Niet van toepassing.
Artikel 32 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De notulen van de gemeenteraadszitting van 22 juni 2021 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraadszitting van 22 juni 2021 goed.
Per actieplan wordt een stand van zaken gegeven betreffende de eerste helft van het jaar (1 januari 2021 tem 30 juni 2021). Voor actieplannen die resulteren onder het prioritair beleid wordt er tevens een statusrapportage voorzien per actie. Tevens wordt in de rapportage een overzicht gegeven van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar, alsook de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan en de financiële risico's. |
De beleids- en beheerscyclus BBC voorziet een verplichte opvolgingsrapportering, met de nadruk op de (inhoudelijke) rapporteringsverplichting aan de raad. Stad Halle heeft ervoor gekozen om de strategische nota op niveau van actieplannen te presenteren en te rapporteren.
De opvolgingsrapportering BBC 2021 wordt vastgesteld.
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de aard en waarde van de verworven stukken. Een detailoverzicht is opgenomen in bijlage.
De oudste stukken:
De oudste stukken betreffen 2 schepenbrieven (voor 1795). Een ander historisch zeer waardevol stuk is een plan uit 1868 met een voorstudie om het standbeeld van Servais op het Oudstrijdersplein te plaatsen.
Verenigingsarchief:
Het archief van de Bond der Westvlamingen, afdeling Halle. De vereniging stelde zich tot doel de inwijkelingen uit West-Vlaanderen samen te brengen en de herinnering aan de provincie levendig te houden.De Halse afdeling werd opgericht in 1973.
Archief van KAV Lembeek
Aanvulling op het archief van de toneelkring de Volharding: een aantal unieke opnames van toneelvoorstellingen op videocassette. Deze werden gedigitaliseerd en worden ontsloten via "het Archief" door meemoo (Vlaams expertisecentrum voor digitalisering, digitale bewaring en digitaal beheer).
Persoons- en familiearchief:
De familie Petre schonk in het verleden reeds familiearchief. In 2017 ontving het stadsarchief een belangrijke aanvulling van 36 nummers betreffende de brouwerij, de Mariaprocessie en het Mariaspel en het hulp-en voedingskomiteit (WOI). Het betreft stukken uit de periode 1850-1940.
Het omvangrijke archief van oud-burgemeester (1971-1982) Albert Devogel - 123 nummers, valt uiteen in kabinetsarchief en archief m.b.t. zijn engagement binnen toneelgroep de Volharding. Nagenoeg al zijn speeches die hij als burgemeester heeft gegeven zijn bewaard gebleven vaak inclusief kladversies. Daarnaast zijn er verschillende themamappen met documentatie en krantenknipsels en fotoreeksen terug te vinden. Dit bestand biedt zeer interessante onderzoeksmogelijkheden m.b.t. het sociaal, cultureel en politieke leven in Halle in de jaren voor en na de gemeentefusie. Zijn archief als regisseur van toneelkring de Volharding sluit aan bij het verenigingsarchief van de Volharding die in het stadsarchief wordt bewaard.
Archief van oud-burgemeester Louis Degrève (1965-1971), voornamelijk met betrekking tot de organisatie van de Halse handelsbeurs.
Thematische archieven/collecties:
Industrieel erfgoed - de mouterij van Roye: In de marge van een project rond industrie in de Zennevallei werd archief verworven m.b.t. de mouterij van Roye. Het gaat om de fotocollectie en documentatie van de bouwhistorica die de geschiedenis en de toestand van de mouterij heeft onderzocht en gedocumenteerd en een aantal losse stukken en foto's verworven van de familie Van Roye en voormalige werknemers. Deze stukken zijn erg waardevol om het industrieel erfgoed en de omgang met industrieel erfgoed in Halle te onderzoeken.
De beiaard: uitgebreide documentatie omtrent de geschiedenis en de restauratie van de beiaard.
De Mariaprocessie: dossiers betreffende de organisatie, programma's en communicatiemateriaal (1985-2021).
Wereldoorlog II: Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd heel wat schade aangericht aan privébezittingen, waarvoor nadien schadevergoeding kon worden aangevraagd. In de hoop schadevergoeding te krijgen, hebben de eigenaars hun goederen die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden beschadigd nauwkeurig opgelijst en beschreven, met toevoeging van aankoopbewijzen, certificaten, plattegronden, prentkaarten en foto’s. Om deze schade ter plaatse in kaart te brengen werd soms ook beroep gedaan op een landmeter. Onderstaande dossiers betreffen de voorbereidende dossiers van landmeter Georges Vanvolsem. Naast privéwoningen gaat het ook om dossiers van bv. het Heilig Hart, de kaasfabriek, de chalet van de roeiclub ... De definitieve dossiers worden bewaard door het Rijksarchief Brussel – depot Cuvelier.
Pers: Sluikpers uit de de Tweede Wereldoorlog, de Gazet van Halle - nieuwe reeks en Ringfo - regionale informatiekrant, de Hallenaar.
Genealogie: doodsbrieven en doodsprentjes, archief- en documentatie m.b.t. de familie Borremans (P.C.B.), Vannerom (De Gulden toren), Hubert Van Roye typevoorbeelden documenten (trouwboekjes stad Halle, rapporten Halse scholen uit verschillende periodes).
Lokaal verkiezingsdrukwerk.
- Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
In de loop van het voorbije jaar ontving het stadsarchief verschillende schenkingen. Het stadsarchief wenst deze goederen te verwerven voor permanente bewaring als aanvulling op de collectie.
De schenkingen zoals opgelijst in de bijlage bij deze beslissing, worden aanvaard.
Wanneer het stadsbestuur werken uitvoert of laat uitvoeren voor natuurlijke of rechtspersoon, is het billijk dat die natuurlijke of rechtspersoon de kosten terugbetalen.
Tevens wordt het stadspersoneel ook ingezet bij het uitvoeren van opzoekwerk op verzoek van derden hetwelke voor de stad kosten met zich brengt. Het is gepast de aanvrager te laten bijdragen in de financiering van deze kosten.
Door het uitlichten van retributie op prestaties bij aanpassingen aan het openbaar domein verhoogt de transparantie van het desbetreffende reglement. De retributies op prestaties bij aanpassingen aan het openbaar domein worden in een apart retributiereglement voorzien.
De doorgerekende tarieven voor het weghalen en in bewaring houden van goederen, overeenkomstig de wet van 30.12.1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ten uitvoering van vonnissen tot uitzetting worden vereenvoudigd tot forfaitaire tarieven.
Decreet over het lokaal bestuur;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
Beslissing gemeenteraad van 17 december 2019 - vaststelling retributiereglement voor prestaties van de administratieve en technische diensten;
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 juli 2021.
Het retributiereglement voor retributies gevraagd voor prestaties van de administratieve en technische diensten dient vereenvoudigd. Daartoe worden vanaf 1 oktober 2021 enkele vereenvoudigingen doorgevoerd.
Er wordt vanaf 1 oktober 2021 een retributie gevestigd die verschuldigd is voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van allerhande administratieve stukken en inlichtingen alsook voor het, ambtshalve of op verzoek van de aanvrager, inschakelen van de technische diensten van de stad.
De retributie wordt vastgesteld als volgt (bedragen in Euro):
1.1 Het samenstellen en het afleveren van allerhande administratieve stukken en inlichtingen
1.1.1 Voor het houden van een huwelijksplechtigheid op een andere dag dan op vrijdag:
op vrijdag | 0,00 |
op andere dag dan vrijdag
| 150,00 |
1.1.2 Voor administratief opzoekingswerk i.v.m.:
vastgoedinfo
| 75,00 | |
genealogie (=a+b)
| ||
basisbedrag (a)
| 30,00 | |
per uur opzoekingswerk (b)
| 30,00 | |
andere info per uur
| 30,00 |
1.1.3 Voor het maken van kopieën van bestuursdocumenten:
zwart/wit A4
| 0,10 / blad
|
zwart/wit
| 0,25 / blad
|
kleur A4
| 1,00 / blad
|
kleur A3
| 2,50 / blad
|
1.1.4 Voor het afdrukken van plannen: 20,00 / m²
1.1.5 Voor het afleveren van volgende documenten:
financiële gegevens (jaarrekening, strategisch meerjarenplan, opvolgrapport,...):
| 20,00 / bundel |
jaarverslag:
| 20,00 |
1.1.6 Voor het afleveren van documenten bij hoogdringendheid buiten de normale diensturen, waarvoor een personeelslid wordt opgevorderd: een bijkomend forfaitair bedrag van 50,00 euro.
1.2 Voor prestaties geleverd door de technische diensten van de stad of derden
1.2.1. Voor prestaties bij optredens of andere festiviteiten (forfait in Euro):
plaatsen en opbreken:
| |
ronde kiosk
| 1.870,00 |
tribune volledig
| 1.870,00 |
tribune halve opstelling
| 935,00 |
planken vloer op de grond
| 285,00 |
planken vloer op verhoog
| 560,00 |
1.2.2. Voor het weghalen en in bewaring houden van goederen, overeenkomstig de wet van 30.12.1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ten uitvoering van vonnissen tot uitzetting:
1ste bestelwagen | 75,00
|
Per extra bestelwagen | 25,00 |
Speciaal voertuig (zoals vrachtwagen) | 150,00 |
per begonnen perceel 15m² vanaf 50ste dag
| 5,00 |
1.2.3. In geval de werken, genoemd onder punt 1.2.2. niet door de stadsdiensten kunnen worden verricht, zal de stad een aannemer of dienstverstrekker vorderen. De aan de stad gefactureerde bedragen zullen worden doorgerekend aan de persoon die de werken heeft gevraagd of die in gebreke is gebleven om de werken zelf te doen.
De forfaitaire retributies zijn in de regel vooraf betaalbaar. Indien ze gepaard gaan met de afgifte van een document dienen ze onmiddellijk betaald bij afgifte. De retributies, vermeld onder punt 1.2.1, 1.2.2 en 1.2.3 worden gefactureerd en zijn betaalbaar binnen de 30 dagen.
Bij gebrek aan betaling binnen de gestelde termijn zal hetzij een vordering voor de burgerlijke rechtbank worden ingesteld, hetzij vervolging worden ingesteld door de financieel beheerder van de stad, overeenkomstig artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur.
De retributie is verschuldigd door diegene die de prestatie aanvraagt of door diegene die in gebreke blijft de werken op eigen kosten uit te voeren.
Van de retributie voor opzoekingwerk van stedenbouwkundige inlichtingen wordt het Comité van Aankoop van de FOD Financiën vrijgesteld.
Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2021 en vervangt het reglement van 17 december 2019.
Wanneer het stadsbestuur werken uitvoert of laat uitvoeren voor natuurlijke of rechtspersoon, is het billijk dat die natuurlijke of rechtspersoon de kosten terugbetalen. Dit geldt eveneens voor het verplaatsen van palen openbare verlichting/kabel/elektriciteitskasten/… die op vraag van derden moeten verwijderd of verplaatst worden.
Tevens wordt het stadspersoneel ook ingezet voor het opruimen van het openbaar domein n.a.v. ongevallen, vandalisme en dergelijke en het is billijk dat de kosten voor die prestaties eveneens worden verhaald op de dader.
Decreet over het lokale bestuur;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 juli 2021.
Wanneer het stadsbestuur werken uitvoert of laat uitvoeren voor natuurlijke of rechtspersoon, is het billijk dat die natuurlijke of rechtspersoon de kosten terugbetalen.
Met ingang van 1 oktober 2021 wordt er een stedelijke retributie gevestigd op de uitvoering van werken aangevraagd door derden en op herstellingen van schade aan het openbaar domein veroorzaakt door derden.
Elke aanvraag voor de uitvoering van werken aan het openbaar domein dient schriftelijk gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen dat oordeelt over de noodzaak van de aanpassing. In ieder geval dient bij de opmaak van een ontwerp van nieuw te bouwen constructie of gebouw, de bouwheer en de architect rekening te houden met de bestaande toestand van het te bebouwen terrein, het aangrenzende voetpad, de bestaande straat-/laanbomen ter hoogte van het betrokken perceel, het aanwezige straatmeubilair, openbare verlichting, elektriciteitspalen, e.d. … Toegangen die ontworpen worden voor nieuw te bouwen constructies of gebouwen dienen in de mate van het mogelijke aangepast te worden aan de bestaande toestand van het te bebouwen terrein, met de bedoeling dat er geen toegang wordt ontworpen op de plaats waar de bestaande weginrichting een belemmering kan vormen voor een vlotte toegang.
De werken worden pas uitgevoerd na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Hoofdstuk 1 - Retributie voor de uitvoering van werken aan het openbaar domein aangevraagd door derden
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de uitvoering van de werken aanvraagt.
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
Inning:
Hoofdstuk 2 – Retributie voor prestaties van stadspersoneel in het kader van ongevallen of van beschadiging van stedelijke eigendommen
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de schade aan de stedelijke eigendommen veroorzaakt heeft.
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
De retributie moet betaald worden binnen de 30 dagen na ontvangst van een factuur.
Bij gebrek aan betaling in der minne zullen de retributies worden ingevorderd volgens de modaliteiten van artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur.
Deze verordening gaat in vanaf 1 oktober 2021.
Intradura biedt een intergemeentelijk aanbod om persoonlijke beschermingsmiddelen en verpakkingen aan te bieden en beveelt eenvormige verkoopprijzen aan.
We stellen voor om in te tekenen op dit aanbod en de materialen te verkopen via het recyclagepark.
De aankoop van de materialen kan door de stad bij Intradura gebeuren en tegen de indicatieve prijs van:
Intradura laat weten dat de aankoopprijs variabel is in functie van de door hen bedongen prijs. Dat betekent dat bij elke nieuwe bestelling, de prijs kan afwijken van bovenstaande indicatieve bedragen.
De uniforme verkoopprijs wordt voorgesteld op:
De Raad van Bestuur van Intradura stelt voor om de verkoopprijs uniform te houden, maw. om deze niet variabel te beschouwen en het toekomstige prijsverschil tussen aankoop- en verkoopprijs bij te laten passen door de vennoten, in dit geval de stad Halle.
Volgende artikels worden toegevoegd/aangepast aan het retributiereglement gebruik recyclagepark:
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 21 mei 2021 principieel akkoord te gaan met het aanbod van Intradura om doe-het-zelf pakketten voor asbestverwijdering te verkopen.
Om dergelijke verkoop te organiseren moet het retributiereglement “Gebruik recyclagepark” aangepast worden.
De gemeenteraad gaat akkoord met de besproken aanpassing en keurt het retributiereglement goed:
Artikel 1: Er wordt een retributie geheven voor het gebruik van het recyclagepark bij het aanbieden van afvalstoffen gecatalogeerd onder categorie 2 en categorie 3 van dit reglement. Alle particulieren evenals éénmans- en kleinhandelszaken die gebruik maken van het recyclagepark vallen onder dit reglement.
Artikel 2: Enkel huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden aanvaard in het recyclagepark. Dit betekent dat enkel afvalstoffen gegenereerd uit een regulier werkend huishouden of afvalstoffen gelijkgesteld daaraan aanvaard worden.
Onder categorie 1 worden de volgende afvalstoffen ingedeeld:
plastic flessen & flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD), papier en karton, glazen flessen en bokalen, Klein Gevaarlijk Afval (KGA), herbruikbare goederen, frituurolie en afgewerkte olie, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), plastic folies en PVC, piepschuim, afvalbanden, textiel, oude metalen, kurk, plastic dopjes en asbestcementhoudende afvalstoffen.
Onder categorie 2 worden de volgende afvalstoffen ingedeeld:
groenafval, snoeihout, steenpuin, zuivere grond, hout en vlak glas.
Onder categorie 3 wordt de volgende afvalstoffen ingedeeld:
grofvuil
Artikel 3: Het retributiebedrag wordt vastgesteld op basis van massa en de categorie van het afval:
De massa’s worden bepaald door middel van het gebruik van geijkte weegbruggen.
Artikel 4: Alle eenmans- en kleinhandelszaken die hun bedrijf te Halle gevestigd hebben worden onder dezelfde voorwaarden als particulieren toegelaten op het recyclagepark mits ze vooraf overgaan tot de betaling van een jaarlijkse forfaitaire som van € 62. Van deze forfaitaire vergoeding is vrijgesteld, voor wat betreft zijn huishoudelijk afval, de handelaar en zelfstandige die woonachtig is in Halle.
