De jaarrekening van de kerkfabriek Sint-Veronus sluit af met een exploitatieoverschot van € 23.778,41, er werd beroep gedaan op een gemeentelijke exploitatietoelage ten bedrage van € 45.837,00.
Uit het nazicht van de kastoestand blijkt dat de kastoestand overeenkomt met het exploitatieoverschot en dat de geldmiddelen op de uittreksels van de bankrekeningen overeenkomen met het exploitatieoverschot. De kerkfabriek heeft, volgens de staat van het vermogen, geldbeleggingen ten bedrage van € 91.669,78 en geen schulden.
Opmerking:
Er is een discrepantie tussen Staat van het vermogen en Budget 2020:
Er staan geen financiële schulden in rekening 2020 ingeschreven in de Staat van het vermogen. Dat zou willen zeggen dat alle leningen afgelost zijn op 31/12/2019. In Budget 2020 zijn nog voor € 5.311,00 aflossingen van leningen voorzien, terwijl er volgens de Staat van vermogen geen schulden meer zouden zijn op 31/12/2019.
Nazicht van de jaarrekening heeft geleid tot volgende opmerking m.b.t. de "Staat van het vermogen": Er staan geen financiële schulden ingeschreven dat zou willen zeggen dat alle leningen afgelost zijn. In budget 2020 zijn nog voor € 5.311,00 aflossingen van leningen voorzien, terwijl er volgens de staat van vermogen geen schulden meer zouden zijn op 31/12/2019.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 10 april 2020.
De rekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Veronus wordt gunstig geadviseerd met volgende opmerking: "De "Staat van het vermogen" Er staan geen financiële schulden ingeschreven dat zou willen zeggen dat alle leningen afgelost zijn. In Budget 2020 zijn nog voor € 5.311,00 aflossingen van de leningen voorzien, terwijl er volgens de Staat van vermogen geen schulden meer zouden zijn op 31/12/2019.
De beslissing wordt overgemaakt aan de Provinciegouverneur, de voorzitter van de kerkfabriek en de voorzitter van het Centraal Kerkbestuur.