregulariseerd en sluiten de aanpalende percelen 107w (privaat), 110c4 (privaat), 110a7 (privaat) en 110c7 (Stichting Vicariaat VLBM) officieel aan op de openbare wegenis.
De voorziene gratis grondafstand van perceel 110y6 wordt verder gemotiveerd ingevolge het wegenisdossier; ‘Kleutersbaan – aanleg van nieuwe wegenis en riolering’, waarbij het toenmalige bestuur in de collegezitting van 24 september 2004 het standpunt aannam dat huidig perceel 110y6 na de definitieve oplevering van de weg- en rioleringswerken gratis zal worden afgestaan aan de Stad ter inlijving bij de openbare wegenis. In het gemeenteraadsbesluit van 15 september 2009 wordt dit standpunt nog eens herhaald.
De werken werden in augustus 2013 uitgevoerd maar de oplevering der werken werd jarenlang ‘on hold’ gezet aangezien er een dispuut was over de gerealiseerde wachtaansluitingen met het toenmalig diensthoofd openbare werken.
Een opmetingsplan opgesteld door de landmeter-expert SCHOUKENS op 27 september 2017 werd aan de Stad opgeleverd. Perceel 110y6 wordt hierop als LOT 1 afgebeeld met een afgeronde oppervlakte van 1 are 22 ca (122 m²) . Op het ontwerp rooilijnplan opgesteld door de landmeter-expert in overheidsdienst van Stad Halle bedraagt de niet afgeronde oppervlakte volgens meting 121,78 m².
Met het collegebesluit van 13 augustus 2021 ( 2021_CBS_01138) ging het bestuur uiteindelijk akkoord met de voorlopige en definitieve oplevering der werken.
Overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 15 september 2009 dient de grondafstand te gebeuren via een ontwerp van akte opgesteld door de notaris aangesteld door de bouwheer (nu de huidige eigenaar van perceel 110y6).
Wat betreft het standpunt van de gratis grondafstand ter opname bij het openbaar domein en het vestigen van de publiekrechtelijke erfdienstbaarheid op private gronden 110c7 (Stichting Vicariaat VLBM) en 107x (ANB) wordt dit ondersteund door artikel 26 uit het decreet houdende de gemeentewegen:
Artikel 26. (01/09/2019- ...)
§ 1. De vastlegging van een gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
§ 2. In het geval van nieuwe gemeentewegen gaat de gemeente over tot verwerving van de onroerende goederen, vereist voor de realisatie van de gemeenteweg.
In afwijking van het eerste lid kan de gemeente met de eigenaars van de gronden waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst sluiten waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut vastgelegd wordt. Die overeenkomst wordt binnen de termijn van zestig dagen na het verlijden ervan overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement waar de goederen zijn gelegen.
§ 3. Bij wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg op privaat domein geldt de definitieve vaststelling van het rooilijnplan, zoals bedoeld in artikel 17, § 5, als titel voor de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.
4. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het decreet Gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
In voorkomend geval paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan één van de buurgemeenten aan, noch kan door de vestiging van voorliggend tracé enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.
5. Actuele functie – toekomstige functies
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het decreet Gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.
Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
Voorliggend gemeentelijk rooilijnplan beoogt tegemoet te komen aan de actuele noodzaak om trage wegen te herwaarderen of te beschermen door een feitelijk traject op te nemen bij de openbare wegenis. De toekomstige generaties komen bij het vestigen van de nieuwe trage weg niet in het gedrang. Perceelnummer 110y6 is voorzien om gratis afgestaan te worden aan de Stad ter inlijving bij de openbare wegenis en de rest van het traject is zodanig ontworpen overheen de schoolgrond en overheen de bosgrond in eigendom van Agentschap Natuur en Bos. Gronden in private eigendom (en niet bestemd voor publieke doeleinden of recreatie) worden niet belast met een erfdienstbaarheid. Tevens zal het traject van de nieuwe trage weg het intensief gebruik als mountainbikeroute doorheen bosrijk gebied in eigendom van het ANB ontmoedigen en wordt de focus enkel gelegd op traag verkeer tussen de Kleutersbaan en de Jozef Degelaenstraat. Met het goedkeuren van voorliggend rooilijnplan komen de percelen 110a7, 107w en 110c4 en 110c7 eindelijk aan de openbare weg te liggen wat net gunstig is voor toekomstige generaties.
*. Bijkomende maatregelen te treffen door stad Halle:
Om te voldoen aan een makkelijke doorgang dienen de bestaande afsluitingen verplaatst te worden alsook de bestaande nutscabine op het ontworpen traject en dient het gedeelte van de betonklinkerverharding van de parking op perceel 110c7 (parking schoolpersoneel) dat binnen de goedgekeurde rooilijnbreedte zal vallen, verwijderd te worden. Bijkomend dient voorzien te worden in een veilige doorgang naar het bebost gedeelte waar een stevige houten trapconstructie noodzakelijk blijkt door de aanwezigheid van het steile talud. Het verdere vervolg van het pad richting de J. Degelaenstraat zal als vlonderpad verder lopen doorheen het drassig bosgedeelte.
Overeenkomstig een offerte opgeleverd door Fluvius wordt de verplaatsing van de nutscabine geraamd op € 692,59 excl. BTW en zal de cabine anderhalve meter verplaatst worden met de langste zijde tegenaan rooilijn C-D (lengte 1,20 meter, zie ontwerp rooilijnplan). Gezien de stad initiatiefnemer is voor het aanleggen van deze nieuwe trage wegverbinding zal deze verplaatsing op kosten van de stad gebeuren.
Wat betreft het opbreken van de bestaande betonklinkerverharding en boordstenen en het verplaatsen van de afsluiting kan volgende raming door de stadsdiensten in rekening worden gebracht:
€ 1.420,00 excl. BTW
€ 960,00 excl. BTW
€ 3.108,00 excl. BTW
€ 300,00 excl. BTW
De kosten voor de aanleg van de houten trapconstructie en het vlonderpad werd geraamd op:
€ 3.200,00 excl. BTW
€ 4.800,00 excl. BTW
In totaal worden de bijkomende maatregelen geraamd op: € 692,59 + € 5.788,00 + €8.000,00 =
€ 14.480,59 excl. BTW
Minwaardevergoeding betrokken percelen:
In toepassing van artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen werd een onafhankelijk landmeter-expert aangesteld om een schattingsverslag op te stellen inhoudende een eventuele minwaardeverkrijging van de betrokken percelen. De schattingsverslagen werden opgenomen in de dossierbundel en de uitkomsten hiervan worden eveneens weergegeven op het rooilijnplan in de lijst met betrokken percelen. Onder betrokken percelen wordt verstaan zowel de percelen waarop de erfdienstbaarheid dient gevestigd te worden als de percelen die aanpalen aan de te vestigen en goed te keuren rooilijnen.
Het resultaat van het schattingsverslag resulteert in onderstaande bepalingen:
een minwaarde van 11.218,90 euro voor perceel 110c7 welke aan de eigenaars moet worden vergoed door stad Halle.
een minwaarde van 2.106,40 euro voor perceel 107x welke aan de eigenaars moet worden vergoed door stad Halle.
Bijkomende externe adviezen en motivering:
Omwille van de adviesverlening en onderhandelingen met het Agentschap Natuur & Bos dient het wel gesteld te worden dat de nieuwe verbinding dient gebruikt te worden als trage wegverbinding hoofdzakelijk bestemd voor plaatselijk school- en voetgangersverkeer. Dit om te voorkomen dat het gebied aanzien wordt als een aantrekkelijke lusverbinding voor mountainbikers.