Toegang wordt enkel verleend bij het gebruik van de door de stadsdiensten ter beschikking gestelde toegangskaart.
Andere bedrijven en KMO’s worden niet toegelaten.
Artikel 5: Alle eigenaars van een 2de verblijfplaats in Halle, verenigingen/organisaties/scholen die gevestigd zijn in Halle worden onder dezelfde voorwaarden als particulieren toegelaten op het recyclagepark. Enkel afval gegenereerd uit activiteiten eigen aan de werking binnen Halle mogen worden aangeboden.
Hiertoe dient de belanghebbende een toegangsbadge aan te vragen bij de stadsdiensten. Deze blijft actief tot het einde van het jaar waarin de kaart werd aangevraagd. De aanvrager dient voor het jaar daaropvolgend zelf een verlenging aan te vragen die opnieuw loopt tot het einde van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Na verkoop van het goed, ontbinding van de vereniging, … en wanneer de voorwaarden vervallen om de toegangskaart te gebruiken dient de aanvrager op eigen initiatief de toegangskaart terug te bezorgen aan de stadsdiensten.
De toegangskaart wordt kosteloos ter beschikking gesteld.
Artikel 6: Familieleden van overleden Hallenaren kunnen een tijdelijke toegangskaart van 3 maanden aanvragen binnen het jaar na het overlijden. De aanvraag gebeurt bij de stadsdiensten. De toegangskaart wordt kosteloos ter beschikking gesteld.
Artikel 7: De bezoeker dient een retributie te betalen voor de aankoop van volgend ter beschikking gesteld asbestverpakkingsmateriaal en persoonlijk beschermingsmateriaal (PBM-kit):
Artikel 8: Het verschuldigde bedrag wordt contant betaald aan de uitbater van het stedelijk recyclagepark tegen de afgifte van een ontvangstbewijs.
Artikel 9: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.
Artikel 10: Dit reglement wijzigt en vervangt het retributiereglement gebruik stedelijk recyclagepark van 9 september 2014.
Artikel 11: Onderhavige beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Dit bedrag wordt betaald aan de stad. De gemeenteraad wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op 30 euro per gids.
Het decreet over het lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Den AST wil volop de educatieve kaart trekken en daarom werd het nodig om ook een aantal vrijwilligersfuncties bij te creëren:
Er wordt een retributie gevestigd die verschuldigd is voor het inschakelen van educatieve gidsen voor ontvangst van scholen, begeleiding bij de museumspelen, het geven van praktische uitleg, het meespelen tijdens het museumspel en het gidsen in den Ast.
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die de gidsbeurt aanvraagt.
De retributie wordt vastgesteld op 30 euro per gids.
De retributie wordt betaald aan de hand van een factuur die aan de heffingsplichtige zal worden verzonden. De retributie dient binnen de 30 kalenderdagen betaald te worden.
De impact van het coronavirus op de taxisector is zwaar. De taxisector wordt als essentieel beschouwd, dus werden de activiteiten niet stilgelegd. Daardoor kunnen taxibedrijven en verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder (VVB) geen aanspraak maken op de hinderpremie. Toch daalde de omzet van de taxibedrijven enorm omdat o.a. de toeristische en vrijetijdssectoren en het luchthavenverkeer (gedeeltelijk) stilvielen.
Het Decreet over het Lokale Bestuur
Decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;
Artikel 25-52 Decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het Personenvervoer over de weg (Taxidecreet);
Belastingreglement op de organisatie van het personenvervoer over de weg d.d. 17 december 2019
Decreet van 17 Juli 2020 over tijdelijke noodmaatregelen voor het individueel bezoldigd personenvervoer naar aanleiding van de coronacrisis
Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, naar aanleiding van de uitrol van de vaccinatiestrategiein het kader van het COVID-19 virus.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Het nooddecreet van 17 januari 2020 verleent de gemeenten de mogelijkheid om de sector van het bezoldigd personenvervoer in een werkjaar waarin officieel een gezondheidscrisis uitgeroepen is, financieel tegemoet te komen door een vrijstelling of vermindering van de Vlaamse belastingen of retributies die zij voor hun eigen rekening mogen innen.
Uit het nooddecreet is het volgende van toepassing:
Art. 2. De gemeenten kunnen in het kader van de maatregelen die ze uitwerken om de impact van COVID-19 op de sector van het individueel bezoldigd personenvervoer te beperken en rekening houdend met de tijdelijke inactiviteit of de verminderde activiteit van de onderneming, beslissen om:
2° in afwijking van artikel 49, § 4, van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, zoals dat van kracht was tot 1 januari 2020, een volledige of gedeeltelijke vrijstelling of teruggave toe te staan van de belasting die de vergunninghouder moet betalen met toepassing van artikel 43 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer, voor het aanslagjaar waarin de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid is uitgeroepen.
De gemeente bepaalt op welke manier de vergunninghouder het recht op een vrijstelling of teruggave van de retributie of belasting kan doen gelden.
Conform het decreet van 17 juli 2020, kunnen de gemeenten bijgevolg ook voor het jaar 2021 beslissen om een volledige dan wel gedeeltelijke vrijstelling dan wel terugbetaling te voorzien voor de belasting of retributie die de vergunninghouder moet betalen op basis van art. 8, § 3, van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer of op basis van artikel 49, § 4, van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, zoals dat van kracht was tot 1 januari 2020 met toepassing van artikel 43 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer.
Het decreet was oorspronkelijk uitgevaardigd voor het werkjaar 2020, maar hield rekening dat het langer kon duren dan men verhoopte. De noodtoestand is ondertussen bij besluit van de Vlaamse Regering verlengd tot 24 oktober 2021. Ook voor 2021 kunnen de gemeenten zelf beslissen hoe ver zij gaan in het verlenen van financiële steun, afhankelijk van de noden van de sector en hun eigen budgettaire ruimte.
De gemeenteraad beslist om voor het aanslagjaar 2021, conform het decreet van 17 juli 2020 over tijdelijke noodmaatregelen voor het individueel bezoldigd personenvervoer naar aanleiding van de coronacrisis, de belasting op de organisatie van het personenvervoer over de weg vrij te stellen van 1 januari 2021 tot wanneer de noodtoestand niet meer wordt verlengd bij besluit van de Vlaamse Regering.
De boeken werden verkocht aan 30 € bij voorinschrijving tot 1/06/2015 en vanaf 1/06/2015 aan 40 €. Intussen heeft het project zichzelf terugbetaald.
De boeken worden nog amper verkocht en om de resterende stock te verminderen vragen wij toestemming om aan 20 € per stuk te verkopen.
Decreet Lokaal Bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 13 augustus 2021.
Ter gelegenheid van de heropening van de Sint-Martinusbasiliek na de restauratie, heeft Marcel Franssens een boek geschreven over de bouwgeschiedenis van de basiliek.
In opdracht van de stad werden er 1500 exemplaren besteld. Tot op heden zijn er nog 240 stuks op voorraad.
Het bepalen van tarieven is bevoegdheid gemeenteraad.
De gemeenteraad gaat akkoord om de resterende 240 stuks van het boek "De bouwgeschiedenis van de Halse Sint-Martinusbasiliek" te verkopen aan 20 €/stuk.
Het Randfonds verstrekt vanaf 2022 tot en met 2024 jaarlijks een subsidie van 250 000 euro voor dit project. In totaal gaat het dus om 750 000 euro over een periode van drie jaar. De lokale besturen maken in aanvulling hierop vanaf 2022 tot en met 2024 jaarlijks 120 000 euro vrij in hun budgetten en dit met een verdeelsleutel op basis van het bevolkingsaantal.
Halle draagt 40% bij wat neerkomt op 48 000 euro. Sint-Pieters-Leeuw draagt jaarlijks 42 000 euro bij (35%) en Beersel draagt 30 000 euro bij (25%). In totaal beschikt de taskforce hiermee in de periode vanaf 2022 tot en met 2024 over een budget van 1,11 miljoen euro (Randfonds 750 000 euro, gemeente Sint-Pieters-Leeuw 126 000 euro, gemeente Beersel 90 000 euro en stad Halle 144 000 euro).
Wat personeelsinzet betreft wordt er binnen deze middelen een coördinator aangesteld vanuit het Randfonds die de trekkersrol zal opnemen. Daarnaast maken de deelnemende gemeenten elk halftijds een profiel vrij binnen hun eigen middelen/formatie. Vanuit Beersel zal dit iemand zijn met de focus op cultuur en toerisme, vanuit Sint-Pieters-Leeuw iemand die focust op ruimtelijke ordening en groen en vanuit Halle iemand die focust op mobiliteit en economie.
Er wordt ook een bestuurscomité "Zennevallei Hergist" samengesteld uit politieke vertegenwoordiging. Vanuit de stad Halle wordt voorgesteld dat de burgemeester de rol van bestuurder opneemt en als plaatsvervangend bestuurder schepen Marijke Ceunen. Daarnaast moet er een afgevaardigde aangesteld worden die deelneemt aan de raad van bestuur als lid met raadgevende stem. Dit moet iemand van de oppositie zijn.
Decreet Lokaal Bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Het college van burgemeester en schepenen ging op 25 juni 2021 principieel akkoord met deelname aan het hefboomproject en de taskforce "Zennevallei Hergist". Deze nota heeft als doel dit project te formaliseren in een IGS tussen de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw en de stad Halle.
Kredieten te voorzien bij aanpassing meerjarenplan.
De oprichtingsakte, statuten en huishoudelijk reglement voor de taskforce "Zennevallei Hergist" worden goedgekeurd.
De heer Marc Snoeck, burgemeester, wordt aangeduid als bestuurder in het beheerscomité "Zennevallei Hergist".
Mevrouw Marijke Ceunen, schepen, wordt aangeduid als plaatsvervangend bestuurder in het beheerscomité "Zennevallei Hergist".
Mevrouw Eva Demesmaeker, gemeenteraadslid, wordt aangeduid als bestuurder met raadgevende stem in het beheerscomité "Zennevallei Hergist".
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de stad aan actie te ondernemen om de doelstellingen vermeld in de onderstaande werven waar te maken[1]:
1. Laten we een boom opzetten
2. Verrijk je wijk
3. Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar
4. Water het nieuwe goud
[1] De doelstellingen zijn bepaald voor Vlaanderen, de stad/gemeente wordt niet aangesproken op het niet behalen van een doelstelling op gemeentelijk niveau.
Deze doelstellingen sluiten aan bij de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het ondertekenen van dit Pact sluit ook aan bij de ondertekening van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.
Door het ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact en het uitvoeren van de gewenste en mogelijke acties, heeft de stad recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht.
- Burgemeestersconvenant 2030
- Het Decreet Lokaal Bestuur, artikel 2: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied."
- Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-20:
"Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed)."
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
Via de ondertekening van het Burgemeestersconvenant – een initiatief van de Europese Commissie – engageren steden en gemeenten zich om bij te dragen aan de Europese en regionale inspanningen om de CO2-uitstoot te verminderen en mens en maatschappij weerbaar te maken voor de gevolgen van de huidige en toekomstige klimaatverandering. Halle heeft het Burgemeestersconvenant 2030 ondertekend en werkt nu ook samen met de provincie aan een intergemeentelijk SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan). Door middel van het Lokaal Energie- en Klimaatpact, slaan Vlaanderen en de lokale besturen de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
De gemeenteraad neemt de principiële beslissing om het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen.
Wij geven een positief advies aan de voorgestelde wijziging van het meerjarenplan.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokale bestuur.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
De kerkfabriek Heilig Hart Breedhout diende een meerjarenplanwijziging in. Op 20/07/2021 ontvingen wij het advies van het erkend representatief orgaan waarna onze toezichttermijn van 100 dagen ingaat.
De kerkfabriek geeft volgende verklaring voor de meerjarenplanwijziging:
"Budgetwijziging 1 : het verplaatsen van de investering voor het vernieuwen van de ramen en herstellen van de trappen van de pastorie van 2020 naar 2021. Door de late goedkeuring van het MJP en de COVID-19-pandemie konden we deze investering niet meer doorvoeren in 2020.
Budgetwijziging 2 : door dringende herstellingswerken nodig aan de elektrische bedrading in de pastorie zijn er extra kosten ten belope van €6.000. Om deze dringende herstelling toch te kunnen uitvoeren werd een tweede budgetwijziging aangevraagd."
De wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Heilig Hart Breedhout wordt goedgekeurd.
Toelichting zoals omschreven in het rapport.
Art 177 decreet lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur vraagt de (wnd) financieel directeur te rapporteren over haar onafhankelijke taken:
- het debiteurenbeheer
- het visum
- de thesaurietoestand
- de liquiditeitsprognoses
- de beheerscontrole
- de evolutie van de budgetten
- en de financiële risico’s.
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de financieel directeur over de taken die ze uitvoert in volle onafhankelijkheid.
Het reglement betreffende de eretitel voor gemeenteraadsleden werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 8 september 2015. Als anciënniteitsvoorwaarde geldt dat een gemeenteraardslid gedurende 18 jaar (al dan niet aansluitend) in de gemeenteraad zitting heeft gehad.
De heer Marcel Debast was onafgebroken gemeenteraadslid van 1 januari 1977 tot 31 december 1994; hij voegt bij zijn aanvraag een blanco uittreksel uit het strafregister en voldoet aldus aan de voorwaarden voor de toekenning van de titel van eregemeenteraadslid.
- Artikel 17 §4 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Beslissing van de gemeenteraad van 8 september 2015 betreffende de goedkeuring van het reglement "vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van de titel van eregemeenteraadslid".
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Bij brief van 4 juli 2021 vraagt de heer Marcel Debast hem de titel van eregemeenteraadslid toe te kennen.
Hij was onafgebroken gemeenteraadslid van 1 januari 1977 tot 31 december 1994.
De toekenning van de titel van eregemeenteraadslid van de stad Halle aan de heer Marcel Debast wordt goedgekeurd.
Intussen keurde De Vlaamse Regering het ontwerpdecreet, dat de omvorming tot woonmaatschappijen regelt, definitief goed op 28 mei 2021.
Volgende erkenningsvoorwaarden zijn opgenomen voor de nieuwe woonmaatschappij:
Voor de afbakening van de werkingsgebieden dient er rekening gehouden te worden met de referentieregio’s die door Vlaanderen zijn vastgelegd. Het werkingsgebied van de woonmaatschappijen dient binnen de referentieregio te vallen.
De adviezen van de sociale woonactoren werden genotuleerd in het verslag van het bovenlokaal woonoverleg, zoals voorgeschreven door de VMSW.
Het voorgestelde werkingsgebied voldoet aan de criteria uit het decreet. De stad Halle, gemeente Beersel en gemeente Sint-Pieters-Leeuw komen samen ruimschoots aan 1000 sociale huurwoningen (nl. ca 2500 sociale woningen) en kunnen samen één werkingsgebied vormen. Gezien het om een aanéénsluitend werkingsgebied dient te gaan met minimaal 1000 sociale woningen zullen de gemeenten Drogenbos, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode waarschijnlijk genoodzaakt zijn om zich aan te sluiten bij ons. Op het woonoverleg van 24 juni 2021 hebben zij hieromtrent echter nog geen definitieve beslissing gecommuniceerd.
De uitnodiging aan deze drie faciliteitengemeenten om zich aan te sluiten bij ons werkingsgebied blijft gelden. Gelet op het huidige werkingsgebied van Woonpunt Zennevallei geldt dit ook voor de gemeente Pepingen. Dit zal dan ook gelijkvormig geformuleerd worden in het ingediende advies door Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw bij de VMSW, volgens het aanvraagformulier in bijlage van deze beslissing.
Deze schaal van werkingsgebied is voldoende groot maar blijft nog hanteerbaar in de zin van nabijheid en lokale betrokkenheid. Dit werkingsgebied valt bovendien voor een groot deel samen met het intergemeentelijk samenwerkingsverband Woonbeleid Zennevallei en ook met andere samenwerkingsverbanden.
Gelet het feit dat er nog geen specifieke afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de stemrechten tussen de gemeenten in de nieuwe woonmaatschappij, zal de Vlaamse regering de verdeling bepalen op basis van het aantal sociale huurwoningen op het grondgebied van het lokaal bestuur (60%), het aantal m² bebouwbare reservegronden op het grondgebied van het lokaal bestuur waarop de woonmaatschappij een zakelijk recht heeft of dat een lokaal bestuur inbrengt in de woonmaatschappij (10%) en het aantal huishoudens op het grondgebied van het lokale bestuur (30%).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
De brief van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied in te dienen.
