Op 26/06/2020 werd door projectontwikkelaar en algemeen aannemer NV HYBOMA, vertegenwoordigd door de heer Wim Verhaeghe, een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verkavelen van gronden:
- Bijstellen en uitbreiden van een bestaande verkaveling genaamd ‘De Floere’ -
- verkavelingsaanvraag voor 19 loten met wegenis- en omgevingswerken -
Op 24 november 2020 besloot de gemeenteraad van stad Halle om de zaak der wegen binnen bovenstaande omgevingsvergunningsaanvraag niet goed te keuren.
Op 8 januari 2020 werd door NV Hyboma een georganiseerd administratief beroep ingediend tegen het gemeenteraadsbesluit van stad Halle van 24 november 2020.
Bij Ministerieel Besluit van 14 januari 2022 werd het besluit van de gemeenteraad van de stad Halle van 24 november 2020 inzake de zaak der wegen vernietigd. De Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken overwoog met name dat (i) een eigen beoordeling vanwege de gemeenteraad zou ontbreken – de gemeenteraad zou louter het voorstel van het college van burgemeester en schepenen hebben overgenomen en (ii) de gemeenteraad zich niet zou hebben uitgesproken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de betrokken weg (of de opname ervan in het openbaar domein) noch over de inpasbaarheid van de wegenis in een goed uitgebouw, verantwoord, veilig en duurzaam gemeentelijk wegennet.
Ingevolge de voormelde vernietiging, is de gemeenteraad opnieuw gevat om een beslissing te nemen over de zaak der wegen in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag OMV/2020/00004/BV.
Neemt de gemeenteraad geen beslissing, roept de gouverneur op verzoek van de deputatie, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
Als de bevoegde overheid (hier de deputatie), geen beslissing kan nemen binnen de vastgestelde of in voorkomend geval verlengde termijn doordat de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, is de gemeente aan de aanvrager van de vergunning een eenmalige vergoeding van 5000 euro verschuldigd.
De gemeenteraad spreekt zich hierna aldus uit over de zaak der wegen in het kader van omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020).
De plancontouren van de voorliggende aanvraag zijn gesitueerd te Essenbeek (Halle) op eigendommen gelegen in het gebied tussen ‘De Warandeberg’ en ‘De Floere’ met als kadastrale ligging:
HALLE (Essenbeek), 2e afdeling (23412), sectie K, percelen: 71P, 71V, 71W, 76E, 76F, 81T, 81X, 88L, 88M, 94E, 94G
De ingediende verkavelingsplannen voorzien in de bouw van een woonerf met 19 eengezinswoningen (26 incl. mogelijke latere uitbreidingen) in open bebouwing met de aanleg van een nieuwe openbare wegenis (gemeenteweg).
Binnen de openbare wegenis behoort eveneens de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, openbaar groen met wadi, 13 openbare parkeerplaatsen, een fietsenstalling en recreatiemogelijkheden waaronder een groene kern met zandbak, speelheuvels en een apart gelegen petanqueplein.
De aanvrager verklaart in de bij het dossier toegevoegde ‘belofte van grondafstand’ dat alle infrastructuurwerken, welke noodzakelijk zijn voor het verkavelen van de hierboven vermelde gronden, op eigen kosten zullen worden uitgevoerd, en dat de grondstroken voor de openbare wegenis, aanhorigheden en openbare nutsvoorzieningen, vrij, onbelast en kosteloos aan de gemeente Halle zullen worden afgestaan op een door de gemeente vast te stellen datum, in elk geval bij de eindoplevering der werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (hierna: “Omgevingsvergunningsdecreet”) bepaalt in artikel 31 het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
De memorie van toelichting bij artikel 71 van het decreet van 3 mei 2019 betreffende de gemeentewegen (hierna: “Gemeentewegendecreet”), waarmee huidig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet werd ingevoegd, verduidelijkt het volgende:
“In een tweede lid van paragraaf 1 wordt duidelijk bepaald dat de gemeenteraad zich daarbij alleen kan uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en de eventuele opname in het openbaar domein. De argumenten van de gemeenteraad houden dus uitsluitend verband met de wegenis en niet met de vergunningsaanvraag. Elementen die daarbij in overweging kunnen worden genomen, zijn bijvoorbeeld de ligging en de breedte van de ontworpen weg, de breedte van de verharding, de ontsluitingsgraad en het aantal publieke parkeerplaatsen. Onder de uitrusting van de weg hoort bijvoorbeeld ook de riolering en de waterhuishouding op openbaar domein. Daarbij moet de gemeenteraad ook rekening houden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van dit voorstel van decreet. De gemeenteraad kan voorwaarden en lasten opleggen die de vergunningverlenende overheid moet opnemen in de eventuele vergunning (zie ook artikel 78 en 79).”
Artikel 3 van het Gemeentewegendecreet verduidelijkt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften van zachte mobiliteit te voldoen. Om aan die doelstelling te voldoen, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer bericht is op: (i) de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en (ii) de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Overeenkomstig artikel 4 van het Gemeentewegendecreet wordt bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening gehouden met de volgende principes: (i) wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, (ii) een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd, (iii) de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, (iv) wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief en (v) bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Overeenkomstig artikel 6 van het Gemeentewegendecreet nemen de gemeenten bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentelijke wegen de doelstellingen en principes vermeld in de artikelen 3 en 4 in acht. Zij kunnen die doelstellingen en principes verfijnen, concretiseren en aanvullen in een gemeentelijk beleidskader.