Toelichting en behandeling van het ingediende standpunt:
Op 3 februari 2022 werd namens de Werkgroep Trage Wegen Zuidwest-Brabant volgend standpunt ingediend:
"T.a.v. het schepencollege van Halle"
"Geachte burgemeester en schepenen,
Onze werkgroep is tevreden met de intentie om van de doorsteek tussen Kleutersbaan en Degelaenstraat een gemeenteweg te maken. Op die manier komt er definitief rechtszekerheid voor dit veel gebruikte wegje. Omwonenden zijn al vele decennia gewoon de (“eerste”) vertakking over het schooldomein en door het bos naar de Degelaenstraat ter hoogte van huisnummer 36A te nemen en zullen dit blijven doen. Deze tak is niet opgenomen in het voorliggende rooilijnplan en zal dus precair worden. Daarom dringen we erop aan om nu minstens ook het alternatief te realiseren, nl. de reeds jaren voorgenomen voetwegverbinding tussen Nachtegaalstraat en Degelaenstraat via het recent verkavelde weiland en de terreinen van parochiecentrum Lindegroen."
"In het verslag van de expert landmeter over de meerwaarde lezen we op p. 7 over de belendende percelen van (eigenaar X): zij ondergaan niet rechtstreeks een minwaarde door oppervlakteverlies op hun perceel. “Deze percelen zullen een subjectieve en morele minwaarde gaan ondervinden door de wettelijke publieke doorgang die naast hun perceel zal voorzien worden.” Dat vinden we een ongefundeerde uitspraak. Ieder perceel heeft baat bij een goede ontsluiting en bereikbaarheid via een openbare weg. Gelukkig heeft dit element verder geen gevolg op het dossier."
"Met vriendelijke groeten,
Werkgroep Trage Wegen Zuidwest-Brabant”
Behandeling van ingediende standpunt:
De onderhandelingen om een bijkomende, nieuwe verbinding voor traag verkeer te realiseren tussen de Nachtegaalstraat en de J. Degelaenstraat (via twee kadastrale percelen; Halle, 4°, B, 117M6 en 117Z5 in eigendom van de stad en een deel van huidig kadastraal perceel; Halle, 4°, B, 117B6 in private eigendom) zijn lopende. Met het collegebesluit van 1 oktober 2021 (2021_CBS_01372) werd reeds door het bestuur goedkeuring gegeven om een schatter-expert aan te stellen om de venale waarde van het nog benodigde en momenteel private gronddeel te bepalen. De benodigde strook grond is deel van huidig perceel 117B6 en ligt ingesloten tussen de percelen 117M6 en 117Z5 in eigendom van de stad en bedraagt een oppervlakte van 89,71 m² volgens meting. Deze grondstrook is hedendaags reeds getroffen door een ondergrondse erfdienstbaarheid van openbaar nut ten behoeve van het rioleringsnet. Het bestuur acht het beter om de grondstrook te verwerven vooraleer deze te belasten met een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op het moment dat het perceel nog in private eigendom is.
Om het benodigde gronddeel af te splitsen van het bronperceel werd reeds een Proces-Verbaal van Splitsing opgesteld in het kader van de onderhandelingen voor de grondoverdracht. Dit PV werd in zitting van 1 oktober 2021 door het bestuur goedgekeurd.
Voor wat betreft de uitslag van het schattingsrapport vertrouwt het bestuur op de deskundigheid van de onafhankelijke landmeter-expert.
Met de dienst werd gezocht naar mogelijkheden om kredieten te voorzien via een aanpassing van de raming.
Er werden voldoende kredieten inmiddels voorzien op
ST 61031010 02000 stgarai0 voor de werken
ST 64300000 0200 stgarai0 voor de vergoeding
Er wordt geadviseerd om de nieuwe trage wegverbinding hoofdzakelijk in te richten in functie van het plaatselijk school- en voetgangersverkeer. Dit om te voorkomen dat het gebied aanzien wordt als een aantrekkelijke lusverbinding voor mountainbikers.
Het gemeentelijk rooilijnplan ‘Verlenging gemeenteweg Kleutersbaan – nieuwe voetgangersweg tussen de Kleutersbaan en de Jozef Degelaenstraat’, opgesteld door landmeter-expert Joren Barbé op 25 juni 2021 wordt definitief vastgesteld.
De gemeenteraad vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om het definitieve vaststellingsbesluit van het gemeentelijk rooilijnplan ‘Verlenging gemeenteweg Kleutersbaan – nieuwe voetgangersweg tussen de Kleutersbaan en de Jozef Degelaenstraat’, opgesteld door landmeter-expert Joren Barbé op 25 juni 2021 te publiceren op de gemeentelijke website en om de bekendmaking van dit besluit ter plaatse en aan het gemeentehuis en minstens aan het begin- en eindpunt van de nieuw ontworpen verbinding aan te plakken. De aangelanden en eenieder die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend, wordt met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van het definitieve goedkeuringsbesluit van de gemeenteraad.
Het gemeentelijk rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot opheffing van een gemeenteweg onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan het departement en aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt.
Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 24 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019:
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan overeenkomstig artikel 17, § 5, of tegen het besluit van de gemeenteraad tot opheffing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 21, § 5, kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.
Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de beslissing in beroep.
Het beroep leidt tot de annulatie van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep, vermeld in paragraaf 1, kan door de volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, of elke vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende is bij de beslissing tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan of de opheffing van de gemeenteweg;
2° het college van burgemeester en schepenen van de aanpalende gemeenten, op voorwaarde dat het nieuwe, gewijzigde, verplaatste of op te heffen wegdeel paalt aan de gemeentegrens en deel uitmaakt van een gemeentegrensoverschrijdende verbinding, en voor zover de gemeente in kwestie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht;
3° de deputatie en de leidend ambtenaar van het departement of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, op voorwaarde dat ze tijdig advies hebben verstrekt of ten onrechte niet om advies werden verzocht.
§ 3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag nadat de beslissing overeenkomstig artikel 22, tweede en derde lid, werd betekend.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en met een beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan het college van burgemeester en schepenen.
§ 4. In de gevallen, vermeld in paragraaf 2, 1°, is bij het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid het bewijs gevoegd dat een dossiervergoeding van 100 euro betaald werd.
§ 5. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift aan het departement.Op 26/06/2020 werd door projectontwikkelaar en algemeen aannemer NV HYBOMA, vertegenwoordigd door de heer Wim Verhaeghe, een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verkavelen van gronden:
- Bijstellen en uitbreiden van een bestaande verkaveling genaamd ‘De Floere’ -
- verkavelingsaanvraag voor 19 loten met wegenis- en omgevingswerken -
Op 24 november 2020 besloot de gemeenteraad van stad Halle om de zaak der wegen binnen bovenstaande omgevingsvergunningsaanvraag niet goed te keuren.
Op 8 januari 2020 werd door NV Hyboma een georganiseerd administratief beroep ingediend tegen het gemeenteraadsbesluit van stad Halle van 24 november 2020.