Het verslag van het bovenlokaal woonoverleg van 24 juni 2021.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 13 augustus 2021.
Tegen 1 januari 2023 wil de Vlaamse Regering komen tot sociale woonmaatschappijen: sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) vormen dan één woonactor met slechts één speler per gemeente: De woonmaatschappij. Het doel hierbij is een verhoogde efficiëntie in de uitvoering van het sociaal woonbeleid door middel van een duidelijke en transparante werking, kennisdeling, expertiseverruiming en drempelverlagende dienstverlening.
De Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed stuurde op 23 oktober 2020 een brief naar de lokale besturen met de oproep tot het afbakenen van de werkingsgebieden van deze woonmaatschappijen tegen uiterlijk 31 oktober 2021.
Er werd door het college van Halle op 11/12/2020 reeds een principieel akkoord gegeven tot het vormen van een werkingsgebied samen met de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw met daarbij een uitnodiging naar de faciliteitengemeenten Drogenbos, Sint-Genesius-Rode en Linkebeek en de optie tot uitbreiding met gemeenten uit het Pajottenland. De colleges van de gemeente Beersel en de gemeente Sint-Pieters-Leeuw maakten een gelijkvormige principiële beslissing.
In het voorjaar 2021 gingen Halle, Sint-Pieters-Leeuw en Beersel in overleg met de drie faciliteitengemeenten en werd er afgesproken dat zij tegen de zomer 2021 hun beslissing tot al dan niet toetreding zouden bekend maken. Vanuit het Pajottenland is er geen formele vraag gekomen.
Het voorstel van werkingsgebied met advies van de betrokken woonactoren en een gemotiveerde reactie van de betrokken gemeenteraden op dit advies dient ingediend te worden ten laatste 31 oktober 2021 bij VMSW. Om dit te bewerkstelligen werd er op 24 juni 2021 een intergemeentelijk woonoverleg georganiseerd tussen stad Halle, gemeenten Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Linkebeek en Drogenbos en de sociale woonactoren op dit grondgebied. De gemeente Sint-Genesius-Rode heeft zich verontschuldigd voor dit overleg. Het verslag van het bovenlokaal woonoverleg is opgenomen in bijlage van deze beslissing.
Uit dit overleg werd geconcludeerd dat Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw één werkingsgebied vormen. Indien Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos en Pepingen wensen aan te sluiten, zijn zij welkom.
De gemeenteraad gaat akkoord met het indienen van een advies bij de VMSW tot werkingsgebied van de stad Halle met de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw. De faciliteitengemeenten Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en de gemeente Pepingen kunnen hierbij aansluiten indien zij dit wensen.
Het horecareglement is een nuttig instrument voor de (potentiële) uitbaters van een horecazaak. Het bundelt alle administratieve verplichtingen en richtlijnen in één document. Zo is het meteen duidelijk waar zij aan moeten voldoen om in orde te zijn met de regelgeving. Er werd voor geopteerd om de eventuele gelijklopende artikels uit de algemene politieverordening integraal op te nemen in het horecareglement. Zo kan het horecareglement als een volledige informatiebundel overhandigd worden aan de uitbater(s).
Dergelijk reglement is ook voor het lokaal bestuur en de lokale politie een meerwaarde gezien er een vergunningsplicht kan worden opgenomen, voorwaarden kunnen worden bepaald en ook een eventuele screening van de aanvrager kan worden vastgelegd. Het biedt ook handhavingsmogelijkheden indien de opgelegde voorwaarden niet worden nageleefd.
Het horecareglement (zie bijlage) werd opgesteld in overleg met de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw alsook met de lokale politie Zennevallei om zodoende een eenvormige aanpak te verkrijgen op het grondgebied van de politiezone.
Naast een aantal algemene bepalingen (toepassingsgebied, definities,…) omvat het reglement de aanvraagprocedure voor de horecavergunning, richtlijnen rond brandveiligheid en hygiënische vereisten, de bepalingen betreffende het sluitingsuur, de nachtvergunning, activiteiten en elektronisch versterkte muziek. Ook de regels rondom vaststelling en controles en eventuele sancties komen aan bod.
Er wordt voorgesteld om het reglement in werking te laten treden op 01.01.2022. De bepalingen van dit reglement zijn vanaf dan onmiddellijk van toepassing op alle zaken bedoeld in dit reglement, de bestaande en de nieuwe.
Aan de raad wordt gevraagd om het horecareglement goed te keuren.
Algemene politieverordening Halle.
Artikel 41 2° decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 135 van de nieuwe gemeentewet.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 juli 2021.
Het opstarten en uitbaten van een horecazaak gaat gepaard met een hele reeks administratieve verplichtingen. Het horecareglement bundelt al deze verplichtingen waardoor er duidelijkheid ontstaat voor uitbater en controle-instanties.
Het politioneel advies is reeds verwerkt in het reglement.
Voor het nieuwe horecareglement wordt een gunstig advies gegeven. Een duidelijk en afgestemd reglement met SPL en Beersel zal de werking en handhaving vergemakkelijken.
De gemeenteraad gaat akkoord met het invoeren van het horecareglement vanaf 1 januari 2022. Het horecareglement maakt deel uit van de algemene politieverordening.
De politieverordening dient te worden bekrachtigd door de gemeenteraad.
- Politieverordening van de burgemeester van 27 augustus 2021 - bezoekregeling en draagplicht mondmasker in het AZ Sint-Maria VZW
De burgemeester vaardigde op 27 augustus 2021 een politieverordening uit waarbij artikel 2 van de politieverordening van 8 december 2020 houdende slechts een beperkte versoepeling van het bezoek in het AZ Sint-Maria vzw, wordt opgeheven met ingang van 1 september 2021.
Gezien voorzichtigheid geboden blijft inzake de verspreiding van het Coronavirus, meer in het bijzonder in omgevingen met verzwakte personen, wordt een nieuwe verordening van kracht op 1 september 2021.
In uitvoering van de beslissing van het Overlegcomité om de mondmaskerplicht af te schaffen in de publiek toegankelijke ruimten van ondernemingen behoudens andere beslissing van de lokale overheid, dient in het AZ Sint-Maria vzw het chirurgisch mondmasker verplicht (verder) te worden gedragen.
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 27 augustus 2021 betreffende de bezoekregeling en draagplicht mondmasker in het Algemeen Ziekenhuis Sint-Maria vzw
Het intern verwerken van de GAS dossiers geeft het stadsbestuur de mogelijkheid om het lokaal veiligheidsbeleid meer in eigen handen te nemen. GAS is immers een beleidsinstrument waarmee de lokale overheid veiligheids- en overlastfenomenen kan aanpakken. De interne sanctionerend ambtenaar heeft meer voeling met het lokaal beleid en kan er zo meer op inspelen, o.a. komt het de afweging tussen preventieve (bemiddeling en gemeenschapsdienst) en repressieve aanpak (geldboete) ten goede. De communicatie met de vaststellende ambtenaren is eenvoudiger als de sanctionerende ambtenaar zich op gemeentelijk niveau bevindt. Zeker in het geval van verweerschriften is het aangewezen dat er een de sanctionerend ambtenaar vlot over voldoende informatie kan beschikken om een goede afweging te kunnen maken.
Het is dan ook opportuun om een interne sanctionerend ambtenaar aan te stellen. Met het oog op de opstart van deze interne werking, vindt de opleiding sanctionerend ambtenaar plaats in september 2021. De aankoop van het handhavingsplatform staat tegelijk met deze nota op de agenda.
Zoals in de nota van 6 november 2020 omschreven wordt, is het aantal GAS dossiers in stijgende lijn. Gelet op de focus op meer handhaving, zal de stijgende trend nog aanhouden. Voor de afhandeling van een GAS dossier door een externe sanctionerend ambtenaar wordt een dossierkost aangerekend. Naarmate het volume te verwerken dossiers stijgt, betekent het financieel geen meerwaarde meer om de afhandeling door een externe sanctionerend ambtenaar te laten gebeuren.
In onderstaande tabellen wordt een berekening weergegeven van de dossierkosten op jaarbasis voor zowel GAS als GAS4 dossiers. Er wordt een overzicht gemaakt voor 2020 en voor de eerste helft van 2021. Dit omwille van de invloed van de covid-19 maatregelen enerzijds en de (grote) impact van de ANPR camera in de Arkenvest anderzijds. Ook is de dossierkost bij IC Haviland verlaagd naar 27 euro per dossier met ingang op 1 januari 2021. Tot slot werd recent een ‘kortingssysteem’ ingevoerd m.b.t. de GAS 4 dossiers. Naargelang het aantal inwoners wordt voor dat bestuur een target (= aantal dossiers op jaarbasis) bepaald door Haviland. Mits dat target behaald wordt, kan aanspraak gemaakt worden op een korting. Voor stad Halle komt het er op neer dat er minimaal 8000 dossiers ingediend moeten worden om aanspraak te maken op de korting van 10%, vanaf de eerste boete van dat jaar. Deze korting wordt verrekend met de afrekening van het eerste kwartaal van het daaropvolgende jaar.
GAS | GAS4 | TOTAAL 2020 |
188 dossiers | 2861 dossiers | 3049 dossiers |
€ 65,- per dossier = € 12 220,- dossierkost / jaar | € 30,- per dossier = € 85 830,- dossierkost / jaar | € 98 050,- dossierkost / jaar |
GAS | GAS4 | TOTAAL jan - jun 2021 |
101 dossiers | 18 967 dossiers | 19 068 dossiers |
€ 65,- per dossier = 6 565,- dossierkost / 6 mnd | € 27,- per dossier = € 512 109,- dossierkost / 6 mnd – 10% korting = € 460 899,- | = € 467 464,- dossierkost / 6 mnd
|
Zoals vermeld in bovenstaande tabel, bedragen de dossierkosten voor het jaar 2020 inzake GAS en GAS4 dossiers 98 050,- euro. Met de inzet van de ANPR camera op de Arkenvest stijgt het aantal dossiers bijzonder sterk. Voor de eerste helft van 2021 worden 18 967 GAS4 dossiers verwerkt. De dossierkosten kennen daardoor eveneens een sterke stijging. Rekening houdend met de verlaagde dossierkost en de toepassing van het kortingssysteem, bedragen de dossierkosten voor de eerste helft van 2021 reeds 467 464 euro.
Naar de toekomst toe, wordt verwacht dat het aantal dossiers (zowel GAS als GAS4) nog zal stijgen:
Indien er een sanctionerende ambtenaar wordt aangesteld binnen de organisatie, wordt de dossierkost opgeheven maar worden andere kosten in beschouwing genomen. Het betreft dan o.a. de personeelskost, overheadkosten, handhavingsplatform (back office),…. Gelet op het feit dat er in de eerste helft van 2021 reeds 19 068 dossiers werden behandeld en in de veronderstelling dat het aantal overtredingen in de Arkenvest langzaam daalt, wordt een simulatie gemaakt op basis van 30 000 dossiers:
| Omschrijving | Raming |
Jaarlijkse uitgave | Personeelskost | € 80 000,- |
| Handhavingsplatform | € 24 400,- |
| Verwerkingskost | € 30 000,- |
| Overhead (incl. postverwerking) | € 230 000,- |
TOTAAL |
| € 364 400,- |
In onderstaande tabel wordt vergelijking van de uitgaven gemaakt tussen het uitbesteden aan een externe sanctionerend ambtenaar en het verwerken binnen de stad.
Aantal dossiers (raming) | Externe sanctionerend ambtenaar | Interne sanctionerend ambtenaar |
30 000 dossiers (29 800 GAS4 + 200 GAS) | € 737 140,- | € 364 400,- |
Daar het niet langer nodig zal zijn om beroep te doen op de externe sanctionerend ambtenaren bij de Provincie noch bij IC Haviland, dienen de respectievelijke overeenkomsten beëindigd te worden. Teneinde de overstap vlot te laten verlopen wordt voorgesteld de overeenkomst met IC Haviland voor de GAS 4 dossiers niet te verlengen. Deze overeenkomst loopt af op 31 december 2021. In zijn mail van 17 augustus geeft directeur Verwee nog een aantal argumenten om de samenwerking met Haviland als sanctionerend ambtenaar verder te zetten - onder meer een korting op de dossierkost. Deze argumentatie weegt echter niet op tegen de voordelen van de aanstelling van een sanctionerend ambtenaar binnen de stad.
De overeenkomst met de Provincie Vlaams-Brabant zou worden beëindigd op 31 januari 2022 gezien het voor de opstart aangewezen is om met de meest eenvoudige procedure te starten.
Gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2017 mbt de overeenkomst tussen de stad Halle en de IC Haviland mbt de aanstelling van de sanctionerend ambtenaar in geval van overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en betreffende verkeersborden C3 en F103
Gemeenteraadsbesluit van 26 november 2019 mbt de verlenging van de overeenkomst sanctionerend ambtenaar in geval van overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en betreffende verkeersborden C3 en F103
Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2014 mbt de aanwijzing van provinciaal sanctionerende ambtenaren en vaststelling van de vergoeding.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Inbreuken op de Algemene Politie Verordening (APV) worden bestraft met gemeentelijke administratieve sancties. Concreet betekent dit dat de overtredingen kunnen worden vastgesteld door vaststellend ambtenaren en gemeenschapswacht – vaststellers, mits zij de verplichte opleiding gevolgd hebben. Ook de lokale politie kan dergelijke inbreuken vaststellen.
Deze dossiers worden overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar. Deze onafhankelijke ambtenaar bepaalt welk gevolg er gegeven wordt aan het dossier.
De afhandeling van de GAS dossiers wordt momenteel uitbesteed aan de provinciale sanctionerend ambtenaar inzake overlastdossiers (GAS-dossiers) en aan de IC Haviland betreffende de dossiers stilstaan en parkeren alsook inbreuken op de borden C3 en F103 middels een automatisch werkend toestel (ANPR). Het is evenwel ook mogelijk voor een lokaal bestuur om een interne sanctionerende ambtenaar aan te stellen.
In zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 6 november 2020 werd beslist om de aanstelling van een interne sanctionerend ambtenaar bij de stad Halle voor te bereiden. Met het oog op de opstart op 01 januari 2022 dienen de overeenkomsten met de provincie Vlaams Brabant en IC Haviland te worden beëindigd.
Momenteel is er in het meerjarenplan per jaar slechts 150.000 euro als uitgave en 260.000 euro als ontvangst voorzien. De verhoogde inzet op handhaving maakt dat bij de volgende AMJP deze kredieten dienen danig te worden bijgestuurd. Dit evenwel met een positief effect op de (verplichte) financiële evenwichten van het meerjarenplan.
De gemeenteraad gaat akkoord met het in eigen beheer opnemen van het sanctionerende luik inzake de gemeentelijke administratieve sancties.
De gemeenteraad gaat akkoord met het niet verlengen van de overeenkomst met Haviland waardoor de overeenkomst eindigt op 31 december 2021.
De gemeenteraad gaat akkoord met het beëindigen van de overeenkomst met de provincie Vlaams-Brabant op 31 januari 2022.
In de periode 01 januari 2021 – 20 juli 2021 werden reeds 21.249 dossiers GAS4 (stilstaan en parkeren en overtredingen C3 en F103) verwerkt. Het aantal GAS dossiers overlast situeert zich rond de 100 dossiers. Gelet op de evolutie naar meer handhaving en bijkomende ANPR camera’s, zal het aantal dossiers nog stijgen. Een degelijk handhavingsplatform is noodzakelijk om dergelijke aantallen efficiënt te kunnen verwerken. Het C-Smart raamcontract biedt pasklare oplossingen om de ontwikkeling tot een slimme gemeente / stad te ondersteunen, waaronder een handhavingsplatform en een module voor het beheer van doorgangsvergunningen.
Module GAS - Handhavingsplatform
Via het handhavingsplatform kunnen GAS en GAS4 dossiers alsook andere types handhaving (vb. handhaven blauwe zone, betalend parkeren, mindervalidekaarten,…) op doeltreffende wijze verwerkt worden. De vaststellingen kunnen digitaal ingevoerd worden door de vaststellend ambtenaar. De sanctionerend ambtenaar handelt de dossiers vervolgens af via hetzelfde platform. Via het dashboard kan de administratieve en financiële flow opgevolgd worden. Koppelingen met de relevante databanken (o.a. Dienst Inschrijving Voertuigen, Rijksregister, …), met ANPR camera’s alsook met boekhoudsoftware is voorzien.