Artikel 65 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt:
“Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat en de bevoegde overheid vaststelt dat de gemeenteraad daarover geen beslissing heeft genomen, roept de gouverneur op verzoek van de deputatie, de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.”
“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt. De rechtsbescherming met betrekking tot die voorwaarden en lasten is dezelfde als die met betrekking tot de vergunning.”
“De gemeente bezorgt de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg aan de bevoegde overheid binnen zestig dagen na de samenroeping door de gouverneur.”
Artikel 66, §6 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt:
“§ 6. Een vergunning voor aanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in beroep pas verleend worden na de goedkeuring van de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad, met toepassing van artikel 31.”
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningenbesluit bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De aanvraag is volgens het bij koninklijk besluit van 7 maart 1977 goedgekeurd origineel gewestplan Halle - Vilvoorde - Asse gelegen in woongebied. Het gebied werd tot op heden niet opgenomen in een goedgekeurd BPA of RUP.
Het project is deels gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling (VH/1981/0419 goedgekeurd dd.10.06.1981).
Ontwerp van rooilijnplan en beschrijving der rooilijnen
Artikel 12, §2 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg ook kan worden opgenomen in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging aan het wegennet past in de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Artikel 16, §2 van het Gemeentewegendecreet bepaalt de minimale vereisten op het vlak van vorm en inhoud van een gemeentelijk rooilijnplan:
“§ 2. Het gemeentelijk rooilijnplan bevat minstens de volgende elementen:
1° de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;
3° de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.”
Een gemeentelijk rooilijnplan kan ook een achteruitbouwstrook vastleggen.
Artikel 16, §3 en §4 van het Gemeentewegendecreet bepalen:
“§ 3. In voorkomend geval bevat het rooilijnplan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
2° de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.”
“§ 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de vorm en de inhoud van een gemeentelijk rooilijnplan.”
De rooilijnen (rode lijnen op het rooilijnplan) tonen de ontworpen zone van de gratis af te stane publieke ruimte (gele zone op het rooilijnplan) binnen de zone van de verkaveling (streepjeslijn) zoals weergegeven op het plandocument met titel; ‘STAD HALLE VERKAVELING DE FLOERE – ROOILIJNENPLAN’, gevoegd bij het verkavelingsdossier in het omgevingsloket onder ‘ba_openbaar domein_p_n_02_plan overdracht’.
Het rooilijnplan vermeldt niet de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen, noch de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens recente kadastrale gegevens of andere gegevens.
Er wordt enkel onder de hoofding ‘ligging’ een opsomming gegeven van de betrokken kadastrale percelen en er wordt bij benadering gesteld dat er in totaal 4.170,00 m² vrij, onbelast en kosteloos dient overgedragen te worden aan de stad Halle.
Een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg van een gemeenteweg werd niet mee opgeleverd in het omgevingsloket. Artikel 16 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat het rooilijnplan de eventuele waardevermeerdering bevat. Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of -vermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente (zie daarover ook: FAQ Relevante aspecten uit het nieuwe Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid, https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/FAQ%20Gemeentewegendecreet_0.pdf, p. 11).
Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet heeft het over waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is.
Juridisch volgt hieruit dat de kandidaat-vergunningsaanvrager nog voor het indienen van een vergunningsaanvraag het college van burgemeester en schepenen moet vragen om een landmeter-expert aan te stellen in functie van het vaststellen van de min/meerwaarde. Dat de gemeenteweg gratis zou worden overgedragen aan de gemeente doet daar geen afbreuk aan.
Het Gemeentewegendecreet bevat immers geen bepaling op grond waarvan de schatting van de waardevermeerdering of – vermindering achterwege gelaten mag worden, in de hypothese van een gratis grondafstand (zie in die zin: FAQ Relevante aspecten uit het nieuwe Gemeentewegendecreet voor het Omgevingsbeleid, https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/FAQ%20Gemeentewegendecreet_0.pdf, p. 12-13).
Integendeel: artikel 28, §4, van het Gemeentewegendecreet zegt dat de regeling rond meer -en minwaarde van paragraaf 1 tot 3 van dit artikel geen afbreuk doet aan de mogelijkheid om gratis grondafstand als last op te leggen. Volgens het Gemeentewegendecreet moet de vaststelling van min- en meerwaarde in het aanvraagdossier van een vergunning zitten (artikel 12, §2, gecombineerd met artikel 16 of artikel 20), hoewel op dat moment nog niet vaststaat of bij de vergunningsbeslissing al dan niet grondafstand als last wordt opgelegd. Hier dient wel begrepen te worden dat de eigenaar de geschatte meer- of minwaarde niet moet betalen of betaald krijgen als de grond na realisatie van de vergunning gratis wordt afgestaan.
Louter volledigheidshalve merkt de gemeenteraad op dat de ontworpen rooilijnen niet worden gekenmerkt door alfanumerieke puntnummering. Evenmin wordt een coördinatenlijst in bijvoorbeeld het Lambert-72 stelsel op het plan weergegeven. Deze informatie is weliswaar op grond van het Gemeentewegendecreet niet verplicht maar is op advies van de dienst openbaar domein wel wenselijk. De lengte per rooilijn staat wel weergegeven op het rooilijnplan. Als gevolg van de afwezigheid van puntnummering worden de rooilijnen in de beschrijving hierna dan ook omschreven aan de hand van hun resp. rooilijnlengte.
Binnen het ontwerp van de verkavelingscontouren is de aansluiting van de nieuwe rooilijnen op de feitelijke rooilijnen van de gemeenteweg De Floere ontworpen met een plaatselijke breedte van 9,11 meter. In de vergunningsaanvraag wordt ervan uitgegaan dat dit deel van de wegenis als enige ontsluiting voor particulier gemotoriseerd verkeer binnen het verkavelingsontwerp dienst doet.