Bij Ministerieel Besluit van 14 januari 2022 werd het besluit van de gemeenteraad van de stad Halle van 24 november 2020 inzake de zaak der wegen vernietigd. De Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken overwoog met name dat (i) een eigen beoordeling vanwege de gemeenteraad zou ontbreken – de gemeenteraad zou louter het voorstel van het college van burgemeester en schepenen hebben overgenomen en (ii) de gemeenteraad zich niet zou hebben uitgesproken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de betrokken weg (of de opname ervan in het openbaar domein) noch over de inpasbaarheid van de wegenis in een goed uitgebouw, verantwoord, veilig en duurzaam gemeentelijk wegennet.
Ingevolge de voormelde vernietiging, is de gemeenteraad opnieuw gevat om een beslissing te nemen over de zaak der wegen in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag OMV/2020/00004/BV.
Neemt de gemeenteraad geen beslissing, roept de gouverneur op verzoek van de deputatie, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
Als de bevoegde overheid (hier de deputatie), geen beslissing kan nemen binnen de vastgestelde of in voorkomend geval verlengde termijn doordat de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, is de gemeente aan de aanvrager van de vergunning een eenmalige vergoeding van 5000 euro verschuldigd.
De gemeenteraad spreekt zich hierna aldus uit over de zaak der wegen in het kader van omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020).
De plancontouren van de voorliggende aanvraag zijn gesitueerd te Essenbeek (Halle) op eigendommen gelegen in het gebied tussen ‘De Warandeberg’ en ‘De Floere’ met als kadastrale ligging:
HALLE (Essenbeek), 2e afdeling (23412), sectie K, percelen: 71P, 71V, 71W, 76E, 76F, 81T, 81X, 88L, 88M, 94E, 94G
De ingediende verkavelingsplannen voorzien in de bouw van een woonerf met 19 eengezinswoningen (26 incl. mogelijke latere uitbreidingen) in open bebouwing met de aanleg van een nieuwe openbare wegenis (gemeenteweg).
Binnen de openbare wegenis behoort eveneens de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, openbaar groen met wadi, 13 openbare parkeerplaatsen, een fietsenstalling en recreatiemogelijkheden waaronder een groene kern met zandbak, speelheuvels en een apart gelegen petanqueplein.
De aanvrager verklaart in de bij het dossier toegevoegde ‘belofte van grondafstand’ dat alle infrastructuurwerken, welke noodzakelijk zijn voor het verkavelen van de hierboven vermelde gronden, op eigen kosten zullen worden uitgevoerd, en dat de grondstroken voor de openbare wegenis, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen, vrij, onbelast en kosteloos aan de gemeente Halle zullen worden afgestaan op een door de gemeente vast te stellen datum, in elk geval bij de eindoplevering der werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (hierna: “Omgevingsvergunningsdecreet”) bepaalt in artikel 31 het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
De memorie van toelichting bij artikel 71 van het decreet van 3 mei 2019 betreffende de gemeentewegen (hierna: “Gemeentewegendecreet”), waarmee huidig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet werd ingevoegd, verduidelijkt het volgende:
“In een tweede lid van paragraaf 1 wordt duidelijk bepaald dat de gemeenteraad zich daarbij alleen kan uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en de eventuele opname in het openbaar domein. De argumenten van de gemeenteraad houden dus uitsluitend verband met de wegenis en niet met de vergunningsaanvraag. Elementen die daarbij in overweging kunnen worden genomen, zijn bijvoorbeeld de ligging en de breedte van de ontworpen weg, de breedte van de verharding, de ontsluitingsgraad en het aantal publieke parkeerplaatsen. Onder de uitrusting van de weg hoort bijvoorbeeld ook de riolering en de waterhuishouding op openbaar domein. Daarbij moet de gemeenteraad ook rekening houden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van dit voorstel van decreet. De gemeenteraad kan voorwaarden en lasten opleggen die de vergunningverlenende overheid moet opnemen in de eventuele vergunning (zie ook artikel 78 en 79).”
Artikel 3 van het Gemeentewegendecreet verduidelijkt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften van zachte mobiliteit te voldoen. Om aan die doelstelling te voldoen, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer bericht is op: (i) de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en (ii) de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Overeenkomstig artikel 4 van het Gemeentewegendecreet wordt bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening gehouden met de volgende principes: (i) wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, (ii) een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd, (iii) de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, (iv) wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief en (v) bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Overeenkomstig artikel 6 van het Gemeentewegendecreet nemen de gemeenten bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentelijke wegen de doelstellingen en principes vermeld in de artikelen 3 en 4 in acht. Zij kunnen die doelstellingen en principes verfijnen, concretiseren en aanvullen in een gemeentelijk beleidskader.
Artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt:
“Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat en de bevoegde overheid vaststelt dat de gemeenteraad daarover geen beslissing heeft genomen, roept de gouverneur op verzoek van de deputatie, de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.”
“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt. De rechtsbescherming met betrekking tot die voorwaarden en lasten is dezelfde als die met betrekking tot de vergunning.”
“De gemeente bezorgt de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg aan de bevoegde overheid binnen zestig dagen na de samenroeping door de gouverneur.”
Artikel 66, §6 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt:
“§ 6. Een vergunning voor aanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in beroep pas verleend worden na de goedkeuring van de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad, met toepassing van artikel 31.”
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningenbesluit bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De aanvraag is volgens het bij koninklijk besluit van 7 maart 1977 goedgekeurd origineel gewestplan Halle - Vilvoorde - Asse gelegen in woongebied. Het gebied werd tot op heden niet opgenomen in een goedgekeurd BPA of RUP.
Het project is deels gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling (VH/1981/0419 goedgekeurd dd.10.06.1981).
Ontwerp van rooilijnplan en beschrijving der rooilijnen
Artikel 12, §2 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg ook kan worden opgenomen in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging aan het wegennet past in de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Artikel 16, §2 van het Gemeentewegendecreet bepaalt de minimale vereisten op het vlak van vorm en inhoud van een gemeentelijk rooilijnplan:
“§ 2. Het gemeentelijk rooilijnplan bevat minstens de volgende elementen:
1° de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;
3° de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.”
Een gemeentelijk rooilijnplan kan ook een achteruitbouwstrook vastleggen.
Artikel 16, §3 en §4 van het Gemeentewegendecreet bepalen:
“§ 3. In voorkomend geval bevat het rooilijnplan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
2° de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.”
“§ 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de vorm en de inhoud van een gemeentelijk rooilijnplan.”
De rooilijnen (rode lijnen op het rooilijnplan) tonen de ontworpen zone van de gratis af te stane publieke ruimte (gele zone op het rooilijnplan) binnen de zone van de verkaveling (streepjeslijn) zoals weergegeven op het plandocument met titel; ‘STAD HALLE VERKAVELING DE FLOERE – ROOILIJNENPLAN’, gevoegd bij het verkavelingsdossier in het omgevingsloket onder ‘ba_openbaar domein_p_n_02_plan overdracht’.
Het rooilijnplan vermeldt niet de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen, noch de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens recente kadastrale gegevens of andere gegevens.
Er wordt enkel onder de hoofding ‘ligging’ een opsomming gegeven van de betrokken kadastrale percelen en er wordt bij benadering gesteld dat er in totaal 4.170,00 m² vrij, onbelast en kosteloos dient overgedragen te worden aan de stad Halle.
Een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg van een gemeenteweg werd niet mee opgeleverd in het omgevingsloket. Artikel 16 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat het rooilijnplan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente (zie daarover ook: FAQ Relevante aspecten uit het nieuwe Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid, https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/FAQ%20Gemeentewegendecreet_0.pdf, p. 11).
Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet heeft het over waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is.