Om de (externe) briefwisseling vlot te laten verlopen wordt gewerkt met Speos, een dienst van Bpost. De briefwisseling wordt via het handhavingsplatform digitaal doorgestuurd naar Speos waar het wordt afgedrukt en verstuurd. Op die manier wordt er bij de stadsdiensten heel wat administratie uitgespaard.
Daarnaast kunnen ook handcomputers gekoppeld worden zodanig dat de vaststellers van op het terrein reeds vaststellingen kunnen ingeven waardoor handhaving heel vlot kan verlopen. De stad beschikt momenteel reeds over twee handcomputers van InTouch die, mits een update, hiervoor kunnen ingezet worden.
Het handhavingsplatform wordt aangeboden in een Software as a Service formule (SaaS) en bedraagt jaarlijks 24.404,41 euro (excl. BTW). Voor de installatie en de configuratie wordt eenmalig 5.975,66 euro (excl. BTW) aangerekend. Naast de jaarlijkse bijdrage is per aangemaakte vaststelling een verwerkingsvergoeding verschuldigd van 1,10 euro. Per schijf van 25.000 dossiers wordt de vergoeding verlaagd. De kosten verbonden aan Speos zijn afhankelijk van type zending (al dan niet aangetekend, nationaal / internationaal, prior / non prior). Cfr. de GAS wetgeving dient de sanctionerend ambtenaar de opstart van het dossier en de uiteindelijke beslissing aan de overtreder te bezorgen d.m.v. een aangetekende zending. Voor een aangetekende zending wordt 7,69 euro gerekend (frankeerkost 6,96 euro + 0,73 operationele verwerkingskost).
Module doorgangsvergunningen
Het is tevens mogelijk om een bijkomende module ‘doorgangsvergunningen’ aan te kopen en te koppelen met het handhavingsplatform. Via dit gebruiksvriendelijk (digitaal) burgerloket worden de doorgangsvergunningen aangevraagd en beheerd. De burger wordt doorheen een online formulier geloodst met het oog op de aanvraag, betaling (indien nodig) en verlenging van de doorgangsvergunning. Gelet op de vraag om bijkomende ANPR camera’s te plaatsen i.f.v. de aanpak van sluipverkeer (vb. Nieuwstraat en Kasteelstraat), is deze module bijzonder interessant gezien het beheer van de white list sterk vereenvoudigd wordt.
De module doorgangsvergunningen wordt eveneens aangeboden in een Software as a Service formule (SaaS) en bedraagt jaarlijks 15.186,94 euro (excl. BTW).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 4 juni 2021.
In zitting van 6 november 2020 werd de opstart van het project ‘interne sanctionerend ambtenaar’ goedgekeurd. D.w.z. dat zowel het vaststellen van de overtreding als het opleggen van de sanctie of maatregel door de stad zal afgehandeld worden. Om de opvolging en het beheer van deze dossiers efficiënt te laten verlopen, is specifieke software (= handhavingsplatform) nodig. Het raamcontract C-smart biedt dergelijk platform aan.
De nodige kredieten zijn voorzien op registratiesleutel ST-61400090-01190 en ST-24100000-01190. Mogelijks zijn er extra kredieten te voorzien bij AMJP op vernoemde registratiesleutels.
De dienst ICT is voorstander van softwareoplossingen in de cloud. Bij dit dossier gaat het effectief over een SaaS-oplossing (Software as a Service), wat we toejuichen.
Voordeel hiervan is dat je altijd met de meest recente versie van de software werkt, en dat de leverancier sneller kan ingrijpen in geval van problemen, wat een grotere continuïteit oplevert.
De applicatie lijkt intuïtief in gebruik, zowel het ‘burgergedeelte’, alsook de back-office.
Voor het aanmelden door de burger wordt gebruik gemaakt van de eenduidige en recente authenticatiemethode ‘Itsme’ alsook ‘aanmelden via Eid’, wat een veilige en makkelijke manier is om je uniek te identificeren.
Langs kant Back-office wordt door de dienst ICT de voorkeur geopperd om aan te melden via Azure AD, waardoor je met je bedrijfsgebruikersnaam (in formaat voornaam.achternaam@halle.be) en je werkpaswoord gewoon kan aanmelden in de applicatie. Dit beperkt het aantal te onthouden / te onderhouden wachtwoorden, wat weeral voordelig is naar beveiliging.
Er wordt wel aangeraden om een supportcontract mee af te sluiten, voor het geval er problemen zijn, zodat hun helpdesk ons (back-office) en de burger kan bijstaan in het proces.
Conclusie: Dit dossier wordt gunstig geadviseerd door de dienst ICT.
Voor langlopende contracten wordt in de regel een duur van 4 jaar genomen om de raming van de opdracht te berekenen.
Het bedrag voor 4 jaar ligt hoger dan 100.000 euro excl BTW, dus de offerte van S-Smart dient te worden voorgelegd aan de GR.
Offerte Handhavingsplatform: Positief. De kost die aangerekend wordt voor de integratie van het ANPR toestel is op basis van het cameraTYPE hetgeen betekent dat we slechts eenmaal deze kost zullen moeten maken als we voortaan met camera’s van het raamcontract werken. Indien de camera op de Arkenvest op het handhavingsplatform toegevoegd zou moeten worden zal hiervoor een aparte integratiekost gerekend worden, het lijkt mij dus best om van zodra dat dit moet gebeuren we de camera op de Arkenvest vervangen door een camera uit het raamcontract.
Daarnaast werd het platform uitermate goed voorgesteld door Intouch en bieden zij een toepassing die zeer gebruiksvriendelijk en efficiënt lijkt en dus een enorme meerwaarde bied tegenover de huidige TowerEye/Cevi toepassing.
Offerte Doorgangsvergunningen: Positief. Gezien een grote werklast bij de handhaving via ANPR het toekennen en controleren van doorgangsvergunningen betreft is het wenselijk om hiervoor een geautomatiseerd systeem te voorzien. Het systeem dat Intouch levert legt de verantwoordelijkheid van het aanvragen en beheren van de toegangsvergunningen bij de burger zelf. Dit heeft als voordeel dat het een zeer schaalbaar systeem is naar de toekomst wanneer er meerdere ANPR camera’s actief zullen zijn. Daarnaast zorgt het geautomatiseerd systeem ook voor een neutrale behandelende partijen verminderd het administratieve fouten hetgeen een positief element is bij eventuele verweren.
De gemeenteraad gaat akkoord met de aankoop van het handhavingsplatform via raamcontract C-Smart (CSMRTIOH20) en de aankoop van de module doorgangsvergunningen via raamcontract C-Smart (CSMRTIOH20) en keurt de lastenvoorwaarden goed.
Voor de realisatie van het BPA ‘t Parkske werd een overeenkomst gesloten voor de aanleg en de overdracht van de openbare infrastructuur. De percelen kadastraal gekend met Halle 1, sectie F, 177 G2 en 177 F2 met een totale oppervlakte van 460,65m² volgens opmeting worden kosteloos overgedragen aan de stad Halle als deel van de openbare wegenis. Het ontwerp van akte wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Alle aktekosten zijn ten laste van de overdrager.
De definitieve oplevering van de werken werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 5 maart 2021. In diezelfde beslissing werd evenwel bepaald dat de persleiding van het private DWA-pompstation van het appartementsgebouw dat gelegen is onder het openbaar domein niet wordt overgenomen. Hiervoor is een ondergrondse erfdienstbaarheid opgenomen in de ontwerpakte. Alle kosten van herstelling, vernieuwing en onderhoud van deze persleiding vallen uitsluiten ten laste van het appartementencomplex Zennepark.
Aan de cv Colim werd gevraagd het nodige te doen om de gronden die deel uitmaken van de openbare wegenis en waarvan de cv Colim nog eigenaar is, ook over te dragen zoals overeengekomen in de vierpartijenovereenkomst.
Op 26 november 2013 heeft de gemeenteraad een vierpartijenovereenkomst tussen de stad Halle, cvba Colim, nv Vanhaerents, en nv Artes Terra goedgekeurd. In deze overeenkomst werden verschillende afspraken gemaakt voor de realisatie van het BPA ’t Parkske. Het projectgebied voor de aanleg van de openbare ruimte werd in verschillende delen opgesplitst waarbij iedere partij zich verbond tot de aanleg van een welbepaald deel en om na de definitieve oplevering de gronden over te dragen aan de stad Halle.
Intussen werden de werken definitief opgeleverd en heeft de notaris van nv Artes Terra en nv caaap (de rechtsopvolger van Vanhaerents Development NV) een ontwerpakte overgemaakt voor de kosteloze grondafstand van de percelen kadastraal gekend Halle 1, sectie F, 177 G2 en 177 F2. Deze percelen maken deel uit van de nieuwe Groebegrachtstraat.
De ontwerpakte houdende de kosteloze grondafstand aan de stad Halle van de percelen kadastraal gekend Halle 1, sectie F, 177 G2 en 177 F2 met een totale oppervlakte van 460,65m² wordt goedgekeurd.
Zij schenken wat meubilair en textiel aan het kinderdagverblijf 't Pagadderke.
Het betreft:
Zij verhuisden tijdens de collectieve sluiting (zaterdag 17/7/2021 t.e.m. zondag 1/82021).
- Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
Kinderdagverblijf Het Toverbos huurde een ruimte in het gebouw van "Centrum Van Koekenbeek" om een POP-up kinderdagverblijf in te richten tijdens de bouw van hun nieuw kinderdagverblijf.
Deze huur loopt af eind juli 2021.
Zij wensen het bestuur van Halle te bedanken voor alle moeite de voorbije jaren.
De schenkingen van het kinderdagverblijf Het Toverbos aan het kinderdagverblijf 't Pagadderke worden aanvaard.
Door de opstart van ons nieuw kinderdagverblijf 't Kadeeke, opstart van onze klasje 'de wasberen' (opvang voor zieke kinderen uit de kribbe), aanpassingen in de wet, aanpassingen van interne afspraken en updates van procedures werden het huishoudelijk reglement, de bijlagen en de schriftelijke overeenkomst in zijn geheel herbekeken en aangepast. De vorige versie dateert van 2019.
De belangrijkste en grootste aanpassing is het invoegen van de gegevens van ons nieuw kinderdagverblijf 't Kadeeke, veiligheid, voeding, inschrijving via Loket Kinderopvang, brengen en afhalen van het kind, ziekte en verzorging, opvang bestellen is opvang betalen, betalingswijze, recht van het gezin, andere documenten, ...
Kleine aanpassingen over interne afspraken werden aangevuld. Verder werd de tekst volledig aangepast om het voor de ouder meer leesbaar en duidelijker te maken (zonder inhoudelijke aanpassingen).
In bijlage het herwerkte huishoudelijk reglement evenals de schriftelijke overeenkomst
Besluit Vlaamse Regering dd. 22 november 2013 en wijzigingen (BS 13 januari 2014) houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang van baby's en peuters.
Decreet dd. 17 oktober 2003 (BS 10 nov 2003) betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen.
Decreet van 20 april 2012 (BS 15 juni 2012) houdende de organisatie van kinderopvang.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Het huishoudelijk reglement, de bijlagen en de schriftelijke overeenkomst worden met elke nieuwe ouder besproken bij het intake gesprek. Dit omvat afspraken, procedures, ... van het kinderdagverblijf.
In het najaar starten wij met onze nieuwe opvang 't Kadeeke. Het huishoudelijk reglement dient aangepast te worden met de afspraken voor onze nieuwe opvang.
Het aangepast huishoudelijk reglement en de schriftelijke overeenkomst van het kinderdagverblijf 't Pagadderke en 't Kadeeke worden goedgekeurd.
Er wordt voorgesteld om langs de zijde van de onpare huisnummers hier over een afstand van 10 meter een parkeerverbod in te stellen d.m.v. gele onderbroken lijnen.
Er wordt regelmatig geklaagd over voertuigen die geparkeerd staan in de Eglantierstraat ter hoogte van het kruispunt met de N6. Dit zorgt er voor dat voertuigen voor leveringen en onderhoud moeilijk deze straat kunnen inrijden.
In de Eglantierstraat wordt langs de zijde met de onpare huisnummers ter hoogte van het kruispunt met de N6 een parkeerverbod ingesteld.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door het aanbrengen van gele onderbroken strepen.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
We stellen voor om de parkeerplaatsen op de Nijvelsesteenweg in het gedeelte buiten de bebouwde kom voor te behouden voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen. Dit kan door het plaatsen van verkeersborden E9b.
Het bedrijf dat hier lag (IVEMAR) heeft intussen een vestiging in Sint-Renelde en kan daar de vrachtwagens stallen.
Enkel ter hoogte van de Krekelenberg wordt er nog over een afstand van ongeveer 30 meter ruimte gelaten voor het parkeren van vrachtwagens.
- Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
- Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
- Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
- Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.
- Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
Langsheen de Nijvelsesteenweg – gedeelte buiten de bebouwde kom- zijn er een aantal parkeerplaatsen aangebracht. Hier staan regelmatig vrachtwagens geparkeerd. Bewoners en hun bezoekers ondervinden hierdoor moeilijkheden om hun wagens te parkeren. Dit zorgt ook voor onveilige situaties bij het oversteken van de straat.
In de Nijvelsesteenweg worden de parkeerplaatsen buiten de bebouwde kom voorbehouden voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen.
Enkel ter hoogte van de Krekelenberg wordt er nog over een afstand van ongeveer 30 meter ruimte gelaten voor het parkeren van vrachtwagens.
Deze maatregel zal gesignaleerd worden door aan het begin van elke parkeerstrook een verkeersbord E9b met beginaanduiding en aan het einde van elke parkeerstrook een verkeersbord E9b met eindaanduiding te plaatsen.
Enkel ter hoogte van de parkeerstrook aan de Krekelenberg wordt er een verkeersbord E9c geplaatst (30 meter voor het einde van de strook) met beginaanduiding en eindaanduiding op het einde van deze strook.
Een afschrift van dit aanvullend politiereglement zal worden overgemaakt aan de bevoegde instanties en zal ter kennis worden gegeven aan de gouverneur en tevens zal worden voorzien in de voorgeschreven bekendmaking.
Het beheerscomité komt minstens éénmaal per jaar (virtueel) samen om de rekeningen vast te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, of indien daartoe een dringende noodzaak bestaat.
Het beheerscomité geeft de opdracht aan de algemene stuurgroep om de kosten van de deelnemende gemeenten vast te leggen en de rekeningen op te stellen. De rekening wordt opgemaakt binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar.
De rekeningen zijn goedgekeurd indien de meerderheid van de deelnemers én de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemers ze goedkeurt.
De leden van het beheerscomité verstrekken informatie aan de deelnemers van het samenwerkingsverband en staan in voor de verdere informatieverstrekking naar de gemeenteraad.
De rekening en het jaarverslag dienen door de leden van het beheerscomité binnen de drie maanden aan de gemeenteraad van hun gemeente ter goedkeuring voorgelegd te worden.
De afgevaardigde voor de stad Halle dient nog vastgelegd te worden.
De richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid https://www.laatjevaccineren.be/alles-voor-een-vlotte-organisatie-van-een-vaccinatiecentrum en het besluit van de Vlaamse regering van 22 januari 2021 inzake de toekenning van een subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum.
De gemeenteraadsbeslissingen van 23 februari 2021 en 22 juni 2021.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
In zitting van 22 juni 2021 keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst voor de organisatie van de vaccinatiecentra in de Zennevallei goed.
Deze overeenkomst behelst onder meer de oprichting van een beheerscomité waarin één afgevaardigde van elk deelnemend lokaal bestuur (aangeduid onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen), een afgevaardigde van de Eerstelijnszone Zennevallei en een afgevaardigde van de Artsenkring, zetelen.
Deze nota legt de afvaardiging voor de stad Halle vast.
Voor de stad Halle wordt burgemeester Marc Snoeck afgevaardigd in het beheerscomité in het kader van de samenwerkingsovereenkomst voor de organisatie van de vaccinatiecentra in de Zennevallei.
In zitting van 23 februari 2021 ging de OCMW-raad principieel akkoord met de oprichting van een vereniging voor sociale dienstverlening en keurde de selectie-leidraad voor de selectie van de private partner goed. Er werd op 24 maart 1 offerte ontvangen van Sense (vzw CAS).