Aan de linker zijde en aansluitend onder een rechte hoek werd de rooilijn langsheen perceelnummer 94F ontworpen met een lengte van 73,38 m. Hier tegenover aan de rechterzijde en aansluitend op de rooilijnen van De Floere een rooilijn van 2,50 m onder schuine hoek naar binnen aansluitend op een rooilijn van 26,65 m. De schuine en naar binnen gerichte rooilijn van 2,50 m zorgt voor een vernauwing naar een plaatselijke rooilijnbreedte van 8,50 m voor het eerste deel van de ontworpen gemeenteweg.
Het eerste deel van de ontworpen wegenis kent dus een algemene rooilijnbreedte van 8,50 m met daarin voorzien: 5,50 m rijbaanbreedte (incl. goot en boordsteen), 2,50 m brede ruimte voorzien voor openbare parkeerplaatsen (2 plaatsen) en openbaar groen met aansluitend nog 0,50 m tussen de aanpalende perceelsgrens met perceel 94F (huisnr. 14 De Floere).
Het vervolg van de wegenis richting de westelijke zijde kenmerkt zich door een knik met een rooilijnlengte van 4,70 m met een plaatselijke verbreding ter hoogte van de zone waarbinnen het merendeel van de openbare parkeerplaatsen (11 plaatsen) werd ontworpen. De omsluiting van dit gedeelte wordt gekenmerkt door rooilijnlengtes 8,00 m; 6,00 m; 5,00 m; 21,85 m en 4,75 m. De resp. rooilijnbreedte tussen de perceelsgrenzen van perceel 94F en 92K2 wordt niet weergegeven.
Vanaf het eindpunt van de rooilijn (73,38 m) langsheen de perceelsgrens van perceel 94F kent de ontworpen wegenis een eerste vertakking naar links (bij het binnenrijden van de verkaveling en gericht naar het zuiden) met een rooilijnbreedte van 8,00 meter welke na resp. 52,75 m (linkerzijde wegenis) en 53,00 m (rechterzijde wegenis) een knik maakt om vervolgens na resp. 23,10 m (linkerzijde wegenis) en 23,75 m (rechterzijde wegenis) uit te komen op een pijpenkop met een resp. rooilijnbreedte van 18,50 meter op 13,20 meter (gekenmerkt door rooilijnlengtes 5,00 m; 13,20 m; 18,50 m; 8,00 m en 7,55 m).
Het centrale deel van de ontworpen gemeenteweg wordt gekenmerkt door een rooilijnlengte van 42,45 m aan de linkerzijde en 64,45 m aan de rechterzijde. De resp. rooilijnbreedte van dit centraal gedeelte wordt niet weergegeven op het ontworpen rooilijnplan. De breedte van de rijbaanstrook kent hier afwisselend een breedte van 5,50 m en 4,50 m als gevolg van slalomvernauwingen in het wegenisontwerp.
Het vervolg van de gemeenteweg neemt langs de rechterzijde een bocht (rooilijnlengte 8,65 m) richting het noorden en mondt doodlopend uit in een tweede soort pijpenkop met rooilijnlengtes van: 21,00 m; 13,60 m en 34,05 m.
Langs de linkerzijde loopt het gedeelte voor het particulier gemotoriseerd verkeer eveneens dood ter hoogte van de rooilijn met lengte 12,45 m. De ontworpen wegenis voorziet op dit doodlopend deel een strook van 1,50 m voetpadgedeelte en 5,00 m rijstrook.
Hierop aansluitend langs de linkerzijde werd langsheen de rooilijnen met lengtes 5,40 m en 28,45 m een ontsluiting voor het traag (niet gemotoriseerd) verkeer en voor de hulpdiensten voorzien. Deze tweede ontsluiting kenmerkt zich door een aansluiting van de rooilijnen (3,40 m en 3,77 m) op de bestaande wegenis van de Warande volgens de toestand ten tijde van de atlas der buurtwegen (rooilijnbreedte van 4,00 meter).
De ontsluiting heeft hier een ontworpen breedte van 4,00 meter bestaande uit 1,50 meter klinkerverharding (zone traag verkeer) en 2,50 meter verharding in grasdallen (verbreding ingegeven voor de hulpdiensten).
De meest westelijke zone (deel voor openbaar groen en wadi) wordt langs de rechterzijde gekenmerkt door rooilijnlengtes van: 1,95 m; 6,52 m; 6,50 m; 2,25 m; 11,50 m en 25,00 m.
Ontwerp van wegenis en riolering
De ontworpen wegenis met rioleringen wordt afgebeeld op het plan met titel ‘GRONDPLAN WEGENIS- EN RIOLERINGSWERKEN’, gevoegd bij het verkavelingsdossier in het omgevingsloket onder ‘ba_openbaar domein_p_n_02_grondplan wegenis’.
Het type van de ontworpen wegenis binnen de verkavelingscontouren is deze van een woonerf.
De rijstroken werden ontworpen met een gemiddelde breedte van 5,50 meter in grijze klinkerverharding. De voorziene openbare parkeerplaatsen (13 in totaal) werden ontworpen in grasdallen. Ter hoogte van de pijpenkop aan loten 6, 7 en 8 (westelijk deel) en ter hoogte van de pijpenkop aan loten 11 t.e.m. 16 (zuidelijk deel) wordt de kern voorzien om aangelegd te worden in betonverharding met daarrond een voetpadgedeelte van 1,50 meter breed voorzien in grijze klinkerverharding. Dit voetpadgedeelte lijkt volgens het type verharding homogeen over te lopen in het gedeelte van de rijstroken.