Juridisch volgt hieruit dat de kandidaat-vergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen moet vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde. Dat de gemeenteweg gratis zou worden overgedragen aan de gemeente doet daar geen afbreuk aan.
Het Gemeentewegendecreet bevat immers geen bepaling op grond waarvan de schatting van de waardevermeerdering of – vermindering achterwege gelaten mag worden, in de hypothese van een gratis grondafstand (zie in die zin: FAQ Relevante aspecten uit het nieuwe Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid, https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/FAQ%20Gemeentewegendecreet_0.pdf, p. 12-13).
Integendeel: artikel 28, §4, van het Gemeentewegendecreet zegt dat de regeling rond meer -en minwaarde van paragraaf 1 tot 3 van dit artikel geen afbreuk doet aan de mogelijkheid om gratis grondafstand als last op te leggen. Volgens het Gemeentewegendecreet moet de vaststelling van min- en meerwaarde in het aanvraagdossier van een vergunning zitten (artikel 12, §2, gecombineerd met artikel 16 of artikel 20), hoewel op dat moment nog niet vaststaat of bij de vergunningsbeslissing al dan niet grondafstand als last wordt opgelegd. Hier dient wel begrepen te worden dat de eigenaar de geschatte meer- of minwaarde niet moet betalen of betaald krijgen als de grond na realisatie van de vergunning gratis wordt afgestaan.
Louter volledigheidshalve merkt de gemeenteraad op dat de ontworpen rooilijnen niet worden gekenmerkt door alfanumerieke puntnummering. Evenmin wordt een coördinatenlijst in bijvoorbeeld het Lambert-72 stelsel op het plan weergegeven. Deze informatie is weliswaar op grond van het Gemeentewegendecreet niet verplicht maar is op advies van de dienst openbaar domein wel wenselijk. De lengte per rooilijn staat wel weergegeven op het rooilijnplan. Als gevolg van de afwezigheid van puntnummering worden de rooilijnen in de beschrijving hierna dan ook omschreven aan de hand van hun resp. rooilijnlengte.
Binnen het ontwerp van de verkavelingscontouren is de aansluiting van de nieuwe rooilijnen op de feitelijke rooilijnen van de gemeenteweg De Floere ontworpen met een plaatselijke breedte van 9,11 meter. In de vergunningsaanvraag wordt ervan uitgegaan dat dit deel van de wegenis als enige ontsluiting voor particulier gemotoriseerd verkeer binnen het verkavelingsontwerp dienst doet.
Aan de linker zijde en aansluitend onder een rechte hoek werd de rooilijn langsheen perceelnummer 94F ontworpen met een lengte van 73,38 m. Hier tegenover aan de rechterzijde en aansluitend op de rooilijnen van De Floere een rooilijn van 2,50 m onder schuine hoek naar binnen aansluitend op een rooilijn van 26,65 m. De schuine en naar binnen gerichte rooilijn van 2,50 m zorgt voor een vernauwing naar een plaatselijke rooilijnbreedte van 8,50 m voor het eerste deel van de ontworpen gemeenteweg.
Het eerste deel van de ontworpen wegenis kent dus een algemene rooilijnbreedte van 8,50 m met daarin voorzien: 5,50 m rijbaanbreedte (incl. goot en boordsteen), 2,50 m brede ruimte voorzien voor openbare parkeerplaatsen (2 plaatsen) en openbaar groen met aansluitend nog 0,50 m tussen de aanpalende perceelsgrens met perceel 94F (huisnr. 14 De Floere).
Het vervolg van de wegenis richting de westelijke zijde kenmerkt zich door een knik met een rooilijnlengte van 4,70 m met een plaatselijke verbreding ter hoogte van de zone waarbinnen het merendeel van de openbare parkeerplaatsen (11 plaatsen) werd ontworpen. De omsluiting van dit gedeelte wordt gekenmerkt door rooilijnlengtes 8,00 m; 6,00 m; 5,00 m; 21,85 m en 4,75 m. De resp. rooilijnbreedte tussen de perceelsgrenzen van perceel 94F en 92K2 wordt niet weergegeven.
Vanaf het eindpunt van de rooilijn (73,38 m) langsheen de perceelsgrens van perceel 94F kent de ontworpen wegenis een eerste vertakking naar links (bij het binnenrijden van de verkaveling en gericht naar het zuiden) met een rooilijnbreedte van 8,00 meter welke na resp. 52,75 m (linkerzijde wegenis) en 53,00 m (rechterzijde wegenis) een knik maakt om vervolgens na resp. 23,10 m (linkerzijde wegenis) en 23,75 m (rechterzijde wegenis) uit te komen op een pijpenkop met een resp. rooilijnbreedte van 18,50 meter op 13,20 meter (gekenmerkt door rooilijnlengtes 5,00 m; 13,20 m; 18,50 m; 8,00 m en 7,55 m).
Het centrale deel van de ontworpen gemeenteweg wordt gekenmerkt door een rooilijnlengte van 42,45 m aan de linkerzijde en 64,45 m aan de rechterzijde. De resp. rooilijnbreedte van dit centraal gedeelte wordt niet weergegeven op het ontworpen rooilijnplan. De breedte van de rijbaanstrook kent hier afwisselend een breedte van 5,50 m en 4,50 m als gevolg van slalomvernauwingen in het wegenisontwerp.
Het vervolg van de gemeenteweg neemt langs de rechterzijde een bocht (rooilijnlengte 8,65 m) richting het noorden en mondt doodlopend uit in een tweede soort pijpenkop met rooilijnlengtes van: 21,00 m; 13,60 m en 34,05 m.
Langs de linkerzijde loopt het gedeelte voor het particulier gemotoriseerd verkeer eveneens dood ter hoogte van de rooilijn met lengte 12,45 m. De ontworpen wegenis voorziet op dit doodlopend deel een strook van 1,50 m voetpadgedeelte en 5,00 m rijstrook.
Hierop aansluitend langs de linkerzijde werd langsheen de rooilijnen met lengtes 5,40 m en 28,45 m een ontsluiting voor het traag (niet gemotoriseerd) verkeer en voor de hulpdiensten voorzien. Deze tweede ontsluiting kenmerkt zich door een aansluiting van de rooilijnen (3,40 m en 3,77 m) op de bestaande wegenis van de Warande volgens de toestand ten tijde van de atlas der buurtwegen (rooilijnbreedte van 4,00 meter).
De ontsluiting heeft hier een ontworpen breedte van 4,00 meter bestaande uit 1,50 meter klinkerverharding (zone traag verkeer) en 2,50 meter verharding in grasdallen (verbreding ingegeven voor de hulpdiensten).
De meest westelijke zone (deel voor openbaar groen en wadi) wordt langs de rechterzijde gekenmerkt door rooilijnlengtes van: 1,95 m; 6,52 m; 6,50 m; 2,25 m; 11,50 m en 25,00 m.
Ontwerp van wegenis en riolering
De ontworpen wegenis met rioleringen wordt afgebeeld op het plan met titel ‘GRONDPLAN WEGENIS- EN RIOLERINGSWERKEN’, gevoegd bij het verkavelingsdossier in het omgevingsloket onder ‘ba_openbaar domein_p_n_02_grondplan wegenis’.
Het type van de ontworpen wegenis binnen de verkavelingscontouren is deze van een woonerf.