Het verloop van de onderhandelingen werd opgenomen in de nota op het Vast Bureau van 16.07.2021, met name tot en met het voorstel tot uitbreiding activiteiten/dienstverlening Buurtrestaurant ’t Vondel vzw waarbij de huidige vzw Buurtrestaurant ’t Vondel de uitbating van het cateringgebeuren op zich zou nemen.
De verdere bespreking van dit voorstel leidde tot een samenwerkingsovereenkomst en aangepaste staturen voor de uitbreiding van de activiteiten van de huidige vzw. Dit zal ingaan vanaf 1 november 2021.
Het voorstel dat Sense deed werd nu in een samenwerkingsovereenkomst gegoten. Dit voorstel omvatte o.a. een personeelsplan, een implementatieplan en een financieel plan. Het werd toegelicht op de zitting van het Vast Bureau van 16.07.2021. We hernemen een paar kernpunten:
In bijlage zijn de aangepaste statuten terug te vinden. Deze werden opgesteld door de juridische dienst van MetSense en voor de stad nagekeken door het advocatenbureau GD&A die in ons in dit dossier juridisch ondersteunt.
De catering via de VZW betreft een inhouseopdracht (toepassing artikel 30 van de Wet van 17 juni 2016 inzake Overheidsopdrachten)
De belangrijkste wijzigingen brengen we nog even onder de aandacht:
In de samenwerkingsovereenkomst zijn alle concrete afspraken opgenomen voor de uitbating van het buurtrestaurant, het cultuurcafé en de institutionele catering voor het WZC, de dienstencentra en het kinderdagverblijf.
Concreet betekent dit onder meer het volgende:
Als gevolg van de uitbreiding van de activiteiten van de huidige vzw werd ook de managementsovereenkomst aangepast tussen de vzw en metSense dat instaat voor het dagelijkse en operationele bestuur. Deze overeenkomst is van onbepaalde duur.
Naast een actualisering van de tekst betreft de voornaamste aanpassing een wijziging van de basisvergoeding naar 33 % op de aankoopkosten van voeding en dranken. Dit is een veel eenduidigere berekeningsbasis dan de oorspronkelijke formulering (11 % op de omzet). In absolute bedragen zitten beide in dezelfde grootte orde.
De raming voor 2022 bedraagt 111.000 EUR (excl. btw). en wordt betaald via maandelijkse voorschotten van 9.250 EUR/maand. De nieuwe overeenkomst start vanaf 01.01.2022.
éénmalige | jaarliijkse | jaarlijkse | ||
vergoeding werknemers Medirest | p.m. | |||
toelage stad | 31.364,71 | |||
toelage OCMW | 31.364,71 | |||
managementsvergoeding | 111.000,00 | |||
Omzet WZC | 509.670,00 | p.m. | ||
omzet LDC | 179.088,00 | p.m. | ||
omzet thuisbezorging | 305.040,00 | p.m. | ||
terbeschikkingstelling art. 60 | gesubsidieerd | |||
tewerkstelling personeel OCMW | 267.558,00 | |||
verbruik keuken OCMW | p.m. |
Het decreet over het lokaal bestuur, deel III, titel 4, hoofdstuk 5.
Wet van 8 juli 1976, artikel 60, §6.
Beslissing Vast Bureau van 16.07.2021
De levering van maaltijden voor het woonzorgcentrum Zonnig Huis en de levering van thuismaaltijden wordt momenteel opgenomen door Compass/Medirest. Er is eveneens een belevering voor het OCMW van Beersel. Deze overeenkomst tussen Compass, het OCMW van Halle en het OCMW van Beersel eindigt op 31 oktober 2021. Er werd een nieuwe marktbevraging georganiseerd.
Daarbij stond de oprichting van een vereniging voor sociale dienstverlening door het OCMW van Halle en Beersel voorop. Het doel van de vereniging is om aan hun inwoners en bewoners betaalbare en gezonde maaltijden van hoge kwaliteit te kunnen aanbieden en om de beleidsdoelstellingen inzake sociale economie te kunnen realiseren.
Er werd een selectie-leidraad goedgekeurd voor de selectie van een private partner goed: op 24 maart ontvingen we de offerte van Sense (vzw CAS).
Tijdens de onderhandelingen met Sense over de ontwerpstatuten van de nieuw op te richten vzw en de samenwerkingsovereenkomsten die hiermee samenhangen besliste het OCMW van Beersel om af te zien van een verdere samenwerking.
Het OCMW van Halle ging op zoek naar een alternatieve oplossing met respect voor de vooropgezette beleidsdoelstellingen inzake sociale economie. Dit resulteerde in een voorstel tot samenwerking met de huidige vzw Buurtrestaurant 't Vondel voor de uitbating van de keuken en dus het leveren van maaltijden voor het WZC Zonnig Huis, het buurtrestaurant 't Vondel en de thuismaaltijden in Halle.
De samenwerkingsovereenkomst (inclusief de managementsovereenkomst) en de aangepaste statuten liggen nu voor ter goedkeuring.
De financiële stromen zullen aangepast moeten worden aan deze nieuwe situatie in de volgende aanpassing meerjarenplanning. Buiten het investeringsbudget (50k + 10k) en de mogelijke uitgaven gelinkt aan CAO32, zullen de budgetten normaal gezien toereikend zijn om dit plan op te vangen.
De raad gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomst en de statuten zoals voorgelegd voor de uitbreiding van de activiteiten van het buurtrestaurant 't Vondel tot uitbating van het cultuurcafé, het buurtrestaurant en de institutionele catering met o.a. de maaltijden voor het WZC Zonnig Huis, de leveringen van thuismaaltijden, de lokale dienstencentra en de kinderdagverblijven Pagadderke en Kadeeke.
Op basis van een aantal modellen huishoudelijk reglement en de huidige interne afspraken werd een model huishoudelijk reglement opgesteld voor de stad Halle. Deze tekst werd in maart 2021 een eerste keer informeel meegedeeld aan de vakorganisaties.
We ontvingen een paar opmerkingen bij deze ontwerptekst.
Gezien deze opmerkingen overeen kwamen met onze interne afspraken werden deze opgenomen in de tekst. De nieuwe tekst werd formeel voorgelegd aan het onderhandelingscomité op 14 juni 2021.
We kregen finaal nog een aantal bedenkingen. Deze opmerkingen werden verwerkt.
Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en uitvoeringsbesluiten die de wet concretiseren.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 juli 2021.
De overheidssector kent specifieke regels inzake sociaal overleg.
De wet van 19 december 1974 vormt het algemeen referentiekader voor de sociale verhoudingen.
De lokale werking van het onderhandelings- en overlegcomité wordt best vastgelegd in een huishoudelijk reglement.
Het huishoudelijk reglement voor het hoog overlegcomité (HOC) en bijzonder onderhandelingscomité (BOC) wordt goedgekeurd.
Er werd een bestek met nr. 2021289 "raamovereenkomst voor het individueel leasen van fietsen / steps ten behoeve van het personeel ” opgesteld door Cluster Personeelszaken.
Het college keurde in zitting van 9 april 2021 het lastenboek goed.
De leaseopdracht wordt telkens afgesloten voor een duur van 36 maanden.
De stad Halle treedt op als opdrachtencentrale voor het OCMW Halle.
Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
* Basisopdracht – 24 maanden (Afsluiten van een raamovereenkomst voor het individueel leasen van fietsen / steps ten behoeve van het personeel )
* Verlenging – 24 maanden (Afsluiten van een raamovereenkomst voor het individueel leasen van fietsen / steps ten behoeve van het personeel )
De opdracht werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en er werden 5 offertes ingediend.
Bij nazicht van de offertes bleek de raming van de opdracht niet correct; deze dient aangepast naar 160.000 euro exclusief BTW.
De fietslease wordt gefinancierd door de personeelsleden die er gebruik van maken.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het ontwerpbesluit van de Vlaamse regering houdende wijziging rechtspositiebesluit.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
De elektrische fiets is al lang niet meer weg te denken uit het woon-werkverkeer. Zeker voor langere afstanden is dit een uitstekend vervoermiddel. De stad Halle zet in op duurzame mobiliteit. Ook bij het personeel is er nog ruimte om meer medewerkers aan te zetten om zich te verplaatsen met de fiets.
We deden in het voorjaar een bevraging bij het personeel en daaruit bleek dat heel wat medewerkers bereid zijn zich te verplaatsen met de fiets als ze onder interessante voorwaarden een (elektrische) fiets kunnen aankopen.
In het ontwerpbesluit Vlaamse regering worden mogelijkheden voorzien om ook fietslease, met gunstige fiscale voorwaarden, te voorzien voor personeel van lokale besturen. Vandaar dat een overheidsopdracht voor deze fietslease wordt gelanceerd.
Belangrijk gegeven is dat de stad geen budget dient te voorzien maar dat de leasevergoeding betaald wordt door het personeelslid dat van deze mogelijkheid gebruik maakt.
De manier van verrekening naar de werknemer toe moet nog bepaald worden.
Idee is dat dit voor het bestuur op één of andere manier een nul-operatie is door compensaties (loon, vakantiedagen, afbetaalplan, ...)
Nadien moeten eventueel de nodige budgetten (in en uit) aangepast worden in de meerjarenplanning.
Het bestek met nr. 2021289 , de raming en de wijze van gunnen voor de opdracht “Afsluiten van een raamovereenkomst voor het individueel leasen van fietsen / steps ten behoeve van het personeel ”, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
Proceduraal dienen volgende stappen te worden doorlopen voor de goedkeuring van een gemeentelijk stedenbouwkundige verordening:
stap 1: college van burgemeester en schepenen neemt in zitting van 6 november 2020 kennis van de ontwerp-verordening en van bovenvermeld procesverloop
stap 2: adviesronde
adviesinstantie | datum | resultaat |
commissie stadsontwikkeling | 16 november 2020 | geen opmerkingen |
gecoro | 9 december 2020 | gunstig |
departement omgeving | 8 februari 2021 | geen advies |
deputatie | 7 januari 2021 | geen opmerkingen |
Het Team Mer maakte op 15 december 2020 volgende opmerking:
"Er dient advies gevraagd worden aan de deputatie en het departement Omgeving. Er staat vermeld dat de artikelen 1 tot en met 7 inhoudelijke gevolgen hebben en best voorzichtigheidshalve aan een screening onderworpen worden. Het gaat in de praktijk over de artikel 2, 3, 4, en 5 zo blijkt verder uit het document. De vermelding dat het over de artikelen 1 t.e.m. 7 gaat, moet aangepast aan de feitelijke situatie."
Stap 3 en 4
De aangepaste verordening evenals het aangepaste plan-merscreeningsdocument wordt voor advies aan de cel MER overgemaakt die dd.26.02.2021 oordeelde dat de verordening geen plan-MER noodzaakt.
Stap 5
Het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 7 juni 2021 tot en met 6 juli 2021 werd bekendgemaakt door een bericht in het Belgisch staatsblad en in het gemeentelijk informatieblad ‘Info-Halle’ en op de website van de stad waar het ontwerp te raadplegen was. Er werden geen bezwaren ingediend.
Stap 6
De gemeenteraad wordt gevraagd de verordening vast te stellen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Titel II Planning Hoofdstuk III stedenbouwkundige verordeningen.
Decreet algemene bepalingen milieubeleid.
Decreet over het lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
Naar aanleiding van een recente omgevingsvergunning voor de plaatsing van een haakse publiciteitsinrichting besliste het college van burgemeester en schepenen tot de opmaak van een verordenend kader voor de beoordeling van omgevingsaanvragen met betrekking tot haakse publiciteitsinrichtingen.
Om de wildgroei aan reclamepanelen in het straatbeeld en voornamelijk in het beschermd stadsgezicht te beperken en te reglementeren wordt een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening opgemaakt.
In de stedenbouwkundige praktijk van Halle worden haakse (licht-)reclames reeds lange tijd geweerd. Dit gebeurt op basis van hun negatieve impact op het straatbeeld. Deze werkwijze wordt niet op een verordende wijze geregeld hetgeen aanleiding kan geven tot discussie. Daarnaast bevat de regelgeving een vrijstelling voor niet verlichte reclame tot 4 m² hetgeen aanleiding geeft tot een grijze zone. Voornamelijk in het beschermd stadsgezicht van Halle worden deze panelen storend bevonden en doen die afbreuk aan de erfgoedwaarden van dit stadsgezicht. Ook het aanbrengen van neon- en lichtcontouren is ongewenst.
Door het vergunningsplichtig maken van bepaalde reclamepanelen en het opstellen van een verordenend kader kan hier een standvastig coherent beleid over gevoerd worden.
De verordening kadert in de bepaling artikel 2.3.1. 1° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die de opmaak van een verordening mogelijk maakt voor de gezondheid, instandhouding, de stevigheid, de fraaiheid en de esthetische waarde van bouwwerken, de installaties en hun omgeving en ook hun veiligheid met name de beveiliging tegen brand en overstroming.
De stedenbouwkundige verordening haakse publiciteitsinrichtingen wordt definitief vastgesteld:
"Artikel 0. Begrippen en definities
Beschermd of waardevol goed:
Benedenvoorgevel: het vlak evenwijdig aan de aanpalende rijweg, begrepen tussen de begane grond en de dorpels van de eerste verdieping
Haakse pubiciteitsinrichting: constructie die haaks op de gevel wordt geplaatst onder de vorm van een al dan niet lichtgevend paneel of banner
Banner: drager bestaande uit zeildoek tussen twee houders die evenwijdig of haaks aan de gevel wordt aangebracht
Artikel 1. Indien deze verordening strijdig is met de voorschriften van een geldend BPA, RUP of niet vervallen verkaveling, dan geldt voor dit specifiek item de regelgeving van dit BPA, RUP of de verkaveling. Voor items die niet in een BPA, RUP of niet-vervallen verkaveling zijn geregeld, gelden de voorschriften van deze verordening wel.
Artikel 2. Er geldt steeds een omgevingsvergunningsplicht voor de haaks op de gevel aangebrachte publiciteitsinrichtingen.
Artikel 3: Er geldt een verbod op het plaatsen van haakse publiciteitsinrichting aan een beschermd of waardevol goed.
Artikel 4. Er geldt een verbod op neon- en andere lichtcontouren tegen de voorgevel aan of in een beschermd of waardevol goed.
Artikel 5. Aan onroerende goederen die niet beschermd of waardevol zijn is het plaatsen van haakse publiciteitsinrichtingen slechts mogelijk onder volgende voorwaarden:
Mogen uitsluitend aangebracht worden tegen gebouwen bestemd voor handel, horeca, nijverheid, kantoren of dienstverlening en moeten betrekking hebben op de handel, horeca nijverheid, kantoren of dienstverlening in het gebouw.
Ze moeten beperkt blijven tot maximum één constructie per pand
Artikel 6. Uitzonderingsbepalingen: De vergunningverlenende overheid kan bij een door de aanvrager gemotiveerde aanvraag uitzonderingen toestaan. Deze kunnen slechts overwogen worden na gunstig advies van Onroerend Erfgoed in het geval van beschermde of waardevolle goederen.
Artikel 7. Bij niet naleving van de voorschriften van deze verordening zijn de sancties uit de stedenbouwwetgeving van toepassing.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch staatsblad De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening zal slechts worden toegepast voor omgevingsaanvragen die volledig verklaard werden na de inwerkingtreding
Procedureel dienen volgende stappen te worden doorlopen voor de goedkeuring van een gemeentelijk stedenbouwkundige verordening:
stap 1: college van burgemeester en schepenen neemt in zitting van 11 september 2020 kennis van de ontwerp-verordening
stap 2: adviesronde
Deze ontwerpverordening werd voor advies voorgelegd aan de milieuraad, de Gecoro en de commissie stadsontwikkeling en conform artikel 2.3.2.§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening aan het Departement Omgeving en de Provincie.
Adviezen :
- Artikel 1 lid 1: Het is onduidelijk waarom de grens op tien woningen wordt gelegd. Opvallend is dat in Leuven en omstreken de grens op 25 woningen wordt gelegd (zie bijlage).
- Artikel 2.1 lid 1: Iemand die een vergunning aanvraagt, is nog geen vergunninghouder en daarom wordt geadviseerd voor een andere formulering te kiezen.
- Artikel 2.1 lid 2 en lid 3: Deze bepalingen zijn eigenlijk overbodig, want dit geldt voor alle stedenbouwkundige vergunningen in het algemeen.