Langsheen de loten 18 en 19 (en het aanpalend lot voor mogelijkse uitbreiding) is er geen rechtstreekse aansluiting voorzien op het verhard wegdek. Het grondplan van de wegenis toont hier een strook voor openbaar groen (groen inkleuring met een breedte van 2,50 m). Dit lijkt een vertekend beeld te geven van het werkelijke toekomstig openbaar groen na aanleg van de verkaveling. Dit vertekend beeld is te wijten aan de onmogelijke inschatting van de ontwerper waar de toekomstige eigenaars van lot 18 en lot 19 hun opritstrook zullen aanleggen.
De verharde aansluiting ter hoogte van lot 10 heeft een beperkte breedte van om en bij 3,0 m.
De afwatering langs de wegenis is ontworpen om via greppels met waterslikkers opgenomen te worden in een gescheiden rioleringsstelsel.
Het DWA-stelsel (droog weer afvoer) werd ontworpen in rioleringsbuizen in gres met een algemene diameter van 250 mm.
Het RWA-stelsel (regen weer afvoer) werd ontworpen in (gewapend) betonnen rioleringsbuizen met een algemene diameter van 400 mm en wordt voorzien om afgevoerd te worden in een WADI (Water Afvoer Drainage en Infiltratie).
Ontwerp van het beplantingsplan
Het toekomstig openbaar groen wordt afgebeeld op het ‘BEPLANTINGSPLAN schaal 1/250’ met ‘begeleidend groenboekje bij het beplantingsplan’.
Het plan voorziet in de aanleg van graszaad ‘Water Saver 100% LMT rassen firma: Barenburg’, de aanleg van volgende boomsoorten: Geveerdbladige witte els (1), Ruwe berk (2), Varenberk (3), Paarse haagbeuk (4), Eénstijlige meidoorn (5), Pluim-es (6), Sierpeer (7), Gewone lijsterbes (8), Zweedse meelbes (9), Breedbladige lijsterbes (10) en verscheidene half losse gemengde hagen.
Bij het binnenkomen van de verkaveling langs de Floere worden er ter hoogte van de twee aparte parkeerplaatsen drie bomen van type 3 voorzien met een haagstructuur van struikklimop, herfsthooi en ganzerik. In het gedeelte hogerop worden nog eens één boom type 3 en het behoud van twee bestaande bomen voorzien. Verderop kenmerkt zich de inplanting van een petanqueveld als recreatiemogelijkheid en twee bomen type 8 en één boom type 10.
Ter hoogte van de 11 parkeerstroken worden er twee bomen type 3 voorzien tesamen met een haagstructuur (half losse + strakke haag).
Langs de vertakking van de rijbaan richting de zuidelijke pijpenkop worden in de aansluitende groenstroken vijf bomen van type 7 voorzien.
Ter hoogte van de centraal ontworpen groene kern wordt voorzien om acht bomen te planten (1x type 2,-5,-7,-9 en type 11 en 3 x type 4) met één bestaande boom die behouden dient te blijven. Verder voorziet het ontwerp hier in de aanleg van een zandbak en een speelheuvel met boomstroken en de aanleg van notenbosjes.
Rondom de WADI wordt voorzien om vier bomen (type 1, type 2, type 6 en type 11) te planten.
De te gebruiken materialen voor het aanplanten van de bomen zijn per boom:
- 3 boompalen in kastanjehout
- 3 zelfhechtende boombinders (gerecycleerd elastisch rubber )
- Biobased gietranden gemaakt van Polyethyleen op basis van ethanol suikerriet (H.30cm en 2mm dik)
In totaal wordt dus voorzien om 26 bomen aan te planten en om 3 bestaande bomen te behouden binnen de toekomstige zone voor openbaar domein.
1. Het eerste samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het ontwerp van riolering
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Het te verkavelen perceel ligt in een gebied met een vrij sterk reliëf. Het afstromende regenwater wordt heden door de vegetatie opgevangen. De wegenis volgt grotendeels de helling. Kan dit voldoende opgevangen worden zodat de lager gelegen percelen (in de Kleemstraat en de Isidore Devilléstraat) gevrijwaard blijven van wateroverlast? Is de Wadi een voldoende buffer? Is een rioleringsbuis met doorsnede 40 cm voldoende om een aansluiting van 26 woningen te voorzien? Halle kent immers al genoeg moeilijkheden met wateroverlast en -afvoering.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Is de riolering erop voorzien dat 19 en met uitbreiding 26 woningen bijkomend aangesloten worden op de huidige riolering? Dit dient grondig besproken te worden met de rioolbeheerder.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Er zijn vandaag de dag reeds grote problemen met het grondwater. Het volbouwen van deze groene omgeving zal dit niet ten goede komen. Het projectgebied is volgens de VMM ingedeeld als infiltratiegevoelig. In dit gebied is het relatief gemakkelijk om hemelwater te laten infiltreren in de ondergrond. Dit gebied verharden zou regelrecht ingaan tegen een goede ruimtelijke ordening. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van de verdroging van de watertoevoerende lagen en van waterafhankelijke natuur.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Op een deel van het terrein komt een waterbekken waar ik voor een deel van 10,5 m op 8 m tegenaan paal. Dit bekken is daar totaal misplaatst omdat het daar slecht gelegen is een veel te hoog voor het terrein met groot verval. Ik wil dit bekken (een muggenkwekerij) niet naast mijn deur. Ik verzet mij tegen alle zwaar verkeer zoals het reeds gebeurde met rupsvoertuigen en zorgde voor de vernietiging van mijn haag.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 1:
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij artikel 71 van het Gemeentewegendecreet, wordt onder de ‘uitrusting van de gemeenteweg’, waarover de gemeenteraad zich op grond van artikel 31, § 1 Omgevingsvergunningsdecreet uitspreekt, ook de riolering en de waterhuishouding op het openbaar domein begrepen. De gemeenteraad kan daarbij geen rekening houden met de goede ruimtelijke ordening.