De rijstroken werden ontworpen met een gemiddelde breedte van 5,50 meter in grijze klinkerverharding. De voorziene openbare parkeerplaatsen (13 in totaal) werden ontworpen in grasdallen. Ter hoogte van de pijpenkop aan loten 6, 7 en 8 (westelijk deel) en ter hoogte van de pijpenkop aan loten 11 t.e.m. 16 (zuidelijk deel) wordt de kern voorzien om aangelegd te worden in betonverharding met daarrond een voetpadgedeelte van 1,50 meter breed voorzien in grijze klinkerverharding. Dit voetpadgedeelte lijkt volgens het type verharding homogeen over te lopen in het gedeelte van de rijstroken.
Langsheen de loten 18 en 19 (en het aanpalend lot voor mogelijkse uitbreiding) is er geen rechtstreekse aansluiting voorzien op het verhard wegdek. Het grondplan van de wegenis toont hier een strook voor openbaar groen (groen inkleuring met een breedte van 2,50 m). Dit lijkt een vertekend beeld te geven van het werkelijke toekomstig openbaar groen na aanleg van de verkaveling. Dit vertekend beeld is te wijten aan de onmogelijke inschatting van de ontwerper waar de toekomstige eigenaars van lot 18 en lot 19 hun opritstrook zullen aanleggen.
De verharde aansluiting ter hoogte van lot 10 heeft een beperkte breedte van om en bij 3,0 m.
De afwatering langs de wegenis is ontworpen om via greppels met waterslikkers opgenomen te worden in een gescheiden rioleringsstelsel.
Het DWA-stelsel (droog weer afvoer) werd ontworpen in rioleringsbuizen in gres met een algemene diameter van 250 mm.
Het RWA-stelsel (regen weer afvoer) werd ontworpen in (gewapend) betonnen rioleringsbuizen met een algemene diameter van 400 mm en wordt voorzien om afgevoerd te worden in een WADI (Water Afvoer Drainage en Infiltratie).
Ontwerp van het beplantingsplan
Het toekomstig openbaar groen wordt afgebeeld op het ‘BEPLANTINGSPLAN schaal 1/250’ met ‘begeleidend groenboekje bij het beplantingsplan’.
Het plan voorziet in de aanleg van graszaad ‘Water Saver 100% LMT rassen firma: Barenburg’, de aanleg van volgende boomsoorten: Geveerdbladige witte els (1), Ruwe berk (2), Varenberk (3), Paarse haagbeuk (4), Eénstijlige meidoorn (5), Pluim-es (6), Sierpeer (7), Gewone lijsterbes (8), Zweedse meelbes (9), Breedbladige lijsterbes (10) en verscheidene half losse gemengde hagen.
Bij het binnenkomen van de verkaveling langs de Floere worden er ter hoogte van de twee aparte parkeerplaatsen drie bomen van type 3 voorzien met een haagstructuur van struikklimop, herfsthooi en ganzerik. In het gedeelte hogerop worden nog eens één boom type 3 en het behoud van twee bestaande bomen voorzien. Verderop kenmerkt zich de inplanting van een petanqueveld als recreatiemogelijkheid en twee bomen type 8 en één boom type 10.
Ter hoogte van de 11 parkeerstroken worden er twee bomen type 3 voorzien tesamen met een haagstructuur (half losse + strakke haag).
Langs de vertakking van de rijbaan richting de zuidelijke pijpenkop worden in de aansluitende groenstroken vijf bomen van type 7 voorzien.
Ter hoogte van de centraal ontworpen groene kern wordt voorzien om acht bomen te planten (1x type 2,-5,-7,-9 en type 11 en 3 x type 4) met één bestaande boom die behouden dient te blijven. Verder voorziet het ontwerp hier in de aanleg van een zandbak en een speelheuvel met boomstroken en de aanleg van notenbosjes.
Rondom de WADI wordt voorzien om vier bomen (type 1, type 2, type 6 en type 11) te planten.
De te gebruiken materialen voor het aanplanten van de bomen zijn per boom:
- 3 boompalen in kastanjehout
- 3 zelfhechtende boombinders (gerecycleerd elastisch rubber )
- Biobased gietranden gemaakt van Polyethyleen op basis van ethanol suikerriet (H.30cm en 2mm dik)
In totaal wordt dus voorzien om 26 bomen aan te planten en om 3 bestaande bomen te behouden binnen de toekomstige zone voor openbaar domein.
1. Het eerste samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het ontwerp van riolering
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Het te verkavelen perceel ligt in een gebied met een vrij sterk reliëf. Het afstromende regenwater wordt heden door de vegetatie opgevangen. De wegenis volgt grotendeels de helling. Kan dit voldoende opgevangen worden zodat de lager gelegen percelen (in de Kleemstraat en de Isidore Devilléstraat) gevrijwaard blijven van wateroverlast? Is de Wadi een voldoende buffer? Is een rioleringsbuis met doorsnede 40 cm voldoende om een aansluiting van 26 woningen te voorzien? Halle kent immers al genoeg moeilijkheden met wateroverlast en -afvoering.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Is de riolering erop voorzien dat 19 en met uitbreiding 26 woningen bijkomend aangesloten worden op de huidige riolering? Dit dient grondig besproken te worden met de rioolbeheerder.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Er zijn vandaag de dag reeds grote problemen met het grondwater. Het volbouwen van deze groene omgeving zal dit niet ten goede komen. Het projectgebied is volgens de VMM ingedeeld als infiltratiegevoelig. In dit gebied is het relatief gemakkelijk om hemelwater te laten infiltreren in de ondergrond. Dit gebied verharden zou regelrecht ingaan tegen een goede ruimtelijke ordening. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van de verdroging van de watertoevoerende lagen en van waterafhankelijke natuur.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Op een deel van het terrein komt een waterbekken waar ik voor een deel van 10,5 m op 8 m tegenaan paal. Dit bekken is daar totaal misplaatst omdat het daar slecht gelegen is een veel te hoog voor het terrein met groot verval. Ik wil dit bekken (een muggenkwekerij) niet naast mijn deur. Ik verzet mij tegen alle zwaar verkeer zoals het reeds gebeurde met rupsvoertuigen en zorgde voor de vernietiging van mijn haag.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 1:
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij artikel 71 van het Gemeentewegendecreet, wordt onder de ‘uitrusting van de gemeenteweg’, waarover de gemeenteraad zich op grond van artikel 31, § 1 Omgevingsvergunningsdecreet uitspreekt, ook de riolering en de waterhuishouding op het openbaar domein begrepen. De gemeenteraad kan daarbij geen rekening houden met de goede ruimtelijke ordening.
De ingediende bezwaarschriften met betrekking tot de riolering zijn beperkt en behelzen uitsluitend de melding dat door de bouw van de woningen en de infrastructuurwerken een deel van de infiltratieoppervlakte verloren gaat en er gevreesd wordt voor bijzondere invloed op de grondwatertafel aangezien de zanderige ondergrond heel goed infiltrerend is.
Alle nieuwe infrastructuurverhardingen wateren af naar de groenvoorzieningen die worden aangeplant en het hemelwater dat hier niet kan infiltreren wordt afgevoerd naar een wadi die voor de nodige infiltratie zorgt.
De nieuwbouwwoningen zullen elk via de omgevingsvergunning opgelegd worden dat zij dienen te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening die oplegt om te voorzien in een particuliere hemelwaterput en bijbehorende infiltratievoorziening afhankelijk van de grootte van de daken en de verharding die op het particuliere perceel aangelegd wordt.