- Artikel 2.2: Dit is eerder een omschrijving van het proces dan een bepaling waaraan een bouwwerk moet voldoen.
- Artikel 2.3 lid 2: De formulering geeft nog een beoordelingsvrijheid aan de vergunningverlenende overheid bij het bepalen van de exacte vormgeving van de ondergrondse afvalcontainer en is daarom voldoende flexibel. De verhouding met lid 3 en lid 4 is echter niet duidelijk.
- Artikel 2.3 lid 3: Er wordt gesproken over een maximaal volume. Moet dit niet een minimum zijn? Als dit als toelichting bij lid 2 bedoeld is, dan raadt de deputatie aan dit duidelijk aan te geven. Zo niet, dan is het beter deze eis te integreren in lid 2.
- Artikel 2.3 lid 4: Dit is deels een afwijking op lid 3. Als lid 2 de hoofdregel wordt, is dit overbodig. Bij een voorschrift dat een minimum of maximum oplegt aan de grootte is zo’n afwijkingsbepaling wel aan te raden.
- Artikel 2.4 lid 1: Het is onduidelijk wat wordt bedoeld met ‘gemeenschappelijk bouwinitiatief’. In welke gevallen is er geen sprake van een gemeenschappelijk bouwinitiatief en waar moeten de ondergrondse afvalcontainers dan geplaatst worden en waarom?
- Artikel 2.4 lid 2: ‘bij voorkeur’ is geen passende woordkeuze voor een voorschrift.
- Artikel 2.4 lid 3: Deze eis zal niet in alle gevallen haalbaar zijn. De deputatie raadt aan om te voorzien in een uitzonderingsbepaling of afwijkingsmogelijkheid.
- Artikel 2.4 lid 5: Dit is een voorschrift over de afvalcontainer zelf en zou voor de duidelijkheid beter gegroepeerd worden met de voorschriften van artikel 2.3.
- Artikel 2.4 lid 6: Dit sluit aan bij artikel 2.2 en ook hiervoor geldt dezelfde opmerking. Voorafgaand overleg is bij dit soort vergunningsaanvragen altijd aangewezen.
- Artikel 3: Dit gaat opnieuw over het toepassingsgebied en kan daarom beter gecombineerd worden met artikel 1.
- Artikel 4: Dit voorschrift is overbodig, want dit volgt algemeen uit het decreet.
Stap 3 en 4
De aangepaste verordening evenals het aangepaste plan-merscreeningsdocument wordt voor advies aan de cel MER overgemaakt die dd.18 maart 2021 oordeelde dat de verordening geen plan-MER noodzaakt.
Stap 5
Het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 7 juni 2021 tot en met 6 juli 2021 werd bekendgemaakt door een bericht in het Belgisch staatsblad en in het gemeentelijk informatieblad ‘Info-Halle’ en op de website van de stad waar het ontwerp te raadplegen was. Er werden geen bezwaren ingediend.
Stap 6
De gemeenteraad wordt gevraagd de verordening vast te stellen
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Titel II Planning Hoofdstuk III stedenbouwkundige verordeningen.
Decreet algemene bepalingen milieubeleid.
Decreet over het lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
De toenemende compacte bouwkeuzes zowel in verkavelingen met verspreide woningen als in projecten met hoogbouw, de maximale groenvoorzieningen bij dergelijke projecten en de verplichte inzameling van het huishoudelijk afval in meerdere selectieve fracties maken het vaak nagenoeg onmogelijk om de reguliere afvalinzameling huis-aan-huis te organiseren.
Bovendien gebeurt een huis-aan-huis inzameling van huishoudelijk afval met vaste frequenties ongeacht of elk adres telkens de maximale toegelaten hoeveelheid afval aanbiedt. Dit maakt dat deze ophalingen vaak inefficiënt en bijgevolg relatief duur zijn.
Een alternatief systeem is dat er centraal in dergelijke wijken/verkavelingen/hoogbouw een aantal containers (voor de verschillende selectieve afvalfracties) worden voorzien waar de buurtbewoners hun afval kunnen deponeren gekoppeld aan een diftar systeem. Een dergelijk systeem registreert aard en hoeveelheid afval dat door iedere gebruiker die wordt toegelaten tot het systeem, wordt gedeponeerd en deze laatste wordt hiervoor rechtstreeks gefactureerd. Via een online meldingssysteem wordt de ophaler verwittigd wanneer de container gevuld is.
Het grote voordeel van dit systeem is dat de gebruiker zijn afval op elk moment kwijt kan en dus geen afval meer moet stockeren in zijn woning (hygiëne) en de ophaler geen lange inefficiënte ophaalrondes moet voorzien, maar enkel volle containers moet ledigen. Dit bespaart aanzienlijk op het aantal ritten, afgelegde kilometers en inzet van materieel en werkkrachten. Ook de dure aankoop en verdeling van huisvuilzakken of andere afvalrecipiënten kan hiermee grotendeels vermeden worden.
De infrastructurele last (voorzien van de 'wijkcontainers') voor het inzamelen van de verschillende huishoudelijke afvalfracties wordt via een gemeentelijk stedenbouwkundige verordening bij de projectverantwoordelijke (verkavelaar, bouwheer, promotor...) gelegd.
De verordening kadert in de bepaling artikel 2.3.1. 1° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die de opmaak van een verordening mogelijk maakt voor de gezondheid, instandhouding, de stevigheid, de fraaiheid en de esthetische waarde van bouwwerken, de installaties en hun omgeving en ook hun veiligheid met name de beveiliging tegen brand en overstroming.
De stedenbouwkundige verordening aangaande het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers bij meergezinswoningen en verkavelingen wordt definitief vastgesteld:
" Inleidend gedeelte, toelichting :
1. Het aanbieden van huishoudelijk afval voor de huis-aan-huisinzameling op locaties met dichte bewoning zorgt voor hinder door het groot aantal huisvuilzakken die samen aangeboden worden en de hoge frequentie van aanbieding. Bovendien laat dergelijke bewoning het vaak niet toe dat er toegang is voor verkeer (ophaalwagens). Om hieraan tegemoet te komen zal er gewerkt worden met ondergrondse afvalcontainers om huishoudelijk restafval en/of vergelijkbaar bedrijfsafval, gft, pmd(+), glas en papier en karton in te zamelen. Het gebruik van de ondergrondse afvalcontainers voor huishoudelijk restafval, gft, pmd(+), glas en papier en karton zijn verplicht voor bewoners die hiervoor worden aangeduid.
Ondergrondse afvalcontainers leveren voorts nog een aantal andere voordelen op : het is een oplossing op maat van het type bebouwing, de burger kan zelf kiezen wanneer hij zich van zijn afval ontdoet (geen geurhinder of onhygiënische toestanden), geen vuilniszakken meer in het straatbeeld, afval van meerdere gezinnen wordt met één lediging opgehaald, minder transportbewegingen van zwaar verkeer (ophaalwagens) in woonwijken….
2.De verordening is van toepassing voor het hele grondgebied van de stad. Ze zal een onderdeel uitmaken van het toetsingskader bij de behandeling van aanvragen van omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden binnen het grondgebied van de stad zonder afbreuk te doen aan de beoordelingsmarge van de vergunningverlenende overheid met betrekking tot de goede ruimtelijke ordening.
3.De plaatsing van ondergrondse afvalcontainers heeft als doel een efficiënte en duurzame inzameling van gesorteerd huishoudelijk afval bij woonprojecten met een zekere omvang te voorzien. Ondergrondse afvalcontainers zorgen voor een centrale en snelle ophaling van gesorteerd huishoudelijk afval. Bovendien werkt de voorziening van ondergrondse afvalcontainers ruimtebesparend voor de eraan gekoppelde woningen.
We gaan ervanuit dat ondergrondse afvalcontainers nuttig, efficiënt en verantwoord zijn vanaf woonprojecten vanaf 10 woongelegenheden. Uitzonderingen op deze verplichting kunnen onder bepaalde modaliteiten om bijvoorbeeld technische- of opportuniteitsbezwaren.
4.Voor een efficiënte en praktisch haalbare werking wordt gestreefd naar uniformisering. De technische specificaties van de door het stadsbestuur aangewezen afvalbeheerder moeten daarom gevolgd worden. Deze laatste wordt daarom ook reeds in de planningsfase betrokken bij het project.
5.De ondergrondse afvalcontainers worden steeds goed bereikbaar, zowel voor de gebruikers als voor de ophaler, geïntegreerd in het project. De wettelijke bepalingen met betrekking tot toegankelijkheid blijven onverkort van toepassing.
6.Om onderhoud en exploitatie van de infrastructuur mogelijk te maken moet het systeem met het terrein waarop het geplaatst is overgedragen worden aan de stad. De kosten hieraan verbonden zijn ten laste van de bouwheer of verkavelaar. Overdracht vindt plaats voor het woonproject in gebruik wordt genomen.
Artikel 1. : Toepassingsgebied
De verordening is van toepassing voor het volledige grondgebied van de stad Halle.
Deze stedenbouwkundige verordening is van toepassing bij omgevingsvergunningen met als doel het verkavelen van gronden vanaf 10 kavels en het bouwen of verbouwen van woonprojecten vanaf 10 woonentiteiten.
De bepalingen van deze stedenbouwkundige verordening zijn niet van toepassing op percelen waarvan meer dan 80% van de bruto oppervlakte effectief door gebouwen worden ingenomen én uit het bouwplan blijkt dat het technisch onmogelijk is om ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat te voorzien.
De voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), bijzonder plan van aanleg (BPA) en/of verkaveling hebben steeds voorrang op deze stedenbouwkundige verordening.
De stad kan een uitzondering toekennen in het kader van de goede ruimtelijke ordening
Artikel 2. : Begrippen
De begrippen in deze verordening moeten worden geïnterpreteerd zoals in de wetgeving op stedenbouw en ruimtelijke ordening. Termen die niet in deze wetgeving zijn opgenomen moeten in hun algemeen gangbare betekenis worden begrepen.
Voor het toepassen van onderhavige verordening wordt verstaan onder :
- Afvalinzamelaar : de aangewezen rechtspersoon die de zorgplicht inzake de huishoudelijke afvalstoffen van de stad kreeg toegewezen.
- Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden. Wordt ook beschouwd als een ééngezinswoning: een gebouw met één woonentiteit en met nevenfunctie (bvb de praktijk van een vrij beroep).
- Meergezinswoning: een gebouw waarin twee of meerdere woonentiteiten zijn ondergebracht, met uitzondering van zorgwonen, bejaardentehuizen, seniorenresidentie, serviceflats, verpleeginrichtingen, kloosters, hotels en internaten.
- Inrichtingsplan: een plan op schaal waarop de bebouwbare zones worden aangeduid en waarin aandacht gaat naar de aanleg van de onbebouwde zones met weergave van onder meer verhardingen en groenelementen, alsook de voorziene functies.
- Woonentiteit: lokaal of geheel van aansluitende lokalen, hoofdzakelijk bestemd voor huisvesting van een persoon of een groep van samenlevende personen. Worden niet als woonentiteiten beschouwd: entiteiten die deel uitmaken van toeristische accommodaties of van collectieve verblijfsaccommodaties, zoals tehuizen voor bejaarden, verpleeginrichtingen, kazernes, internaten, verblijfsaccommodaties voor studenten opgericht door erkende onderwijsinstellingen, kloosters, opvangcentra, gevangenissen, ...
- Ondergrondse afvalcontainer : Een ondergrondse afvalcontainer is een container waar afval in gedeponeerd wordt en die zich onder het maaiveld bevindt, alleen de inwerpzuil is bovengronds en zichtbaar. Dit is een systeem waar de bewoners zelf het huishoudelijk afval selectief naar toe brengen.
- Ondergrondse sorteerstraat : meerdere ondergrondse afvalcontainers voorzien van hun respectievelijke inwerpzuilen of inwerpunits, die naast elkaar staan en bedoeld zijn om verschillende afvalsoorten gescheiden in te zamelen.
- Ophaalwagen : gemotoriseerd voertuig dat dienst doet voor de ophaling van centraal, selectief ingezameld huishoudelijk afval.
Artikel 3. : Ondergrondse afvalcontainers
§ 1 Algemeen
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor een woon- of verkavelingsproject moet het nodige aantal en voldoende grote ondergrondse afvalcontainers aanleggen, conform de bepalingen deze verordening.
§ 2 Vaststellen van het aantal ondergrondse afvalcontainers
§ 3 Aantal en grootte van de ondergrondse afvalcontainers
Minimum dienen op elke locatie waar volgens de bepalingen van deze verordening ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat moeten voorzien worden, afzonderlijke ondergrondse afvalcontainers met de respectievelijke bovengrondse inwerpzuilen geplaatst te worden voor de gescheiden inzameling van restafval, GFT, papier en karton, PMD(+), en glas (gescheiden wit en gekleurd).
§ 4. Elke ondergrondse afvalcontainer heeft een voldoende opslagcapaciteit, die afgestemd is op het aantal woonentiteiten waarbij deze ondergrondse afvalcontainers worden voorzien.
§ 5. De inwerpzuilen van de ondergrondse afvalcontainers voldoen aan volgende voorschriften :
Artikel 4. : Aanleg van de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat
§ 1. De ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat moeten voorzien zijn op het bouwperceel of bouwpercelen waarop het gebouw of de gebouwen zullen komen. De exacte inplanting van de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat moet op het bouwplan/verkavelingsplan, gevoegd bij de aanvraag om omgevingsvergunning, aangegeven worden en als dusdanig aangelegd worden.
§ 2. De ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat moeten zodanig op het terrein gelokaliseerd en aangelegd worden dat het natuurlijk afvloeiend water niet in de containers kan terecht komen.
§ 3. De maximale loopafstand voor de bewoners vanaf de uitgang van de gebouwen tot aan de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat mag niet meer bedragen dan 150 m. Het voorzien van ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat kan facultatief worden wanneer de maximale loopafstand van elke nieuwe kavel of woonentiteit niet kan beperkt worden tot 150 m.
§ 4. Bereikbaarheid en ondergrond : De ondergrondse afvalcontainers worden zodanig ingeplant dat de vrachtwagen zich tot net naast de ondergrondse afvalcontainers kan begeven. De ondergrond voor de vrachtwagen dient vlak en voldoende draagkrachtig (26 ton draaglast) te zijn. De vrachtwagen dient voor het ledigen te beschikken over 4,5 meter vrije ruimte rondom de vrachtwagen en 9 m vrije hoogte. De minimale vrije breedte in de straat bedraagt 4 m de minimale vrije hoogte doorgang bedraagt eveneens 4 m. De minimale buitenkant draaistraal bedraagt 16 m. De aanrijhelling mag een maximale hellingsgraad van 6% hebben.
Artikel 5. : De kostprijs voor de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat komt overeen met het bedrag nodig voor de aankoop, plaatsing en inwerkingstelling van de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat. De kostprijs is volledig te laste van de bouwheer/verkavelaar.
Artikel 6. : Het deel van het perceel waarop de ondergrondse afvalcontainers/sorteerstraat moet worden opgericht evenals de afvalcontainers/sorteerstraat zelf worden uiterlijk 60 dagen na oprichting, maar zeker voor de ingebruikname van het woonproject, kosteloos overgedragen aan de stad."
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch staatsblad De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening zal slechts worden toegepast voor omgevingsaanvragen die volledig verklaard werden na de inwerkingtreding.
Voorafgaand aan deze nota werden naar suggesties voor een nieuwe naam gepolst bij de nodige instanties (wiens suggesties verwijzen naar plaatselijke geschiedenis en/of kunst- en cultuurleven): de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring, de Halse Cultuurraad, den Ast.
Dit zijn de suggesties die binnengekomen zijn van :
de KGOK :
zie mail dd. 21/07/2021 : ‘De verkaveling waarvan sprake ligt in een uitgestrekt gebied dat bekend staat als de Prinsenbos, maar die naam bestaat uiteraard al. We vonden geen historisch toponiem specifiek voor deze nieuwe verkaveling (tenzij het verder gelegen Uylenberg, maar ook die naam bestaat al). Aan de andere kant van de steenweg ligt wel het Hof van Hautem (vandaag het Hof in de Put), destijds eigendom van de kerk van Halle en later van de familie Claes. De gronden ervan lagen boven de steenweg en vormden één groot blok van ca. 38 ha. (in 1862). De huidige verkaveling viel er net buiten, maar aangezien de meeste Halse straatnamen die op historische toponiemen teruggaan naar plaatsen verwijzen die in werkelijkheid een stuk verder lagen, mag dat geen bezwaar zijn. We stellen daarom de straatnaam 'Hautemerf' voor.
