De jaarrekening bestaat uit:
1. de beleidsevaluatie
De beleidsevaluatie van de jaarrekening bevat:
1. per beleidsdoelstelling uit de strategische nota waar de prioritaire acties of actieplannen in kaderen, en per prioritaire actie of prioritair actieplan, een omschrijving van de mate van realisatie, en de ontvangsten en uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering, voor het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft;
2. per beleidsdoelstellingen uit de strategische nota waar de prioritaire acties of actieplannen in kaderen, het totaal van de ontvangsten en uitgaven voor exploitatie, investeringen en financiering, voor de niet-prioritaire acties of actieplannen voor het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft;
3. een verwijzing naar de plaats waar het overzicht ter beschikking is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties, en de bijhorende ontvangsten en uitgaven die zijn opgenomen in de jaarrekening.
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
1. de doelstellingenrekening;
2. de staat van het financieel evenwicht;
3. de realisatie van de kredieten;
4. de balans;
5. de staat van opbrengsten en kosten.
3. de toelichting: waarin extra info en tabellen de voorgaande nota's verder verduidelijkt.
- Decreet lokaal bestuur.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC), titel 2, hoofdstuk 3, art 17-28,
- Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen. (MB BBC).
- Beslissing vast bureau van 21 mei 2021.
De OCMW-Raad moet zich uiterlijk op 30 juni van het financiële boekjaar dat volgt op het financiële boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, uitspreken over de vaststelling van de jaarrekening en deze dan ook onverwijld bezorgen aan de Vlaamse overheid.
De jaarrekening, gedeelte OCMW, 2020 wordt vastgesteld als volgt en inclusief alle samenstellende onderdelen:
Resultaten |
| Jaarrekening | Meerjarenplan |
I. Exploitatiesaldo | (a-b) | 13.259.737,92 | 9.599.514,80 |
a. Ontvangsten |
| 71.107.749,27 | 69.692.848,38 |
b. Uitgaven |
| 57.848.011,35 | 60.093.333,58 |
II. Investeringssaldo | (a-b) | -23.988.329,59 | -30.052.525,43 |
a. Ontvangsten |
| 3.502.094,43 | 4.527.428,07 |
b. Uitgaven |
| 27.490.424,02 | 34.579.953,50 |
III. Saldo exploitatie en investeringen | (I+II)) | -10.728.591,67 | -20.453.010,63 |
IV. Financieringssaldo | (a-b) | -2.732.609,94 | -1.921.708,58 |
a. Ontvangsten |
| 1.802.210,87 | 2.797.061,00 |
b. Uitgaven |
| 4.534.820,81 | 4.718.769,58 |
V. Budgettair resultaat van het boekjaar | (III+IV)) | -13.461.201,61 | -22.374.719,21 |
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar |
| 29.279.760,92 | 29.279.760,92 |
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat | (V+VI) | 15.818.559,31 | 6.905.041,71 |
VIII. Onbeschikbare gelden |
| 0,00 | 0,00 |
IX. Beschikbaar budgettair resultaat | (VII-VIII) | 15.818.559,31 | 6.905.041,71 |
Autofinancieringsmarge |
| Jaarrekening | Meerjarenplan |
I. Exploitatiesaldo |
| 13.259.737,92 | 9.599.514,80 |
II. Netto periodieke aflossingen | (a-b) | 4.475.296,81 | 4.659.245,58 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen | 4.534.820,81 | 4.718.769,58 | |
b. Periodieke terugvordering leningen |
| 59.524,00 | 59.524,00 |
III. Autofinancieringsmarge | (I-II)) | 8.784.441,11 | 4.940.269,22 |
De jaarrekening, gedeelte OCMW, 2020 sluit met een positief beschikbaar budgettair resultaat van € 15.818.559,31 en met een positieve autofinancieringsmarge van € 8.784.441,11.