Overlopen van deze infiltratievoorziening worden aangesloten aan de regenwaterriool in de rijweg die uiteindelijk terechtkomt in de wadi om daar te infiltreren. Het aangehaalde bezwaar van verminderde infiltratiecapaciteit klopt derhalve niet. Evenwel zal er ten gevolge van de bouw van het project minder water doorsijpelen naar de bodem dan er op de totale oppervlakte valt.
Via de gewestelijke hemelwaterverordening dienen de particulieren te voorzien in regenwaterrecuperatie via de regenwaterput voor hergebruik van wasmachine, spoeling van toiletten… Dat opgevangen hemelwater komt uiteraard niet meer in de bodem terecht. Hoeveel dit gegeven betreft valt niet te voorspellen vermits dit afhangt van de intensiteit van het hergebruik en het moment waarop de buien vallen. Immers bij een volle regenwaterput komt dit toch in de particuliere infiltratievoorziening terecht.
Eén van de bezwaarschriften handelt over de zorg dat de wadi zal fungeren als muggenkweekplaats. De wadi zal zeker gezien de zanderige structuur, en de grote infiltratieoppervlakte, een zeer snelle infiltratie toelaten waardoor de wadi in de lente en zomer veelal droog zal staan zodat er zich geen muggenlarven kunnen ontwikkelen. De nodige grondwerken dienen uiteraard uitgevoerd te worden voor de inplanting van de wadi. Het reliëf van het terrein zal in deze mate dus aangepast worden.
De ingediende rioleringsplannen zijn conform. Zowel de Wadi als de buisdiameter van 40 cm zijn voldoende om de draagkracht qua riolering van dit project op te vangen.2. Het tweede samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het ontwerp van de openbare parkeerplaatsen
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Volgens de motiveringsnota wordt er minimum 1 autostalplaats voorzien op elk privaat terrein. Het gaat hier om gezinswoningen welke minimum twee wagens zullen hebben. Dit wil zeggen dat de voorziene (bezoekers-) parkeerhaven steeds volzet zal zijn en ze hun parkeerplaats buiten de verkaveling zullen moeten zoeken. Op De Floere staan nu reeds auto's geparkeerd van naburige straten (uit Keerstraat en Kleemstraat).”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“De aanvraag omvat 19 loten maar bij uitbreiding gaat het over 26 loten, waarbij er geen aanpassingen gebeuren qua parkings en dergelijke. Er wordt minimum 1 autostaanplaats voorzien op elk privaat domein, men spreekt in de motovatienota van 26 parkeermogelijkheden op privaat domein, terwijl er slechts 19 loten aangevraagd worden. Deze bewering is niet correct.”
“In de berekening van de parkeerindex staat dat er 13 parkeerplaatsen op het openbaar voorzien worden, maar op het verkavelingsplan staan er echter maar 11 ingetekend.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 2:
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij artikel 71 van het Gemeentewegendecreet, kan de gemeenteraad bij de beslissing op grond van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet over de zaak der wegen rekening houden met het aantal publieke parkeerplaatsen.
Op het verkavelingsplan staan wel degelijk 13 openbare parkeerstroken ingetekend. 2 parkeerstroken aan de linkerzijde bij het binnenrijden van de verkaveling langs de Floere en 11 parkeerstroken in serie wat verderop binnen de verkaveling.
Lot 10 heeft ter hoogte van de rechter perceelsgrens een strook van +/- 3 meter langsheen de verharding van de rijbaan om een opritzone op aan te sluiten.
Lot 11 heeft rechtstreekse aansluiting op de pijpenkop van de rijbaan.3. Het derde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het toekomstig openbaar groen
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
‘Groene long van Essenbeek’
“Op het te verkavelen perceel zal er een groot aantal zeer mature en hoge bomen gekapt worden. Bomen vervullen een belangrijke functie om water te bufferen. Verder worden er heel veel verharde stukken voorzien. Het kappen van de water absorberende bomen enerzijds en de aanleg van de wegen, opritten etc. anderzijds, zal ervoor zorgen dat het infiltratievermogen van de grond significant vermindert. lk vrees voor wateroverlast op de lager gelegen percelen in de buurt.”
“De stad mist een opportuniteit om via een braak liggend stuk grond aan de lsidore Devilléstraat een verbinding te maken met het warandepark waarvoor 1 groot natuurgebied had aangelegd kunnen worden en het bestaande natuurgebied met iets meer dan 1 ha uitgebreid had kunnen worden. Dit is een gemiste kans indien we kijken naar de densiteit waarmee Essenbeek is volgebouwd en haar ligging naast 2 autostrades. De bomen die gekapt gaan worden vervullen momenteel een belangrijke functie in het absorberen en neutraliseren van de luchtvervuiling veroorzaakt door het verkeer.”
“In bijlage vindt u een foto van een gedeelte van de bomen die gekapt gaan worden - de foto is vanuit één enkel perspectief getrokken en geeft slechts een gedeeltelijke indruk van wat er gekapt gaat worden. Het zijn prachtige bomen die niet gekapt hoeven worden indien de bestaande perceelsgrenzen gerespecteerd worden. Indien de aanvraag goedgekeurd wordt is wat er overblijft een kale vlakte met 26 huizen die waarschijnlijk allemaal één klein boompje in hun tuin gaan zetten. Een boom die 20 tot 40 meter hoog kan worden, zoals nu het geval is, past niet op percelen van 3,5 tot 7 are.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Al het groen binnen de gele lijnen (duiding van verkavelingscontouren op meegeleverde afbeelding) zal verdwijnen. Er staan 10-tallen mature bomen van meer dan 40 jaar oud. Een waardevolle boomgaard gaat verloren.
“Al deze bomen worden gekapt (luchtfoto van de huidige groene zone binnen verkavelingscontouren), een groene long in het door het verkeer geteisterde Essenbeek verdwijnt.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het betreft een oeroude typische Vlaamse verkaveling die in geen enkel opzicht innovatief, laat staan respect heeft voor het huidige groene binnengebied.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Dit gebied is de biotoop van heel wat vogels en andere diersoorten. Permanente aanwezigheid van mussen, koolmezen, pimpelmezen, grote bonte specht, groene specht, roodborstjes, kauwen, bosduiven, eksters, goudhaantje, ... Alles dreigt verloren te gaan"
“Aanplanting van een aantal bomen en struiken. Opmerkelijk is wel dat de bomen en struiken wel getekend worden op het plan, maar dat de verantwoordelijkheid van aanplanting berust bij de eigenaar van de nog te bouwen woningen.
“Door het bouwen van 19 woningen met bijhorende verhardingen en wegenis op een momenteel volledig braakliggend en groen terrein zal één van de laatste stukjes groen in onze gemeente verloren gaan.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het stadsbestuur kan hagen verplichten als scheiding op de perceelsgrenzen. Dit komt het groene karakter ten goede en leidt tot meer privacy tussen de percelen onderling.”