Namens het bestuur en met beste groet,
Jurgen Vandebotermet
Voorzitter KGOKH’
Uiteindelijke suggestie KGOKH is dus Hautem-erf
de CR :
zie mail dd. 04/08/2021 en 05/08/2021 : ‘Jammer dat jullie vraag -en dat is eerder nog gebeurd- tijdens de maanden juli/augustus komt. De CRH vergadert dan niet meer zodat de secretaris of de voorzitter zomaar een voorstel zou moeten doen. Ik betreur dat.
Anderzijds is het 20-jarig overlijden van Jacques Deblander, stichter van Zenne en Zoniën- en pleitbezorger van een mooie Zennevallei, een unieke gelegenheid om een straat naar hem te noemen. Dat is natuurlijk in tegenspraak met de eis dat het nu allemaal vrouwennamen moeten zijn.
Anderzijds hebben we bij jullie vorige vraag namen van merkwaardige vrouwen doorgegeven die toen niet weerhouden werden.
Vriendelijke groet,
Paul Poels - vz CRH
Beste,
Dat is inderdaad zo… werd intern ook al aangehaald dat dit niet de optimaalste periode is voor jullie… het is echter niet mogelijk om dit uit te stellen omdat de aannemers en nutsbedrijven dan in problemen komen voor de uitvoering van hun werken, toekennen huisnummers en dergelijke…
Ik neem dit mee op in het Collegedossier zodat de burgemeester en schepenen de reden kennen.
Ik neem op de valreep alvast nog onderstaande voorstellen mee op voor beide nieuwe straatnamen, met name:
-Jacques Deblander-erf
en herhaal jullie voorstellen voor vrouwennamen die vorige keer niet weerhouden werden (zie jullie mail dd. 16/6/2020) :
-Misia-erf – kleindochter Servais/dochter van schoonzoon Servais (Cyprien Godebski) die beeldhouwer was van het standbeeld van Servais
- Irène of Thérèse Merckx-erf – oud schepenen in Lembeek en Halle
Het is immers niet zo dat het nu allemaal vrouwennamen móeten zijn, de laatste twee nieuwe namen waren het Edouard Jacobs-erf (ook in omgeving Wielewaallaan) en Mathilde Popeleu-erf (tss Edingenseswg en Bergensestwg)’
Zie ook de bijlages (brief en e-mails) rond Jacques Deblander, werd in 2014 reeds voorgesteld door weduwe Paula Deboeck aan de toenmalige schepen Marc Snoeck, waar er aangehaald werd dat bij toekomstige naamgeving met dit voorstel rekening zou gehouden worden.
We vermelden ook in de kantlijn dat bij het voorstel om de naam Misia , door den Ast beweegredenen werden aangehaald om deze te behouden voor de nieuwe Zuidbrug (Misiabrug) – zie ook bijlage mail dd. 25/06/2020) ‘Vanuit den AST staan wij zeker achter het idee dat Misia een straat verdient. Maar gelet op haar bekendheid en verdiensten mag dit wat ons betreft van een passende omvang zijn. In die zin ondersteunen wij de suggestie om de Zuidbrug te hernoemen als Misiabrug:
1. Brug komt toe aan de voet van de Servaislaan, daar waar Misia als kind heeft verbleven
2. De Zuidbrug gaat naar het Zuiden. Na Halle is Misia zich in het Zuiden gaan vestingen in Frankrijk. De brug overspant zelfs het tracé van de Thalystrein naar Parijs.
3. Misia is een vrouw en het is duidelijk dat er nog maar weinig bruggen naar een vrouw genoemd worden.
4. MISIA eindigt zoals KLARA op A en met 2 lettergrepen. (zie Klarabrug)
5. Het indrukwekkende repertoire van Misia kennen jullie’
Uiteindelijke suggesties van CRH zijn dus :
Jacques Deblander-erf
Irène of Thérèse Merckx-erf
den Ast :
er kwamen geen suggesties binnen.
We laten de keuze aan het college van burgemeester en schepenen om uit alle bovenstaande suggesties een keuze te maken.
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen
Art.2 §1. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.
Art.4 2° Het gemeentebestuur vraagt advies aan de gemeentelijke raad voor cultuur en culturele vrijetijdsbesteding.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
In de nieuwe verkaveling tussen Prinsenbos en Edingensesteenweg te Lembeek wordt er nieuwe wegenis aangelegd;
-toegang enkel via Prinsenbos
-langs beide zijden bebouwd
-zonder doorsteek naar de Edingensesteenweg voor gemotoriseerd verkeer d.m.v. opstelling (wegneembare) hindernispaaltjes
-mogelijkheid tot uitbreiding bouwloten aan de andere kant van de voetweg
-doodlopende weg die als statuut ‘woonerf’ krijgt.
In bijlage twee plannen van de locatie ter verduidelijking waar de wegenis en bebouwing zich zal bevinden.
We passen de wettelijke procedure toe van toekenning straatnaamgeving : inwinnen informeel advies of suggesties die we een eerste keer voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen ter principiële goedkeuring – principiële goedkeuring gemeenteraad – formeel advies opvragen en openen openbaar onderzoek naar bezwaren, opmaak PV sluiten onderzoek, opnieuw voorleggen aan college van burgemeester en schepenen met formeel advies en resultaat openbaar onderzoek voor definitieve goedkeuring gemeenteraad – definitieve goedkeuring gemeenteraad – aanvragen nieuwe code rijksregister – meedelen nieuwe straatnaam aan betrokken instanties.
De gemeenteraad gaat principieel akkoord om voor het nieuwe woonerf tussen Prinsenbos en de Edingensesteenweg de nieuwe straatnaam Thérèse Merckx-erf toe te kennen. Hierover advies in te winnen bij de Geschied- en Oudheidkundige Kring en de Halse Cultuurraad en over te gaan tot bekendmaking door openbare aanplakking gedurende één maand.
Voorafgaand aan deze nota werden naar suggesties voor een nieuwe naam gepolst bij de nodige instanties (wiens suggesties verwijzen naar plaatselijke geschiedenis en/of kunst- en cultuurleven): de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring, de Halse Cultuurraad, den Ast.
Dit zijn de suggesties die binnengekomen zijn van :
de KGOKH :
zie mail dd. 03/08/2021 : ‘In verband met de verkaveling tussen de Ysayestraat en de Wielewaallaan wensen we een nieuw voorstel in te dienen voor de straatnaam, ter vervanging van het onderstaande voorstel ('Hemelrijkerf', dat we enkel nog naar voren schuiven indien ons nieuwe voorstel afgewezen wordt). We zijn met het bestuur tot de vaststelling gekomen dat het nieuwe woonerf precies gelegen is op de plaats waar tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een steenbakkerij actief was. Ze behoorde toe aan de firma Van Hoedenhaeghe, die ook de ernaast gelegen houtzagerij uitbaatte.
Op het grondgebied van Groot-Halle waren er, in de loop van de vorige eeuw, tot wel 20 steenbakkerijen/veldovens actief. Ze vormden een belangrijke industriële nijverheid. Voor het zware en ongezonde werk in de steenbakkerijen werden arbeiders van heinde en verre aangetrokken, tot uit Oost-Vlaanderen. Om het belang van die industriële geschiedenis te onderstrepen en de herinnering eraan niet te laten verloren gaan, stellen we voor de nieuwe verkaveling de naam 'Steenbakkerserf' voor. Deze straatnaam zou de perfecte tegenhanger vormen van de al bestaande straatnaam 'Kareelveld', die eveneens verwijst naar een veldoven waar men kareelstenen bakte.
Wij hopen dat het schepencollege ons in onze zienswijze zal volgen.
Namens het bestuur en met beste groet,
Jurgen Vandebotermet
Voorzitter KGOKH – St.Niklaasstraat 42 – 1540 Herfelingen
Op 21-7-2021 om 19:32 schreef Jurgen Vandebotermet:
Geachte mevrouw Decoster,
Achterin de Gedenkschriften nr. 13 (1938) van de KGOKH, als afsluiter van zijn studie "La terre de Hal: toponymie et topographie" publiceert J. Possoz een kaart met de plaatsnamen uit de 19de eeuw. Vlak bij de nieuwe verkaveling vinden we het toponiem "Populiere veld". Aangezien er in Lembeek al een Populierenstraat bestaat, valt dit toponiem af vanwege mogelijke verwarring.
Achterin Hallensia nr. 7 (1939) van de KGOKH, als afsluiter van de studies van M.-J. Van den Weghe, publiceert F. Martens een kaart met de toponiemen uit de 18de eeuw. Vlak bij de nieuwe verkaveling, maar aan de andere kant, vinden we het toponiem "Lieven heere veldt". Een dergelijke straatnaam bestaat nog niet, maar aangezien hij rechtstreeks naar Onze-Lieve-Heer verwijst zouden sommigen er misschien aanstoot aan kunnen nemen.
Waar Martens voor de 18de eeuw het "Lieven heere veldt" situeert, geeft Possoz voor de 19de eeuw "Hemelrijkveld", een toponiem dat in Groot-Halle nog niet als straatnaam voorkomt. Wie zou er bezwaar kunnen maken tegen de fortuinlijke vaststelling dat hij/zij op een zo paradijselijke plek als het Hemelrijk komt te wonen? Daarom ons voorstel voor de nieuwe verkaveling: Hemelrijk (eventueel: Hemelrijkerf).
Mocht die benaming alsnog sneuvelen bij de finale keuze, dan zal er best nog wel een fijngebekte zangvogel of een zoetgevooisde muzikant uit de mouw kunnen geschud worden om de nieuwe verkaveling naar te vernoemen (naar analogie met de omliggende straten).’
De uiteindelijke suggestie is dus Steenbakkers-erf. (of Hemelrijk-erf als voorgaande afgewezen wordt)
de CR :
zie mail dd. 04/08/2021 : ‘Jammer dat jullie vraag -en dat is eerder nog gebeurd- tijdens de maanden juli/augustus komt. De CRH vergadert dan niet meer zodat de secretaris of de voorzitter zomaar een voorstel zou moeten doen. Ik betreur dat.
Anderzijds is het 20-jarig overlijden van Jacques Deblander, stichter van Zenne en Zoniën- en pleitbezorger van een mooie Zennevallei, een unieke gelegenheid om een straat naar hem te noemen. Dat is natuurlijk in tegenspraak met de eis dat het nu allemaal vrouwennamen moeten zijn.
Anderzijds hebben we bij jullie vorige vraag namen van merkwaardige vrouwen doorgegeven die toen niet weerhouden werden.
Vriendelijke groet,
Paul Poels - vz CRH
Beste,
Dat is inderdaad zo… werd intern ook al aangehaald dat dit niet de optimaalste periode is voor jullie… het is echter niet mogelijk om dit uit te stellen omdat de aannemers en nutsbedrijven dan in problemen komen voor de uitvoering van hun werken, toekennen huisnummers en dergelijke…
Ik neem dit mee op in het Collegedossier zodat de burgemeester en schepenen de reden kennen.
Ik neem op de valreep alvast nog onderstaande voorstellen mee op voor beide nieuwe straatnamen, mn ;
-Jacques Deblander-erf
en herhaal jullie voorstellen voor vrouwennamen die vorige keer niet weerhouden werden (zie jullie mail dd 16/6/2020) :
-Misia-erf – kleindochter Servais/dochter van schoonzoon Servais (Cyprien Godebski) die beeldhouwer was van het standbeeld van Servais
- Irène of Thérèse Merckx-erf – oud schepenen in Lembeek en Halle
Het is immers niet zo dat het nu allemaal vrouwennamen móeten zijn, de laatste twee nieuwe namen waren het Edouard Jacobs-erf (ook in omgeving Wielewaallaan) en Mathilde Popeleu-erf (tss Edingenseswg en Bergensestwg)’
Zie ook de bijlages (brief en e-mails) rond Jacques Deblander, werd in 2014 reeds voorgesteld door weduwe Paula Deboeck aan de toenmalige schepen Marc Snoeck, waar er aangehaald werd dat bij toekomstige naamgeving met dit voorstel rekening zou gehouden worden.
We vermelden ook in de kantlijn dat bij het voorstel om de naam Misia , door den Ast beweegredenen werden aangehaald om deze te behouden voor de nieuwe Zuidbrug (Misiabrug) – zie ook bijlage mail dd 25062020) ‘Vanuit den AST staan wij zeker achter het idee dat Misia een straat verdient. Maar gelet op haar bekendheid en verdiensten mag dit wat ons betreft van een passende omvang zijn. In die zin ondersteunen wij de suggestie om de Zuidbrug te hernoemen als Misiabrug:
1. Brug komt toe aan de voet van de Servaislaan, daar waar Misia als kind heeft verbleven
2. De Zuidbrug gaat naar het Zuiden. Na Halle is Misia zich in het Zuiden gaan vestingen in Frankrijk. De burg overspant zelfs het tracé van de Thalystrein naar Parijs.
3. Misia is een vrouw en het is duidelijk dat er nog maar weinig bruggen naar een vrouw genoemd worden.
4. MISIA eindigt zoals KLARA op A en met 2 lettergrepen. (zie Klarabrug)
5. Het indrukwekkende repertoire van Misia kennen jullie’
Uiteindelijke suggesties zijn dus :
Jacques Deblander-erf
Irène of Thérèse Merckx-erf
den Ast :
er kwamen geen suggesties binnen.
Er kwam ook een spontane suggestie binnen van de heer René Jammart (zie bijlages) :
‘Geachte
Nieuwe wegenis E.Isayestraat en Wielwaallaan
Ik meen mij te herinneren door mijn veelvuldige onderzoeken dat de familie Sneppé in Lembeek daar indertijd heel wat eigendom had (met ook de vadermoord bij de verdeling onder de kinderen in 1929).
Sneppe (een vogel op zijn Vlaanders) en of Sneppé naar de oude eigenaars zou misschien in overweging genomen kunnen worden?
Met vriendelijke groeten
René Maurice Jammart www.jammart.be - mail@jammart.be’
Suggestie is dus Sneppe-erf (vogel)of Sneppé-erf(familienaam)
We laten de keuze aan het college van burgemeester en schepenen om uit alle bovenstaande suggesties een keuze te maken.
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen, zoals
gewijzigd door het decreet van 1/7/1987, van 4/2/1997 en van 29/11/2002.
Art.2 §1. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze
naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en
cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.
Art.4 2° Het gemeentebestuur vraagt advies aan de gemeentelijke raad voor cultuur en culturele
vrijetijdsbesteding.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021.
In de nieuwe verkaveling tussen de E. Ysayestraat en de Wielewaallaan te Halle wordt er nieuwe wegenis aangelegd:
-toegang enkel via de E. Ysayestraat
-langs beide zijden bebouwd (26 woningen en aan kant Wielewaallaan 5 woningen)
-zonder doorsteek naar de Wielewaallaan voor gemotoriseerd verkeer, enkel een fietsverbinding
-mogelijkheid tot uitbreiding bouwloten aan de andere kant van de voetweg
-doodlopende weg die als statuut ‘woonerf’ krijgt
In bijlage twee plannen van de locatie ter verduidelijking waar de wegenis en bebouwing zich zal bevinden(wegenis ligt evenwijdig/tussen het Edouard Jacobs-erf en de Frederic Chopinlaan)
We passen de wettelijke procedure toe van toekenning straatnaamgeving : inwinnen informeel advies of suggesties die we een eerste keer voorleggen aan het college van burgemeester ter principiële goedkeuring –principiële goedkeuring gemeenteraad – formeel advies opvragen en openen openbaar onderzoek naar bezwaren, opmaak PV sluiten onderzoek, opnieuw voorleggen aan college van burgemeester en schepenen met formeel advies en resultaat openbaar onderzoek voor definitieve goedkeuring gemeenteraad – definitieve goedkeuring gemeenteraad – aanvragen nieuwe code rijksregister – meedelen nieuwe straatnaam aan betrokken instanties.
Principieel akkoord voor het nieuwe woonerf tussen de E. Ysayestraat en de Wielewaallaan de nieuwe straatnaam Steenbakkers-erf toe te kennen, hierover advies in te winnen bij de Geschied- en Oudheidkundige Kring en de Halse Cultuurraad en over te gaan tot bekendmaking door openbare aanplakking gedurende één maand.