De ingediende bezwaarschriften met betrekking tot de riolering zijn beperkt en behelzen uitsluitend de melding dat door de bouw van de woningen en de infrastructuurwerken een deel van de infiltratieoppervlakte verloren gaat en er gevreesd wordt voor bijzondere invloed op de grondwatertafel aangezien de zanderige ondergrond heel goed infiltrerend is.
Alle nieuwe infrastructuurverhardingen wateren af naar de groenvoorzieningen die worden aangeplant en het hemelwater dat hier niet kan infiltreren wordt afgevoerd naar een wadi die voor de nodige infiltratie zorgt.
De nieuwbouwwoningen zullen elk via de omgevingsvergunning opgelegd worden dat zij dienen te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening die oplegt om te voorzien in een particuliere hemelwaterput en bijbehorende infiltratievoorziening afhankelijk van de grootte van de daken en de verharding die op het particuliere perceel aangelegd wordt.
Overlopen van deze infiltratievoorziening worden aangesloten aan de regenwaterriool in de rijweg die uiteindelijk terechtkomt in de wadi om daar te infiltreren. Het aangehaalde bezwaar van verminderde infiltratiecapaciteit klopt derhalve niet. Evenwel zal er ten gevolge van de bouw van het project minder water doorsijpelen naar de bodem dan er op de totale oppervlakte valt.
Via de gewestelijke hemelwaterverordening dienen de particulieren te voorzien in regenwaterrecuperatie via de regenwaterput voor hergebruik van wasmachine, spoeling van toiletten… Dat opgevangen hemelwater komt uiteraard niet meer in de bodem terecht. Hoeveel dit gegeven betreft valt niet te voorspellen vermits dit afhangt van de intensiteit van het hergebruik en het moment waarop de buien vallen. Immers bij een volle regenwaterput komt dit toch in de particuliere infiltratievoorziening terecht.
Eén van de bezwaarschriften handelt over de zorg dat de wadi zal fungeren als muggenkweekplaats. De wadi zal zeker gezien de zanderige structuur, en de grote infiltratieoppervlakte, een zeer snelle infiltratie toelaten waardoor de wadi in de lente en zomer veelal droog zal staan zodat er zich geen muggenlarven kunnen ontwikkelen. De nodige grondwerken dienen uiteraard uitgevoerd te worden voor de inplanting van de wadi. Het reliëf van het terrein zal in deze mate dus aangepast worden.
De ingediende rioleringsplannen zijn conform. Zowel de Wadi als de buisdiameter van 40 cm zijn voldoende om de draagkracht qua riolering van dit project op te vangen.2. Het tweede samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het ontwerp van de openbare parkeerplaatsen
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Volgens de motiveringsnota wordt er minimum 1 autostalplaats voorzien op elk privaat terrein. Het gaat hier om gezinswoningen welke minimum twee wagens zullen hebben. Dit wil zeggen dat de voorziene (bezoekers-) parkeerhaven steeds volzet zal zijn en ze hun parkeerplaats buiten de verkaveling zullen moeten zoeken. Op De Floere staan nu reeds auto's geparkeerd van naburige straten (uit Keerstraat en Kleemstraat).”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“De aanvraag omvat 19 loten maar bij uitbreiding gaat het over 26 loten, waarbij er geen aanpassingen gebeuren qua parkings en dergelijke. Er wordt minimum 1 autostaanplaats voorzien op elk privaat domein, men spreekt in de motovatienota van 26 parkeermogelijkheden op privaat domein, terwijl er slechts 19 loten aangevraagd worden. Deze bewering is niet correct.”
“In de berekening van de parkeerindex staat dat er 13 parkeerplaatsen op het openbaar voorzien worden, maar op het verkavelingsplan staan er echter maar 11 ingetekend.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 2:
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij artikel 71 van het Gemeentewegendecreet, kan de gemeenteraad bij de beslissing op grond van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet over de zaak der wegen rekening houden met het aantal publieke parkeerplaatsen.
Op het verkavelingsplan staan wel degelijk 13 openbare parkeerstroken ingetekend. 2 parkeerstroken aan de linkerzijde bij het binnenrijden van de verkaveling langs de Floere en 11 parkeerstroken in serie wat verderop binnen de verkaveling.
Lot 10 heeft ter hoogte van de rechter perceelsgrens een strook van +/- 3 meter langsheen de verharding van de rijbaan om een opritzone op aan te sluiten.
Lot 11 heeft rechtstreekse aansluiting op de pijpenkop van de rijbaan.3. Het derde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het toekomstig openbaar groen
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
‘Groene long van Essenbeek’
“Op het te verkavelen perceel zal er een groot aantal zeer mature en hoge bomen gekapt worden. Bomen vervullen een belangrijke functie om water te bufferen. Verder worden er heel veel verharde stukken voorzien. Het kappen van de water absorberende bomen enerzijds en de aanleg van de wegen, opritten etc. anderzijds, zal ervoor zorgen dat het infiltratievermogen van de grond significant vermindert. lk vrees voor wateroverlast op de lager gelegen percelen in de buurt.”