'Er zal een groot aantal bomen gekapt worden zonder enige compensatie ter plaatse. We zijn er als
Essenbekenaar zeer weinig mee dat deze bomen elders gecompenseerd worden. Hierdoor gaat het landelijk karakter van Essenbeek verloren.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Hoe kan er bij lot 18, 19, toekomstig lot 20 (naast 19), (lot 10 en 11) een autostalplaats voorzien worden? Voor deze loten is een groene strook (openbaar terrein) ingeplant.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 3:
Met de ‘zaak van de wegen’ wordt zowel het bepalen van het tracé van de wegen bedoeld, als de uitrusting ervan, zoals de wegverharding en de bestrating, de weguitrusting en de nutsleidingen, de aanleg van stoepen en wegboorden, de aanplanting, de inrichting van de (eventuele) parkeerplaatsen, de gratis grondafstand en de weerslag op de mobiliteit, afwatering, waterzuivering, afvalophaling en noodzakelijke uitbreiding van maatschappelijke infrastructuur. Beplantingen langs de weg vallen ook binnen de contouren van de beheersbevoegdheid van de gemeenteraad.
Zoals vermeld bij de beschrijving van het wegenisontwerp geven de plannen een misleidend beeld van het definitieve toekomstig openbaar groen. Bij de verwezenlijking van de aansluitingen van de private opritstroken voor lot 18 en lot 19 zullen er noodgedwongen delen van de openbare groenstrook zoals aangeduid op het verkavelingsplan en wegenisplan moeten wijken. In realiteit zal er dus nog meer verharding komen dan er staat aangegeven op de plannen, zij het wel dat deze verharding dient aangelegd te worden in kleinschalig niet-monoliet materiaal zoals vermeld in de stedenbouwkundige voorschriften. Zoals aangekaart bij de beschrijving van de ontworpen wegenis is dit vertekend beeld te wijten aan de onmogelijke inschatting van de ontwerper waar de toekomstige eigenaars van lot 18 en lot 19 hun opritstrook zullen aanleggen. Teneinde de homogeniteit van de opritstructuur te verbeteren vereist de gemeenteraad dan ook dat de oprit die wordt aangelegd op het openbaar domein ter hoogte van de loten 18 en 19 max. 3,0 m breed is. De resterende breedte van het openbaar domein grenzend aan de loten 18 en 19 wordt conform de intekening op het verkavelingsplan groen ingericht.
Aangezien het hier slechts over twee loten gaat (lot 18 en lot 19) waar een misleidend beeld gegeven wordt, zal het toekomstbeeld na aanleg van de verkaveling slechts beperkt afwijken.
Bijkomend wordt op advies van de dienst Openbaar Groen nog volgende voorwaarde voorgesteld:
- de fietsenstalling moet minstens overdekt zijn en moet een laadpunt voor elektrische fietsen bevatten
4. Het vierde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het wegenisontwerp
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Op het plan wordt rekening gehouden met een voortuinstrook van 5,5 m. Wanneer het de bedoeling is om hier ook een haakse (op de rooilijn) parkeerplaats te voorzien per woongelegenheid, dan is er een straatbreedte van 6 m nodig. Dit is hier op de meeste plaatsen niet het geval.”
“De voorziene breedte van de openbare weg gaat op hun smalste deel over 5,5 meter. Hierdoor is kruising van interventiewagens in geval van een calamiteit compleet onmogelijk.”
“Men dient rekening te houden met een toenemende verkeersbelasting van de rustige straat De Floere. Hoewel de verkaveling als 'woonerf' zal worden ingericht, genieten zwakke weggebruikers weinig of geen bescherming tegen het autoverkeer. Zwakke weggebruikers kunnen de voorgestelde verkaveling wel ontsluiten via de warandeberg, maar AL het gemotoriseerd verkeer dient via De Floere de verkaveling te ontsluiten. Als men dan toch over een groene ader door de verkaveling wil spreken, dan kan men best een haagstructuur of weloverwogen beplanting in de wijk voorzien zodát zwakke weggebruikers een stap/trap locatie hebben.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het voorgestelde ontwerp bevat veel infrastructuur/verharding voor een 19-tal loten. De nieuwe toegangsweg langs De Floere wordt ingeplant net naast de eigendom van lot 1 zonder het voorzien van een groene zone langsheen deze perceelsgrens.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 4
Overeenkomstig artikel 4 van het Gemeentewegendecreet wordt bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening gehouden met o.a. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen. Het volgt voorts uit artikel 3 Gemeentewegendecreet dat de gemeente moet streven naar de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau.
Door de enkele aantakking voor particulier gemotoriseerd verkeer langs de zijde van De Floere, zal zowel het inkomende als het uitgaande auto- en occasionele vrachtverkeer de ingang langs De Floere moeten gebruiken en kan verwacht worden dat de voertuigen zich keren op de rijbaan en in voorkomend geval op de openbare en/of private parkeerplaatsen. Dit zou voor een gevaarlijke verkeerssituatie kunnen zorgen bij het gewone verkeer alsook het gebeurlijke vrachtverkeer nodig voor verhuisbewegingen, leveringen, bouwwerken en/of andere tussenkomsten.
Het ontwerp voorziet voorts in een aantakking op de Warandeberg (i.e. een op heden doodlopende straat). Daarbij rijst de vraag of een aansluiting op de Warandeberg wel wenselijk is gelet op het ontbreken aldaar van enige voorzieningen voor voetgangers en fietsers (vooral op het vlak van signalisatie en verkeersveiligheid).
De facto wordt de thans doodlopende straat op de Warandeberg bovendien een doorgaande straat gemaakt. Er wordt immers uitgegeven op een weg met wegbreedte van 4,0 m. Hoewel men vooropstelt dat dit door fietsers en voetgangers zal worden gebruikt, is de wegenis in het verkavelingsontwerp voor gemotoriseerd verkeer met momenten ook slechts 4,0 m breed. Een onvoldoende en/of onveilige ontsluiting via De Floere (zie supra) zou dan ook aanleiding geven tot sluipverkeer via de Warandeberg om dan aan te takken op de Kasteelstraat. Gelet op de wegbreedte van 4,0 m voor wat betreft de aantakking op de Warandeberg is dit scenario geenszins hypothetisch.
Het gebruik van de doorsteek naar de Warandeberg als sluipweg door gemotoriseerd verkeer in combinatie met het gebrek aan voorzieningen voor voetgangers en fietsers ter hoogte van de Warandeberg zou er vervolgens toe kunnen leiden dat voetgangers en fietsers afzien van het gebruik van deze doorsteek zodanig dat ook zij mee langs De Floere ontsluiten waardoor de druk langs die kant wordt verhoogd en de situatie des te onveiliger wordt.
De ontworpen wegenis biedt bijgevolg onvoldoende waarborgen op het vlak van een vlotte en veilige verkeersafwikkeling en levert zo een onzeker toekomstbeeld.5. Het vijfde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op de mobiliteitsimpact
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Bovendien zijn er veel Hallenaren die zowel in de gemeente wonen als werken. Dat brengt dagelijks grote verkeersstromen op gang met de auto als dominant vervoersmiddel. Wanneer wordt gekeken naar het dominante vervoersmiddel bij verplaatsingen van en naar werk, wint de auto met gemak. 68% van de eigen inwoners gaat met de auto naar het werk in Halle. Wanneer men 's ochtends de gemeente verlaat om elders te werken, geldt dat bijna driekwart de auto pakt. De inkomende pendel wordt echter nog meer gedomineerd door de auto met een aandeel van bijna 87%.”
“De verkavelaar stelt in zijn MER-screening dat er geen files in Essenbeek zijn. Tijdens normale werkdagen (excl. Corona) staat er elke ochtend een structurele file van voor de Boterham tot de verkeerslichten aan de E429. De Warande/Arenbergstraat zijn een absolute sluipweg voor verkeer uit Wallonië en Lembeek. De Nijvelsesteenweg vanaf kruispunt Warande richting E429 kampt tijdens elke ochtend- en avondspits met files, zelfs op zaterdagen.”