Voor de jeugdverenigingen stelt de dienst kinderen en jongeren in overleg met het bestuur van de jeugdraad voor om de €35.318,47 als volgt te verdelen:
vereniging | leden x werking | basis kamp subsidie | TOTAAL |
Catechese Lange Weg | 378,24 | 0 | 378,24 |
Chiro Oika Buizingen | 2549,94 | 500 | 3049,94 |
Chiro Kadasj Essenbeek | 1563,96 | 500 | 2063,96 |
Scouts en Gidsen Halle Sint-Lutgardis | 3501,92 | 500 | 4001,92 |
Chiro Sjaloom Halle | 1495,97 | 500 | 1995,97 |
Chiro De Vroentjes Lembeek | 1019,98 | 500 | 1519,98 |
Chiro Idoena Lembeek | 2328,95 | 500 | 2828,95 |
Scouts en Gidsen Sint-Rochus | 3909,91 | 500 | 4409,91 |
Chiro Alcha Essenbeek | 2600,94 | 500 | 3100,94 |
Chiro Sabbath Buizingen | 1393,97 | 500 | 1893,97 |
JNM Zuid-West Brabant | 441,99 | 500 | 941,99 |
Akabe Joepie | 131,75 | 0 | 131,75 |
JMA Pro Musica | 764,98 | 0 | 764,98 |
JMA 't Notenboompje | 985,98 | 500 | 1485,98 |
TOTAAL | 5500 | 28.568,47
|
Nooddecreet van 19 juni 2020.
Beslissing gemeenteraad van 15 december 2020 - verdeling noodfonds corona.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 juni 2021.
In het voorjaar ontving de stad Halle het bericht dat de Vlaamse overheid haar in het kader van de coronacrisis een noodfonds had toegekend voor cultuur-, sport- en jeugdverenigingen. Er werd in totaal 500.345 EUR aan Halle toegekend.
Er werd reeds beslist om de helft van dit bedrag te voorzien voor 2020 en de andere helft door te schuiven naar 2021.
Voor 2020 gebeurde de verdeling tussen de cultuur-, sport- en jeugdverenigingen op basis van het aantal erkende verenigingen met een recurrente en uitgebreide eigen werking:
Voor 2021 kan de andere helft dus verdeeld worden.
Er is momenteel 250.000 euro krediet op registratiesleutel ST-64930000-01191 voor de uitbetaling van de toelagen.
De verdeling van het noodfonds voor de erkende jeugdverenigingen in Halle voor 2021 wordt goedgekeurd.
De toekenning van de nominatieve toelage aan de verenigingen vermeld in artikel 1 van dit besluit wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Deze subsidies bestaat uit twee delen.
- Carnaval: Deze subsidies zijn voorlopig nog nominatief. Het opmaken van de samenwerkingsovereenkomst moest even on hold gezet worden door de Corona. De groepen moeten onder andere aangeven dat ze actief in de stoet mee gelopen hebben, maar dat is momenteel niet mogelijk. Het bestuur valt hiervoor terug op het relanceplan en dus op de oude methode om deze subsidies te verdelen en de verhoging met 25%. Gelet op het feit dat er groepen gestopt of waren er wijzigingen vastgesteld zijn in de samenstellingen, werd in overleg met Halattraction een nieuwe verdeling opgemaakt hebben.
- Rode kruis - afdeling Halle: De overstromingen in Wallonië hebben voor veel leed gezorgd binnen bepaalde regio's. Het bestuur wenst het rode kruis van Halle te ondersteunen met een nominatieve toelage om vanuit de stad een bijdrage te leveren aan de ondersteuning van vele gezinnen. Deze toelage was niet voorzien maar het budget kan genomen worden vanuit overschotten van subsidies voor sociale organisaties.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen..
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse Regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020 -2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies dient teruggevallen te worden op de artikelen 41, 2de lid, 23° en 78, 2de lid, 17° van het Decreet over het Lokale Bestuur. Deze artikelen bepalen dat de bevoegdheid voor “het toekennen van nominatieve subsidies” toekomt aan de raad. De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk.
Volgens het oude besluit van de Vlaamse Regering (BVR) BBC (dd. 25/6/2010) maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget (cf. art. 16, 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield eigenlijk (impliciet) de beslissing van de gemeenteraad in tot toekenning van die subsidies. Vooraleer over te gaan tot uitbetaling van deze subsidies, werd nog een collegebeslissing genomen maar deze mocht niet afwijken van de bedragen en begunstigden, opgenomen in deze lijst. In het nieuwe BVR BBC (dd. 30/3/2018) wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie bij het (aangepast) meerjarenplan (wat niet hetzelfde is als de toelichting van het meerjarenplan) moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664) (cf. art. 4, 1ste lid, 3° van het MB BBC). Dat betekent dus ook sommige nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt echter niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Het feit dat er niet meer met dergelijke lijst gewerkt wordt maakt het eenvoudiger voor een bestuur om subsidies aan te passen, zonder dat dit andere aanpassingen (MJP) tot gevolg heeft. De lijst die in BBC2020 nog bestaat is een lijst van alle subsidies, onderdeel van de documentatie. M.a.w. de nominatieve subsidies (en subsidiereglementen) moeten natuurlijk goedgekeurd worden, maar dit zijn losse beslissingen en maken an sich geen onderdeel meer uit van een lijst.
Met deze beslissing keurt de gemeenteraad een nominatieve toelage goed aan de vernoemde verenigingen.
De gemeenteraad keurt volgende nominatieve subsidies goed:
Naam | Basis toelage | Coronasurplus | Totaal |
De Barielgangers | 624,01 | 156,00 | 780,01 |
De Boerkes | 803,19 | 200,80 | 1.003,99 |
D'Afzakkers | 682,28 | 170,57 | 852,85 |
De Fleerefluiters | 614,97 | 153,74 | 768,71 |
De Smosjterpotten | 727,84 | 181,96 | 909,80 |
De Froesjeleirs | 806,85 | 201,71 | 1.008,56 |
De Gebeure | 824,03 | 206,01 | 1.030,04 |
De Hallemettekes | 643,78 | 160,95 | 804,73 |
De Leste Kannekes | 782,47 | 195,62 | 978,09 |
De Mannen v/d Met | 929,12 | 232,28 | 1.161,40 |
De Maskottes | 540,30 | 135,08 | 675,38 |
De Miniatuurkes | 583,37 | 145,84 | 729,21 |
De Roeftoejoerkes | 629,80 | 157,45 | 787,25 |
De Vrie Kadeikes | 735,45 | 183,86 | 919,31 |
Dei Van Ba Chic | 695,14 | 173,78 | 868,92 |
Tes Allemoe Da Ni | 563,06 | 140,76 | 703,82 |
Tienentander | 654,02 | 163,50 | 817,52 |
Een Vat Vol Neuzekes | 596,85 | 149,21 | 746,06 |
Van Uure Zegge | 665,53 | 163,38 | 831,91 |
De Nachtratten | 601,53 | 150,38 | 751,91 |
Van Moete Meuge | 548,33 | 137,08 | 685,41 |
Orde v/d hofmaarschalken & hofdames | 359,65 | 89,91 | 449,56 |
't Es Wei Van Da | 517,92 | 129,48 | 647,40 |
De Prinsessen | 315,31 | 78,83 | 394,14 |
De Orde Van de Senioren | 309,76 | 77,44 | 387,21 |
Gilles & Paysannes van St. Rochus | 359,23 | 89,81 | 449,03 |
Gilles en Pierrots van Groot Halle | 492,35 | 123,09 | 615,44 |
Dansmariekes | 304,63 | 76,16 | 380,78 |
Mini Tastendeuvel | 256,45 | 64,11 | 320,56 |
Orde Van Tastendeuvel | 387,73 | 96,93 | 484,66 |
Schief Bezjoebert | 296,54 | 74,14 | 370,68 |
Den Dasjtereir & Co | 296,54 | 74,14 | 370,68 |
Toelage Rode Kruis - afdeling Halle: 5.000 euro.
Deze subsidies mogen door het college worden betaalbaar gesteld in de loop van 2021.Rode Kruis, afdeling Halle, moet een werkingsverslag indienen over de besteding van de middelen.
Wij vragen de gemeenteraad de verlenging van de samenwerkingovereenkomst met VLAMO goed te keuren.
In bijlage de overeenkomst, hier is niets aan gewijzigd, enkel de data.
· Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
· Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
· Beslissing college van burgemeester en schepenen van 25 juni 2021.
De promenadeconcerten zijn een jaarlijks wederkerend evenement en werden in 2003 officieel in het leven geroepen met als doel de muzikale leefbaarheid onder de inwoners van Halle en de samenwerkingsbanden met andere steden en gemeenten binnen Vlaams-Brabant te versterken.
De promenadeconcerten worden steeds op zondag tijdens het 2e volledige weekend van september georganiseerd, zijnde voor deze legislatuur:
Akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Halle en VLAMO voor de organisatie van de promenadeconcerten voor de periode van 2021 tot en met 2025.
Alle werken zijn afgerond en bijgevolg kan er overgegaan worden tot de eindafrekening van het dossier ‘Structureel onderhoudsprogramma 2020’. De werken in de eerste fase (fietspaden F45 en F17) werden alternatief uitgevoerd, wat zich vertaalde in een kostenbesparing van € 49.886,67 excl. btw op het aandeel van de stad. Met het oog op deze besparing besliste het college van burgemeester en schepen in de zitting van 6 november 2021 om het dossier uit te breiden met een (her)asfaltering van de Malheideweg en de bovenliggende zijstraat 'Berendries' voor een bedrag geraamd op € 28.352,1 excl. btw ten laste van de stad.
Bijkomend keurde het college van burgemeester en schepen in de zitting van 04 juni 2021 verrekening nr. 1 goed voor een totaalbedrag van € 9.634,69 excl. btw ten laste van stad Halle.
Een financieel overzicht kan teruggevonden worden in de bijlage. Samengevat kunnen we het volgende stellen betreffende deze werken:
1. In totaal sluiten we af met een eindbedrag van € 206.411,37 excl. btw en incl. herziening en verrekening. Dit is 10.08% meer dan oorspronkelijk gegund.
2. Ten laste van de stad sluiten we af met een eindbedrag van € 198.204,65 excl. btw en incl. herziening en verrekening. Dit is 6.84% meer dan oorspronkelijk gegund:
3. Ten laste van Farys/TMVW sluiten we af met een eindbedrag van € 8.206,72 incl. herziening. Dit is 310,34% meer dan gegund.
Wanneer dit vergeleken wordt met de oorspronkelijk vastgelegde kredieten kunnen we besluiten dat we dit project eindigen met een tekort van € 10.693,40 excl.btw en incl. herziening en verrekening ten laste van de stad en een tekort van € 6.206,72 incl. herziening ten laste van Farys/TMVW.
● Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Meer bepaald artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen. En artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
● De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
● Bestuursdecreet van 7 december 2018.
● De wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
● De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
● Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten.
● Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
● Het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 4.1.
● Collegebeslissing van 08/05/2020 waarin het bestek, raming en de wijze van gunning werden goedgekeurd .
● Gemeenteraadsbeslissing van 26/05/2020 waarin het bestek, raming en de wijze van gunning werden goedgekeurd
● Collegebeslissing van 11/09/2020 waarin de aanstelling van de aannemer werd goedgekeurd.
● Collegebeslissing van 22/01/2021 waarin de voorlopige oplevering werd goedgekeurd.
● Collegebeslissing van 04/06/2021 waarin verrekening nr. 1 werd goedgekeurd.
● Collegebeslissing van 13/08/2021.
In de zitting van 26 mei 2020 werd het bestek, raming en wijze van gunning aangaande het project ‘Structureel onderhoud 2020’ goedgekeurd door de gemeenteraad. In de collegezitting dd. 11 september 2020 werd het dossier gegund aan de firma Norré-Behaeghel, Koninklijke Baan 196 te 8432 Westende tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 187.511,25 excl. btw, waarvan € 185.511,25 excl. btw ten laste van de stad en € 2.000,00 ten laste van de derde betaler TMVW/Farys, Stropstraat 1 te 9000 Gent.
Het dossier omhelsde volgende wegenwerken in asfalt:
● Fietspad F45 (start tegenover de Sint-Annastraat en loopt tot onder de Nederhem brug);
● Fietspad F17 (start onder de Nederhem brug en loopt tot aan de Zenneweg);
● Fietspad F16 (loopt tussen de Pallieterweidestraat en Biezeput).
In de zitting van 6 november 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen om het structureel onderhoudsprogramma van 2020 uit te breiden met twee bijkomende (her)asfalteringen zonder bijkomende budgetten:
● Malheideweg;
● Zijtak van de Berendries.
In de zitting van 4 juni 2021 keurde het college van burgemeester en schepen in de zitting van 04 juni 2021 verrekening nr. 1 goed voor een totaalbedrag van € 9.634,69 excl. btw ten laste van de stad.
De eindafrekening voor het dossier ‘structureel onderhoud 2020' voor een bedrag van 198.204,65 € excl. btw en incl. herziening en verrekening ten laste van de stad en 8.206,72 € incl. herziening ten laste van Farys/TMVW wordt goedgekeurd.
Voor projecten GBO werd er in 2019 een oproep gedaan, waarvoor de gemeenten van de eerstelijnszone intekenden. In dit kader ontvingen we een subsidie t.b.v. 29.167 euro voor 2019.
Met deze subsidie werd een medewerker aangesteld door CAW op basis van een samenwerkingsovereenkomst en werd een digitaal systeem ontwikkeld en software aangekocht. Dit digitaal systeem maakt het mogelijk dat kwetsbare gezinnen snel aangemeld worden en via aanklampend werken zo snel mogelijk de correcte hulpverlening krijgen en informatiedoorstroming mogelijk wordt gemaakt.
Om dit geïntegreerd breed onthaal te coördineren is een medewerker nodig. Wij tekenden dan ook in op de oproep van Vlaanderen voor 2020-2025. Deze subsidie hebben we echter niet binnengehaald, gezien de middelen ontoereikend waren voor het aantal ingediende dossiers.
Het digitaal systeem werd ontwikkeld en de software werd aangekocht met de middelen van Vlaanderen 2019.
Gezien we de middelen van 2020-2025 niet binnenhaalden, maar een (deeltijds) coördinator nodig is om dit te laten draaien, beslisten alle gemeenten van de 1ste lijnszones (in Halle in zitting van 26 oktober 2020) om samen middelen vrij te maken om een haftijds medewerker aan te stellen en de kosten hieraan verbonden te verdelen op basis van het inwonersaantal.
Voor Halle komt dit neer op 7.521,85 euro, rekening houdend met een loonkost van een deeltijds medewerker van 25.000 euro/jaar.
De eerstelijnszone vzw zal eveneens een financiële inbreng doen, nodig om dit digitaal platform te laten draaien.
Wij stellen dan ook voor om de samenwerkingsovereenkomst, zoals gevoegd in bijlage, af te sluiten met de 7 gemeenten uit de eerstelijnszone en de Eerstelijnszone Zennevallei vzw.
oproep GBO: https://www.departementwvg.be/projectoproepen-ge%C3%AFntegreerd-breed-onthaal
decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018
beslissing college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2021
Het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 verplicht de lokale besturen werk te maken van een maximale toegankelijkheid van de lokale sociale hulp- en dienstverlening voor de bevolking en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan onderbescherming.
Het lokaal bestuur dient hiervoor een Sociaal Huis uit te bouwen, dat een herkenbaar lokaal aanspreekpunt moet zijn voor burgers met betrekking tot het aanbod van lokale sociale hulp- en dienstverlening.
Vanuit dit Sociaal Huis dient, onder regie van het lokale bestuur, een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal gerealiseerd te worden dat minstens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, het erkende centrum voor algemeen welzijnswerk en de erkende diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen omvat.
Het lokaal bestuur kan het geïntegreerd breed onthaal ook realiseren in samenwerking met andere lokale besturen.
De nodige kredieten dienen voorzien te worden bij AMJP.
De samenwerkingsovereenkomst met de andere gemeenten van de eerstelijnszone en de eerstelijnszone vzw om een geïntegreerd breed onthaal te kunnen realiseren als opdracht binnen het lokaal sociaal beleid, wordt goedgekeurd.