“De stad mist een opportuniteit om via een braak liggend stuk grond aan de lsidore Devilléstraat een verbinding te maken met het warandepark waarvoor 1 groot natuurgebied had aangelegd kunnen worden en het bestaande natuurgebied met iets meer dan 1 ha uitgebreid had kunnen worden. Dit is een gemiste kans indien we kijken naar de densiteit waarmee Essenbeek is volgebouwd en haar ligging naast 2 autostrades. De bomen die gekapt gaan worden vervullen momenteel een belangrijke functie in het absorberen en neutraliseren van de luchtvervuiling veroorzaakt door het verkeer.”
“In bijlage vindt u een foto van een gedeelte van de bomen die gekapt gaan worden - de foto is vanuit één enkel perspectief getrokken en geeft slechts een gedeeltelijke indruk van wat er gekapt gaat worden. Het zijn prachtige bomen die niet gekapt hoeven worden indien de bestaande perceelsgrenzen gerespecteerd worden. Indien de aanvraag goedgekeurd wordt is wat er overblijft een kale vlakte met 26 huizen die waarschijnlijk allemaal één klein boompje in hun tuin gaan zetten. Een boom die 20 tot 40 meter hoog kan worden, zoals nu het geval is, past niet op percelen van 3,5 tot 7 are.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Al het groen binnen de gele lijnen (duiding van verkavelingscontouren op meegeleverde afbeelding) zal verdwijnen. Er staan 10-tallen mature bomen van meer dan 40 jaar oud. Een waardevolle boomgaard gaat verloren.
“Al deze bomen worden gekapt (luchtfoto van de huidige groene zone binnen verkavelingscontouren), een groene long in het door het verkeer geteisterde Essenbeek verdwijnt.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het betreft een oeroude typische Vlaamse verkaveling die in geen enkel opzicht innovatief, laat staan respect heeft voor het huidige groene binnengebied.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Dit gebied is de biotoop van heel wat vogels en andere diersoorten. Permanente aanwezigheid van mussen, koolmezen, pimpelmezen, grote bonte specht, groene specht, roodborstjes, kauwen, bosduiven, eksters, goudhaantje, ... Alles dreigt verloren te gaan"
“Aanplanting van een aantal bomen en struiken. Opmerkelijk is wel dat de bomen en struiken wel getekend worden op het plan, maar dat de verantwoordelijkheid van aanplanting berust bij de eigenaar van de nog te bouwen woningen.
“Door het bouwen van 19 woningen met bijhorende verhardingen en wegenis op een momenteel volledig braakliggend en groen terrein zal één van de laatste stukjes groen in onze gemeente verloren gaan.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het stadsbestuur kan hagen verplichten als scheiding op de perceelsgrenzen. Dit komt het groene karakter ten goede en leidt tot meer privacy tussen de percelen onderling.”
'Er zal een groot aantal bomen gekapt worden zonder enige compensatie ter plaatse. We zijn er als
Essenbekenaar zeer weinig mee dat deze bomen elders gecompenseerd worden. Hierdoor gaat het landelijk karakter van Essenbeek verloren.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Hoe kan er bij lot 18, 19, toekomstig lot 20 (naast 19), (lot 10 en 11) een autostalplaats voorzien worden? Voor deze loten is een groene strook (openbaar terrein) ingeplant.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 3:
Met de ‘zaak van de wegen’ wordt zowel het bepalen van het tracé van de wegen bedoeld, als de uitrusting ervan, zoals de wegverharding en de bestrating, de weguitrusting en de nutsleidingen, de aanleg van stoepen en wegboorden, de aanplanting, de inrichting van de (eventuele) parkeerplaatsen, de gratis grondafstand en de weerslag op de mobiliteit, afwatering, waterzuivering, afvalophaling en noodzakelijke uitbreiding van maatschappelijke infrastructuur. Beplantingen langs de weg vallen ook binnen de contouren van de beheersbevoegdheid van de gemeenteraad.
Zoals vermeld bij de beschrijving van het wegenisontwerp geven de plannen een misleidend beeld van het definitieve toekomstig openbaar groen. Bij de verwezenlijking van de aansluitingen van de private opritstroken voor lot 18 en lot 19 zullen er noodgedwongen delen van de openbare groenstrook zoals aangeduid op het verkavelingsplan en wegenisplan moeten wijken. In realiteit zal er dus nog meer verharding komen dan er staat aangegeven op de plannen, zij het wel dat deze verharding dient aangelegd te worden in kleinschalig niet-monoliet materiaal zoals vermeld in de stedenbouwkundige voorschriften. Zoals aangekaart bij de beschrijving van de ontworpen wegenis is dit vertekend beeld te wijten aan de onmogelijke inschatting van de ontwerper waar de toekomstige eigenaars van lot 18 en lot 19 hun opritstrook zullen aanleggen. Teneinde de homogeniteit van de opritstructuur te verbeteren vereist de gemeenteraad dan ook dat de oprit die wordt aangelegd op het openbaar domein ter hoogte van de loten 18 en 19 max. 3,0 m breed is. De resterende breedte van het openbaar domein grenzend aan de loten 18 en 19 wordt conform de intekening op het verkavelingsplan groen ingericht.
Aangezien het hier slechts over twee loten gaat (lot 18 en lot 19) waar een misleidend beeld gegeven wordt, zal het toekomstbeeld na aanleg van de verkaveling slechts beperkt afwijken.