“-> een effectief MER-rapport is aangeraden om de gevolgen onpartijdig aan te tonen”
“De bereikbaarheid van de verkaveling vanaf De Floere is belastend voor de nabijgelegen (smalle) straten (zoals de Isidoor Devilléstraat richting Boterham, de Kasteelstraat vanaf de lagere school tot de Warande, Zavelstraat vanaf nr. 38, Keerstraat vanaf nr. 15 tot kruispunt met De Floere (veiligheid: kruisen met lijnbussen onmogelijk op dit stuk). Deze extra verkeersbelasting is nefast voor veiligheid en leefbaarheid in de gemeente.
“Een mobiliteitsstudie lijkt meer dan aangewezen gezien het besluit van de verkavelaar in zijn MER-screening dat er geen files zouden zijn.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Men dient rekening te houden met een toenemende verkeersbetasting van de rustige straat De Floere. Hoewel de verkaveling als 'woonerf ' zal worden ingericht, genieten zwakke weggebruikers weinig of geen bescherming tegen het autoverkeer. Zwakke weggebruikers kunnen de voorgestelde verkaveling wet ontsluiten via de Warandeberg, maar AL het gemotoriseerd verkeer dient via De Floere de verkaveling te ontsluiten.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Met deze verkaveling zullen er minsten 38 wagens bijkomen die allen omwille van het gebrek aan lokale voorzieningen (er is zelfs nog geen bancontact) meerdere malen per dag meerdere verplaatsingen zullen moeten doen. Alle bijkomende verkeer zal dienen te gebeuren via de dorpskern van Essenbeek. De straten in Essenbeek zijn zeer smal. In de Zavelstraat kunnen wagens met moeite naast elkaar passeren, de keerstraat is ter hoogte van de kruising met De Floere zeer smal. De Kleemstraat is een straat die omwille van haar aard zeer veel lawaai en hinder veroorzaakt bij de bewoners. In de Isidore Devilléstraat kunnen geen 2 wagens elkaar passeren. De reeds zeer smalle infrastructuur van Essenbeek zal nog zwaarder belast worden. De huidige bewoners zullen grote hinder ondervinden enerzijds door extra verkeer en anderzijds door extra lawaai.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 5:
De gemeenteraad kan zich uitspreken over het effect van de voorgestelde wegenis op de mobiliteit, de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid.
De aanvraag tot wegenis beoogt om in het binnengebied tussen De Floere, de Keerstraat en de Kleemstraat een bijkomende weg aan te leggen. Echter moet samen met bezwaarindieners worden vastgesteld dat Essenbeek thans reeds kampt met structurele files op de invalswegen naar de E429. Het vele verkeer vindt niet enkel zijn weg via de Nijvelsesteenweg, maar komt ook door de dorpskern van Essenbeek, waar tijdens de spitsuren ook in de verschillende straten aldaar systematisch een aanzienlijke fileopbouw is. Niettegenstaande de bijkomende verkeerstoevoer gering zal zijn, veroorzaakt het toch bijkomende nadelige effecten op de naburige wijken en de dorpskern waar reeds een fileproblematiek aanwezig is.
Bij de behandeling van bezwaarstuk nr. 4 over het wegenisontwerp werd reeds het probleem van de enkele aantakking voor het particulier gemotoriseerd verkeer ook aangekaart. De op heden reeds problematische verkeersafwikkeling ter hoogte van de voorziene wegenis dreigt ingevolge het ontwerp van wegenis te worden bestendigd en verzwaard. Het probleem op het niveau van de verkeerafwikkeling hangt inherent samen met het geschetste probleem op het vlak van verkeersveiligheid.- het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voldoet niet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen:
In de gegeven omstandigheden kan in casu geen toepassing worden gemaakt van artikel 12, § 2 van het Gemeentewegendecreet naar luid waarvan de procedure tot aanleg van een gemeenteweg kan worden geïntegreerd in de omgevingsvergunningsaanvraag. Bij gebrek aan een volledig dossier in de zin van artikel 12, § 2 van het Gemeentewegendecreet kan de gemeenteraad zich in het kader van de hangende omgevingsvergunningsprocedure niet uitspreken over de ontworpen wegenis.
Zonder afbreuk te willen doen aan het voorgaande, bevestigt de gemeenteraad ook haar inhoudelijke bezwaren met betrekking tot het ontwerp van wegenis met name:
- het ontwerp van wegenis biedt onvoldoende garanties op het vlak van verkeersveiligheid (onveilige doorsteek fietsers en voetgangers, risico sluipweg en te hoge intensiteit ter hoogte van aantakking De Floere) en bij uitbreiding op het vlak van verkeersafwikkeling (zie daaromtrent meer uitgebreid, beoordeling bezwaarstuk 4 en 5);
In het licht van hetgeen voorafgaat, kan de gemeenteraad de zaak der wegen zoals ontworpen in het kader van het vergunningsdossier gekend met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020) niet goedkeuren.
Overwegende de hierboven aangenomen standpunten en rekening houdende met de behandeling van de relevante bezwaarstukken keurt de gemeenteraad van de stad Halle de zaak der wegen binnen omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020) ‘Bijstellen en uitbreiden van een bestaande verkaveling genaamd ‘De Floere’ - verkavelingsaanvraag voor 19 loten met wegenis- en omgevingswerken“ aangevraagd door HYBOMA NV, niet goed.
Motie tegen de beslissing van de provincie Vlaams-Brabant om het openluchtzwembad in Huizingen te sluiten
Begin maart stelde de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant in een perscommunicatie het openluchtzwembad van het provinciaal domein in Huizingen te willen sluiten. Op 22 maart 2022 buigt de provincieraad van Vlaams-Brabant zich over deze kwestie met een bespreking en een definitieve stemming.
Met de sluiting dreigt een einde te komen aan een fraaie geschiedenis die in 1948 begon. Het zwembad schonk in de afgelopen 73 jaar talloze inwoners van onze stad verkwikking en verfrissing in de hete zomermaanden. Voor onze scholen en jeugdverenigingen betekende het openluchtzwembad een uitstekende en welgekomen uitvalsbasis voor watergewenning, zwemlessen en sportieve uitstappen.
Het provinciaal openluchtzwembad vervulde (en vervult) ook een belangrijke sociale functie. Gezinnen die zich geen dure zwemvakantie konden veroorloven, konden er terecht voor een betaalbare vakantie-uitstap aan het water. Gezien de zomers in de toekomst warmer zullen worden, is de sluiting van het openluchtzwembad een ondoordachte en bovendien ook asociale beslissing.
Hoewel de impact van de sluiting op onze stad en haar inwoners bijzonder groot is, werd de gemeenteraad als hoogste bestuursorgaan hierbij op generlei wijze betrokken of geconsulteerd.
Dat de provincie Vlaams-Brabant op slechts zes weken voor de heropening onze gemeente en haar inwoners voor een voldongen feit plaatst, is onaanvaardbaar en getuigt van een afwezigheid van goed en vooruitziend bestuur.
Niettegenstaande wij als lokaal bestuur geen rechtstreekse bevoegdheid hebben in de betreffende besluitvorming, wenst de gemeenteraad van Halle zijn grieven kenbaar te maken teneinde deze drastische beslissing alsnog te herroepen.
Gelet op:
Vraagt de gemeenteraad van Halle:
Deze motie wordt bezorgd aan: