Intussen keurde De Vlaamse Regering het ontwerpdecreet, dat de omvorming tot woonmaatschappijen regelt, definitief goed op 28 mei 2021.
Volgende erkenningsvoorwaarden zijn opgenomen voor de nieuwe woonmaatschappij:
Voor de afbakening van de werkingsgebieden dient er rekening gehouden te worden met de referentieregio’s die door Vlaanderen zijn vastgelegd. Het werkingsgebied van de woonmaatschappijen dient binnen de referentieregio te vallen.
De adviezen van de sociale woonactoren werden genotuleerd in het verslag van het bovenlokaal woonoverleg, zoals voorgeschreven door de VMSW.
Het voorgestelde werkingsgebied voldoet aan de criteria uit het decreet. De stad Halle, gemeente Beersel en gemeente Sint-Pieters-Leeuw komen samen ruimschoots aan 1000 sociale huurwoningen (nl. ca 2500 sociale woningen) en kunnen samen één werkingsgebied vormen. Gezien het om een aanéénsluitend werkingsgebied dient te gaan met minimaal 1000 sociale woningen zullen de gemeenten Drogenbos, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode waarschijnlijk genoodzaakt zijn om zich aan te sluiten bij ons. Op het woonoverleg van 24 juni 2021 hebben zij hieromtrent echter nog geen definitieve beslissing gecommuniceerd.
De uitnodiging aan deze drie faciliteitengemeenten om zich aan te sluiten bij ons werkingsgebied blijft gelden. Gelet op het huidige werkingsgebied van Woonpunt Zennevallei geldt dit ook voor de gemeente Pepingen. Dit zal dan ook gelijkvormig geformuleerd worden in het ingediende advies door Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw bij de VMSW, volgens het aanvraagformulier in bijlage van deze beslissing.
Deze schaal van werkingsgebied is voldoende groot maar blijft nog hanteerbaar in de zin van nabijheid en lokale betrokkenheid. Dit werkingsgebied valt bovendien voor een groot deel samen met het intergemeentelijk samenwerkingsverband Woonbeleid Zennevallei en ook met andere samenwerkingsverbanden.
Gelet het feit dat er nog geen specifieke afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de stemrechten tussen de gemeenten in de nieuwe woonmaatschappij, zal de Vlaamse regering de verdeling bepalen op basis van het aantal sociale huurwoningen op het grondgebied van het lokaal bestuur (60%), het aantal m² bebouwbare reservegronden op het grondgebied van het lokaal bestuur waarop de woonmaatschappij een zakelijk recht heeft of dat een lokaal bestuur inbrengt in de woonmaatschappij (10%) en het aantal huishoudens op het grondgebied van het lokale bestuur (30%).
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
De brief van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied in te dienen.
Het verslag van het bovenlokaal woonoverleg van 24 juni 2021.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 13 augustus 2021.
Tegen 1 januari 2023 wil de Vlaamse Regering komen tot sociale woonmaatschappijen: sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) vormen dan één woonactor met slechts één speler per gemeente: De woonmaatschappij. Het doel hierbij is een verhoogde efficiëntie in de uitvoering van het sociaal woonbeleid door middel van een duidelijke en transparante werking, kennisdeling, expertiseverruiming en drempelverlagende dienstverlening.
De Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed stuurde op 23 oktober 2020 een brief naar de lokale besturen met de oproep tot het afbakenen van de werkingsgebieden van deze woonmaatschappijen tegen uiterlijk 31 oktober 2021.
Er werd door het college van Halle op 11/12/2020 reeds een principieel akkoord gegeven tot het vormen van een werkingsgebied samen met de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw met daarbij een uitnodiging naar de faciliteitengemeenten Drogenbos, Sint-Genesius-Rode en Linkebeek en de optie tot uitbreiding met gemeenten uit het Pajottenland. De colleges van de gemeente Beersel en de gemeente Sint-Pieters-Leeuw maakten een gelijkvormige principiële beslissing.
In het voorjaar 2021 gingen Halle, Sint-Pieters-Leeuw en Beersel in overleg met de drie faciliteitengemeenten en werd er afgesproken dat zij tegen de zomer 2021 hun beslissing tot al dan niet toetreding zouden bekend maken. Vanuit het Pajottenland is er geen formele vraag gekomen.
Het voorstel van werkingsgebied met advies van de betrokken woonactoren en een gemotiveerde reactie van de betrokken gemeenteraden op dit advies dient ingediend te worden ten laatste 31 oktober 2021 bij VMSW. Om dit te bewerkstelligen werd er op 24 juni 2021 een intergemeentelijk woonoverleg georganiseerd tussen stad Halle, gemeenten Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Linkebeek en Drogenbos en de sociale woonactoren op dit grondgebied. De gemeente Sint-Genesius-Rode heeft zich verontschuldigd voor dit overleg. Het verslag van het bovenlokaal woonoverleg is opgenomen in bijlage van deze beslissing.
Uit dit overleg werd geconcludeerd dat Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw één werkingsgebied vormen. Indien Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos en Pepingen wensen aan te sluiten, zijn zij welkom.
De gemeenteraad gaat akkoord met het indienen van een advies bij de VMSW tot werkingsgebied van de stad Halle met de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw. De faciliteitengemeenten Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en de gemeente Pepingen kunnen hierbij aansluiten indien zij dit wensen.