Bijkomend wordt op advies van de dienst Openbaar Groen nog volgende voorwaarde voorgesteld:
- de fietsenstalling moet minstens overdekt zijn en moet een laadpunt voor elektrische fietsen bevatten
4. Het vierde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op het wegenisontwerp
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Op het plan wordt rekening gehouden met een voortuinstrook van 5,5 m. Wanneer het de bedoeling is om hier ook een haakse (op de rooilijn) parkeerplaats te voorzien per woongelegenheid, dan is er een straatbreedte van 6 m nodig. Dit is hier op de meeste plaatsen niet het geval.”
“De voorziene breedte van de openbare weg gaat op hun smalste deel over 5,5 meter. Hierdoor is kruising van interventiewagens in geval van een calamiteit compleet onmogelijk.”
“Men dient rekening te houden met een toenemende verkeersbelasting van de rustige straat De Floere. Hoewel de verkaveling als 'woonerf' zal worden ingericht, genieten zwakke weggebruikers weinig of geen bescherming tegen het autoverkeer. Zwakke weggebruikers kunnen de voorgestelde verkaveling wel ontsluiten via de warandeberg, maar AL het gemotoriseerd verkeer dient via De Floere de verkaveling te ontsluiten. Als men dan toch over een groene ader door de verkaveling wil spreken, dan kan men best een haagstructuur of weloverwogen beplanting in de wijk voorzien zodát zwakke weggebruikers een stap/trap locatie hebben.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Het voorgestelde ontwerp bevat veel infrastructuur/verharding voor een 19-tal loten. De nieuwe toegangsweg langs De Floere wordt ingeplant net naast de eigendom van lot 1 zonder het voorzien van een groene zone langsheen deze perceelsgrens.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 4
Overeenkomstig artikel 4 van het Gemeentewegendecreet wordt bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening gehouden met o.a. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen. Het volgt voorts uit artikel 3 Gemeentewegendecreet dat de gemeente moet streven naar de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau.
Door de enkele aantakking voor particulier gemotoriseerd verkeer langs de zijde van De Floere, zal zowel het inkomende als het uitgaande auto- en occasionele vrachtverkeer de ingang langs De Floere moeten gebruiken en kan verwacht worden dat de voertuigen zich keren op de rijbaan en in voorkomend geval op de openbare en/of private parkeerplaatsen. Dit zou voor een gevaarlijke verkeerssituatie kunnen zorgen bij het gewone verkeer alsook het gebeurlijke vrachtverkeer nodig voor verhuisbewegingen, leveringen, bouwwerken en/of andere tussenkomsten.
Het ontwerp voorziet voorts in een aantakking op de Warandeberg (i.e. een op heden doodlopende straat). Daarbij rijst de vraag of een aansluiting op de Warandeberg wel wenselijk is gelet op het ontbreken aldaar van enige voorzieningen voor voetgangers en fietsers (vooral op het vlak van signalisatie en verkeersveiligheid).
De facto wordt de thans doodlopende straat op de Warandeberg bovendien een doorgaande straat gemaakt. Er wordt immers uitgegeven op een weg met wegbreedte van 4,0 m. Hoewel men vooropstelt dat dit door fietsers en voetgangers zal worden gebruikt, is de wegenis in het verkavelingsontwerp voor gemotoriseerd verkeer met momenten ook slechts 4,0 m breed. Een onvoldoende en/of onveilige ontsluiting via De Floere (zie supra) zou dan ook aanleiding geven tot sluipverkeer via de Warandeberg om dan aan te takken op de Kasteelstraat. Gelet op de wegbreedte van 4,0 m voor wat betreft de aantakking op de Warandeberg is dit scenario geenszins hypothetisch.
Het gebruik van de doorsteek naar de Warandeberg als sluipweg door gemotoriseerd verkeer in combinatie met het gebrek aan voorzieningen voor voetgangers en fietsers ter hoogte van de Warandeberg zou er vervolgens toe kunnen leiden dat voetgangers en fietsers afzien van het gebruik van deze doorsteek zodanig dat ook zij mee langs De Floere ontsluiten waardoor de druk langs die kant wordt verhoogd en de situatie des te onveiliger wordt.
De ontworpen wegenis biedt bijgevolg onvoldoende waarborgen op het vlak van een vlotte en veilige verkeersafwikkeling en levert zo een onzeker toekomstbeeld.5. Het vijfde samengevat bezwaarstuk heeft betrekking op de mobiliteitsimpact
Tekst uit een ingediend bezwaarschrift:
“Bovendien zijn er veel Hallenaren die zowel in de gemeente wonen als werken. Dat brengt dagelijks grote verkeersstromen op gang met de auto als dominant vervoersmiddel. Wanneer wordt gekeken naar het dominante vervoersmiddel bij verplaatsingen van en naar werk, wint de auto met gemak. 68% van de eigen inwoners gaat met de auto naar het werk in Halle. Wanneer men 's ochtends de gemeente verlaat om elders te werken, geldt dat bijna driekwart de auto pakt. De inkomende pendel wordt echter nog meer gedomineerd door de auto met een aandeel van bijna 87%.”
“De verkavelaar stelt in zijn MER-screening dat er geen files in Essenbeek zijn. Tijdens normale werkdagen (excl. Corona) staat er elke ochtend een structurele file van voor de Boterham tot de verkeerslichten aan de E429. De Warande/Arenbergstraat zijn een absolute sluipweg voor verkeer uit Wallonië en Lembeek. De Nijvelsesteenweg vanaf kruispunt Warande richting E429 kampt tijdens elke ochtend- en avondspits met files, zelfs op zaterdagen.”
