Proceduraal dienen volgende stappen te worden doorlopen voor de goedkeuring van een gemeentelijk stedenbouwkundige verordening:
stap 1: college van burgemeester en schepenen neemt in zitting van 6 november 2020 kennis van de ontwerp-verordening en van bovenvermeld procesverloop
stap 2: adviesronde
adviesinstantie | datum | resultaat |
commissie stadsontwikkeling | 16 november 2020 | geen opmerkingen |
gecoro | 9 december 2020 | gunstig |
departement omgeving | 8 februari 2021 | geen advies |
deputatie | 7 januari 2021 | geen opmerkingen |
Het Team Mer maakte op 15 december 2020 volgende opmerking:
"Er dient advies gevraagd worden aan de deputatie en het departement Omgeving. Er staat vermeld dat de artikelen 1 tot en met 7 inhoudelijke gevolgen hebben en best voorzichtigheidshalve aan een screening onderworpen worden. Het gaat in de praktijk over de artikel 2, 3, 4, en 5 zo blijkt verder uit het document. De vermelding dat het over de artikelen 1 t.e.m. 7 gaat, moet aangepast aan de feitelijke situatie."
Stap 3 en 4
De aangepaste verordening evenals het aangepaste plan-merscreeningsdocument wordt voor advies aan de cel MER overgemaakt die dd.26.02.2021 oordeelde dat de verordening geen plan-MER noodzaakt.
Stap 5
Het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 7 juni 2021 tot en met 6 juli 2021 werd bekendgemaakt door een bericht in het Belgisch staatsblad en in het gemeentelijk informatieblad ‘Info-Halle’ en op de website van de stad waar het ontwerp te raadplegen was. Er werden geen bezwaren ingediend.
Stap 6
De gemeenteraad wordt gevraagd de verordening vast te stellen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Titel II Planning Hoofdstuk III stedenbouwkundige verordeningen.
Decreet algemene bepalingen milieubeleid.
Decreet over het lokaal bestuur.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2021.
Naar aanleiding van een recente omgevingsvergunning voor de plaatsing van een haakse publiciteitsinrichting besliste het college van burgemeester en schepenen tot de opmaak van een verordenend kader voor de beoordeling van omgevingsaanvragen met betrekking tot haakse publiciteitsinrichtingen.
Om de wildgroei aan reclamepanelen in het straatbeeld en voornamelijk in het beschermd stadsgezicht te beperken en te reglementeren wordt een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening opgemaakt.
In de stedenbouwkundige praktijk van Halle worden haakse (licht-)reclames reeds lange tijd geweerd. Dit gebeurt op basis van hun negatieve impact op het straatbeeld. Deze werkwijze wordt niet op een verordende wijze geregeld hetgeen aanleiding kan geven tot discussie. Daarnaast bevat de regelgeving een vrijstelling voor niet verlichte reclame tot 4 m² hetgeen aanleiding geeft tot een grijze zone. Voornamelijk in het beschermd stadsgezicht van Halle worden deze panelen storend bevonden en doen die afbreuk aan de erfgoedwaarden van dit stadsgezicht. Ook het aanbrengen van neon- en lichtcontouren is ongewenst.
Door het vergunningsplichtig maken van bepaalde reclamepanelen en het opstellen van een verordenend kader kan hier een standvastig coherent beleid over gevoerd worden.
De verordening kadert in de bepaling artikel 2.3.1. 1° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die de opmaak van een verordening mogelijk maakt voor de gezondheid, instandhouding, de stevigheid, de fraaiheid en de esthetische waarde van bouwwerken, de installaties en hun omgeving en ook hun veiligheid met name de beveiliging tegen brand en overstroming.
De stedenbouwkundige verordening haakse publiciteitsinrichtingen wordt definitief vastgesteld:
"Artikel 0. Begrippen en definities
Beschermd of waardevol goed:
Benedenvoorgevel: het vlak evenwijdig aan de aanpalende rijweg, begrepen tussen de begane grond en de dorpels van de eerste verdieping
Haakse pubiciteitsinrichting: constructie die haaks op de gevel wordt geplaatst onder de vorm van een al dan niet lichtgevend paneel of banner
Banner: drager bestaande uit zeildoek tussen twee houders die evenwijdig of haaks aan de gevel wordt aangebracht
Artikel 1. Indien deze verordening strijdig is met de voorschriften van een geldend BPA, RUP of niet vervallen verkaveling, dan geldt voor dit specifiek item de regelgeving van dit BPA, RUP of de verkaveling. Voor items die niet in een BPA, RUP of niet-vervallen verkaveling zijn geregeld, gelden de voorschriften van deze verordening wel.
Artikel 2. Er geldt steeds een omgevingsvergunningsplicht voor de haaks op de gevel aangebrachte publiciteitsinrichtingen.
Artikel 3: Er geldt een verbod op het plaatsen van haakse publiciteitsinrichting aan een beschermd of waardevol goed.
Artikel 4. Er geldt een verbod op neon- en andere lichtcontouren tegen de voorgevel aan of in een beschermd of waardevol goed.
Artikel 5. Aan onroerende goederen die niet beschermd of waardevol zijn is het plaatsen van haakse publiciteitsinrichtingen slechts mogelijk onder volgende voorwaarden:
Mogen uitsluitend aangebracht worden tegen gebouwen bestemd voor handel, horeca, nijverheid, kantoren of dienstverlening en moeten betrekking hebben op de handel, horeca nijverheid, kantoren of dienstverlening in het gebouw.
Ze moeten beperkt blijven tot maximum één constructie per pand
Artikel 6. Uitzonderingsbepalingen: De vergunningverlenende overheid kan bij een door de aanvrager gemotiveerde aanvraag uitzonderingen toestaan. Deze kunnen slechts overwogen worden na gunstig advies van Onroerend Erfgoed in het geval van beschermde of waardevolle goederen.
Artikel 7. Bij niet naleving van de voorschriften van deze verordening zijn de sancties uit de stedenbouwwetgeving van toepassing.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch staatsblad De gemeentelijk stedenbouwkundige verordening zal slechts worden toegepast voor omgevingsaanvragen die volledig verklaard werden na de inwerkingtreding