“-> een effectief MER-rapport is aangeraden om de gevolgen onpartijdig aan te tonen”
“De bereikbaarheid van de verkaveling vanaf De Floere is belastend voor de nabijgelegen (smalle) straten (zoals de Isidoor Devilléstraat richting Boterham, de Kasteelstraat vanaf de lagere school tot de Warande, Zavelstraat vanaf nr. 38, Keerstraat vanaf nr. 15 tot kruispunt met De Floere (veiligheid: kruisen met lijnbussen onmogelijk op dit stuk). Deze extra verkeersbelasting is nefast voor veiligheid en leefbaarheid in de gemeente.
“Een mobiliteitsstudie lijkt meer dan aangewezen gezien het besluit van de verkavelaar in zijn MER-screening dat er geen files zouden zijn.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Men dient rekening te houden met een toenemende verkeersbetasting van de rustige straat De Floere. Hoewel de verkaveling als 'woonerf ' zal worden ingericht, genieten zwakke weggebruikers weinig of geen bescherming tegen het autoverkeer. Zwakke weggebruikers kunnen de voorgestelde verkaveling wet ontsluiten via de Warandeberg, maar AL het gemotoriseerd verkeer dient via De Floere de verkaveling te ontsluiten.”
Tekst uit een ander ingediend bezwaarschrift:
“Met deze verkaveling zullen er minsten 38 wagens bijkomen die allen omwille van het gebrek aan lokale voorzieningen (er is zelfs nog geen bancontact) meerdere malen per dag meerdere verplaatsingen zullen moeten doen. Alle bijkomende verkeer zal dienen te gebeuren via de dorpskern van Essenbeek. De straten in Essenbeek zijn zeer smal. In de Zavelstraat kunnen wagens met moeite naast elkaar passeren, de keerstraat is ter hoogte van de kruising met De Floere zeer smal. De Kleemstraat is een straat die omwille van haar aard zeer veel lawaai en hinder veroorzaakt bij de bewoners. In de Isidore Devilléstraat kunnen geen 2 wagens elkaar passeren. De reeds zeer smalle infrastructuur van Essenbeek zal nog zwaarder belast worden. De huidige bewoners zullen grote hinder ondervinden enerzijds door extra verkeer en anderzijds door extra lawaai.”
Beoordeling samengevat bezwaarstuk nr. 5:
De gemeenteraad kan zich uitspreken over het effect van de voorgestelde wegenis op de mobiliteit, de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid.
De aanvraag tot wegenis beoogt om in het binnengebied tussen De Floere, de Keerstraat en de Kleemstraat een bijkomende weg aan te leggen. Echter moet samen met bezwaarindieners worden vastgesteld dat Essenbeek thans reeds kampt met structurele files op de invalswegen naar de E429. Het vele verkeer vindt niet enkel zijn weg via de Nijvelsesteenweg, maar komt ook door de dorpskern van Essenbeek, waar tijdens de spitsuren ook in de verschillende straten aldaar systematisch een aanzienlijke fileopbouw is. Niettegenstaande de bijkomende verkeerstoevoer gering zal zijn, veroorzaakt het toch bijkomende nadelige effecten op de naburige wijken en de dorpskern waar reeds een fileproblematiek aanwezig is.
Bij de behandeling van bezwaarstuk nr. 4 over het wegenisontwerp werd reeds het probleem van de enkele aantakking voor het particulier gemotoriseerd verkeer ook aangekaart. De op heden reeds problematische verkeersafwikkeling ter hoogte van de voorziene wegenis dreigt ingevolge het ontwerp van wegenis te worden bestendigd en verzwaard. Het probleem op het niveau van de verkeerafwikkeling hangt inherent samen met het geschetste probleem op het vlak van verkeersveiligheid.- het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voldoet niet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen:
In de gegeven omstandigheden kan in casu geen toepassing worden gemaakt van artikel 12, § 2 van het Gemeentewegendecreet naar luid waarvan de procedure tot aanleg van een gemeenteweg kan worden geïntegreerd in de omgevingsvergunningsaanvraag. Bij gebrek aan een volledig dossier in de zin van artikel 12, § 2 van het Gemeentewegendecreet kan de gemeenteraad zich in het kader van de hangende omgevingsvergunningsprocedure niet uitspreken over de ontworpen wegenis.
Zonder afbreuk te willen doen aan het voorgaande, bevestigt de gemeenteraad ook haar inhoudelijke bezwaren met betrekking tot het ontwerp van wegenis met name:
- het ontwerp van wegenis biedt onvoldoende garanties op het vlak van verkeersveiligheid (onveilige doorsteek fietsers en voetgangers, risico sluipweg en te hoge intensiteit ter hoogte van aantakking De Floere) en bij uitbreiding op het vlak van verkeersafwikkeling (zie daaromtrent meer uitgebreid, beoordeling bezwaarstuk 4 en 5);
In het licht van hetgeen voorafgaat, kan de gemeenteraad de zaak der wegen zoals ontworpen in het kader van het vergunningsdossier gekend met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020) niet goedkeuren.
Overwegende de hierboven aangenomen standpunten en rekening houdende met de behandeling van de relevante bezwaarstukken keurt de gemeenteraad van de stad Halle de zaak der wegen binnen omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV/2020/00004/BV (ref. omgevingsloket 2020046020) ‘Bijstellen en uitbreiden van een bestaande verkaveling genaamd ‘De Floere’ - verkavelingsaanvraag voor 19 loten met wegenis- en omgevingswerken“ aangevraagd door HYBOMA NV, niet goed.